100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
DIAG: Samenvatting De Diagnostische Cyclus $4.88   Add to cart

Summary

DIAG: Samenvatting De Diagnostische Cyclus

 31 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het gehele boek (H.1 t/m 12) De Diagnostische Cyclus, De Bruyn et al. Dit is tentamenstof voor het vak Diagnostiek van opvoedings- en ontwikkelingsproblemen bij de studie Pedagogische Wetenschappen jaar 2 aan de Universiteit Utrecht.

Preview 4 out of 43  pages

  • Yes
  • January 14, 2022
  • 43
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
De Diagnostische Cyclus – De Bruyn et al.



H.1 Inleiding
1.1 Doelstelling van het boek
Dit boek ligt in het domein van de klinische psychodiagnostiek  informatie verzamelen over cliënt
en zijn/haar omgeving om de meest adequate aanpak van de gesignaleerde problemen te
ontwerpen. De klinische psychodiagnostiek en klinisch diagnosticus wordt verder aangeduid als
diagnostiek en diagnosticus. Diagnostiek in de hulpverlening is zowel een duidelijke fase als
‘ingebouwd’ in het proces van interventie. Als professioneel handelen is de diagnostiek te
beschrijven als een zoek- en beslissingsproces dat in dialoog met de cliënt en zijn/haar omgeving
wordt uitgevoerd.


1.2 De noodzaak van opleiding
Traditionele kijk op diagnostiek: het onderscheiden van personen door middel van tests a.d.h.v. hun
individuele psychische kenmerken, zoals die zich uiten in hun typische gedrags- en uitingsvormen 
nadruk lag dus vooral op het vergroten van kennis over en vaardigheid in het afnemen van tests en
het interpreteren van de resultaten  weinig aandacht voor de systematiek van het diagnostisch
beslissingsproces  diagnosticus in moeilijke gevallen vaak beslissing op intuïtie (ongewapend
oordeel) ipv beroep doen op methodologische principes of systematische procedures die kunnen
voorkomen dat er fouten en onterechte vertekeningen in het oordeel optreden (klinisch oordeel).
Noodzaak van opleiding in de diagnostische besluitvorming komt naar voren in ontwikkelingen in
gedragsonderzoek naar:
- Kwaliteit van het ongewapende oordeel  ongewapende oordeel leidt tot tekorten en
vertekeningen in veel situaties.
- Besliskunde  aankomende diagnostici moeten de procedures leren hoe algemene principes
en methoden in het specifieke beroepsveld ingepast kunnen worden.
- Ontwikkelen van prescriptieve kaders voor professionele diagnostiek  moet een duidelijke
visie bestaan op wat wel en niet voldoet aan de eisen die aan een verantwoorde diagnostiek
gesteld worden  geconcretiseerd in prescriptief kader/model  laat het ontwerpen van
heuristische procedures (methodisch & systematisch) toe die het diagnostisch proces sturing
geven. Scholing in het hanteren van deze denkkaders is belangrijk.


1.3 Pretenties en beperkingen
Bedoeling boek: laten zien dat diagnostische besluitvorming in praktijk op wetenschappelijk-
professioneel verantwoorde wijze kan worden doorlopen.
De diagnosticus is afhankelijk van de kwaliteit van de hulpmiddelen die hem bij het beoefenen van
zijn vak ten dienste staan. Beperkingen:
- De diagnostiek maakt deel uit van de gedragswetenschap, de wetenschappelijke basis is
daarom niet steviger dan die van de volop ontwikkelende gedragswetenschap.
- Het boek is geen handleiding in de empirisch-analytische methodologie en geen handboek
besliskunde.
Gedisciplineerde vakbeoefening = het handelen van de diagnosticus verloopt volgens regels die
door hem zelf geëxpliciteerd kunnen worden  handelen transparant. Zo’n aanpak is empirisch-
analytisch.
Het prescriptieve model die in deze handleiding gebruikt wordt is de diagnostische cyclus.

1

,De Diagnostische Cyclus – De Bruyn et al.


