Hoofdstuk 10: Productie en kost
10.1 economische kosten en winsten
Doel van de producent = winstmaximalisatie
Wmax = TO -TK
o Opbrengsten maximaliseren
o Kosten minimaliseren
TO = P * Q -> f(arbeid, kapitaal, land, onderneming,…) (P = de verkoopprijs)
TK = TVK + TCK
o TVK = totale variabele kost
o TCK = totale constante kost
Boekhoudkundige kosten en winst
Een boekhouder bepaalt de kosten en winst om te verzekeren dat de onderneming het juiste bedrag
aan belastingen betaalt en om de banken te tonen hoe ze het geleende geld heeft aangewend.
Economen voorspellen de beslissingen die een bedrijf maakt om zijn winst te maximaliseren. Deze
beslissingen verwijzen naar opportuniteitskosten en economisch winst.
Opportuniteitskost
= de opportuniteitskost van de productie van een bedrijf is de kost van de productiefactoren die het
inzet.
=van productiefactoren is de waarde van die factoren in de beste alternatieve aanwending.
; is dus het bedrag dat het bedrijf de eigenaars van de ingezette productiefactoren moet betalen om
hen weg te lokken van hun beste alternatieve inzet.
Expliciete en impliciete kosten
Expliciete kosten = een kost betaald in geld zoals lonen.
Impliciete kosten= opportuniteitskost gerealiseerd door een onderneming bij het inzetten van
productiefactoren maar waarvoor geen directe betaling is gebeurd.
o Economische waardevermindering
o Kosten van gebruik van de ingezette middelen van de bedrijfseigenaar
Economische waardevermindering = de opportuniteitskost van een onderneming voor het gebruiken
van kapitaal dat het bezit.
Normale winst = de vergoeding voor ondernemerschap
, Economische winst
= de totale ontvangsten min (-) de totale kosten van een bedrijf
Totale kosten = impliciete + expliciete kosten en vormen opportuniteitskosten bij productie
De vergoeding voor de ondernemer = normale winst + economische winst
Als een bedrijf economisch verlies lijdt, zal de ondernemer minder ontvangen dan de normale
winst.
Korte en lange termijn
Korte en lange termijn is geen specifieke periode (tijd)!
Korte termijn= beschikbare productiefactoren zijn constant dan; bv auto’s
= een periode waarin sommige productiefactoren vast liggen en niet beïnvloed kunnen worden door
de onderneming.
o Ingezette hoeveelheid arbeid kan wijzigen
o Hoeveelheid kapitaal kan niet wijzigen
Lange termijn = alle productiefactoren zijn variabel
o alle productiefactoren kunnen wijzigen
10.2 Korte termijn productie
Om op korte termijn de output te laten toenemen moet de onderneming de ingezette arbeid doen
stijgen.
1. Totale productie (TP)
2. Gemiddelde productie (GP)
3.Marginale productie (MP)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller driessenbo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.31. You're not tied to anything after your purchase.