H.2 Uitgangspunten
2.1 Wetenschappelijke diagnostiek
Het analyseren van persoonlijke of andermans problemen en het zoeken naar verklaringen en
oplossingen behoren tot dagelijkse ervaringen, pas als dit ondersteunt wordt met wetenschappelijk-
empirische kennis is dit wetenschappelijke diagnostiek.
Kennis = Het geheel van wetmatige verbanden, verklaringsschema’s, theorieën, methoden en
instrumenten dat in de gedragswetenschap wordt gehanteerd.
Het specifieke van de empirische benadering is dat veronderstellingen over de werkelijkheid aan de
feiten (resultaten van onderzoek) worden getoetst op een wijze die in principe ook door andere
onderzoekers haalbaar is.
De Groot sprak in 1950 van een psychodiagnostische cyclus (wat betreft systematiek van diagnostisch
proces) waarin de diagnosticus de algemene denkschema’s van inductie, deductie en toetsing
toepast. Deze denkschema’s werden als fasen in een empirische cyclus opgevat (observatie 
denkschema’s  evaluatie).
Diagnostiek kan in de praktijk lang niet altijd voldoen aan alle eisen die aan het wetenschappelijk
handelen worden gesteld. Als toepassingsgebied van de gedragswetenschap enerzijds, en onderdeel
van de hulpverlening anderzijds verreist diagnostiek een aantal denk- en doe-activiteiten die niet of
zelden tot het gedragsrepertoire van de wetenschappelijke onderzoeker behoort:
- Toepassing van verklaringsschema’s van verschillend inhoudelijk en formeel niveau op een
individuele problematiek.
- De beslissing een bepaald instrument niet te gebruiken indien dit het vertrouwen van de
cliënt in de diagnosticus als hulpverlener zou ondermijnen.
Toch is in de professionele diagnostiek de algemene wetenschappelijke eis van transparantie van
gevolgde argumentatie en procedure onverminderd van toepassing (Van Strien) 
verwetenschappelijking van de diagnostische praktijk, diagnosticus is wetenschappelijker naarmate
hij/zij:
- Explicieter werkt met theorieën en de verschillende theorieniveaus duidelijker met elkaar in
verband brengt;
- Er zich bewust rekenschap van geeft in welke gevallen hij wel en in welke gevallen hij niet
voor een bepaalde theorie kiest;
- Duidelijker de denkstappen vastlegt die geleid hebben tot het advies;
- Onderzoek doet naar de waarde van theorieën voor de problemen waar ze betrekking op
hebben en naar het effect van ingrepen;
- De resultaten van het eigen werk uitwisselt met collega’s.
Het structurele stappenmodel dat in dit boek gevolgd wordt is de empirische cyclus van De Groot.


2.2 Verschillende foutenbronnen
De theoretische, methodologische, instrumentele en ervaringskennis van de diagnosticus fungeren
meestal als inspiratiebron voor zijn/haar denkproces, slechts zelden als leveranciers van een kant-
en-klare oplossing.
Onderzoek naar de kwaliteit van en de foutenbronnen in oordelen en beslissen is heel groot.
Bronnen die het belang van dit onderzoek voor de diagnostische praktijk illustreren:
- Onderzoek naar de wijze waarop mensen met kansen en waarschijnlijkheden omgaan;
- Onderzoek naar vuistregels en heuristieken die mensen doorgaans geneigd zijn te volgen

2

,De Diagnostische Cyclus – De Bruyn et al.


- Onderzoek naar de kwaliteit van professionele diagnostiek
Een groot deel van het werk van een diagnosticus bestaat uit het schatten, afwegen en het herzien
van kansen Echter is vastgesteld dat men hierin afwijkt van wat logisch dan wel statistisch
voorgeschreven wordt en meer op hun eigen inschatting afgaan  blootleggen van cognitieve
vuistregels en heuristieken (zoekstrategieën die tot oplossingen kúnnen leiden) die in ta van
probleemsituaties in het dagelijks leven adequaat zijn, maar tot vertekening leiden bij
kansschattingen in een gecontroleerde laboratoriumomgeving.
- Beschikbaarheidsheuristiek  wanneer de voorbeelden makkelijker te bedenken zijn, wordt
de kans op het optreden van een verschijnsel hoger ingeschat.
- Men heeft de neiging vooral informatie op te zoeken die de eigen opvatting ondersteunt.


2.3 Besliskundige ondersteuning
Beslissingsprobleem = Keuzeprobleem waarbij verschillende opties verschillende consequenties
kunnen hebben met betrekking tot het doel. De descriptieve beslissingstheorie houdt zich naast het
beschrijven ook bezig met het verklaren van het beslissingsgedrag (§2.2). De normatieve
beslissingstheorie gaat verder dan beschrijven en verklaren, en schrijft ook voor hoe de beslisser
formeel te werk moet gaan op basis van een aantal rationele axioma’s. De toepassing van de
normatieve beslissingstheorie vindt plaats in de besliskunde: een verzameling van modellen en
procedures die aangeven hoe de beslisser in de verschillende stappen van het beslissingsproces het
best kan handelen met het oog op het te bereiken doel.
Het diagnostisch beslissingsproces is te analyseren als een proces waarin opties en consequenties
geformuleerd en geëvalueerd worden.


2.4 Prescriptieve diagnostiek
De term ‘prescriptief’ wordt in het boek in algemeen methodologisch-heuristische zin opgevat.
Normatieve diagnostiek = De tak van de methodologie die zich bezighoudt met het funderen,
formuleren en onderzoeken van diagnostische regels en procedures (Westmeyer & Hageböck). De
normatieve diagnostiek richt zich volgens hen op vragen als: wat feitelijk een diagnosie? Is het
mogelijk en redelijk voorschriften voor de diagnosticus te formuleren? In hoeverre kan het
diagnostisch proces voor deze voorschriften gereguleerd worden? Voor dit boek in plaats van
‘normatief’ voor de term ‘prescriptief gekozen omdat:
- ‘Normatief’ bij Westmeyer een algoritmische en niet een heuristieke betekenis heeft
(principiële reden)
o Westmeyer erkent wel dat alleen een normatief (algoritmisch) model gebruiken in de
praktijk onmogelijk is, we moeten dus genoegen nemen met ‘moderately normative
models’ (gematigd-normatieve modellen) = een set vuistregels en procedures die
heuristisch zijn in de zin dat ze de kans op het nemen van juiste beslissingen
verhogen.
- De term ‘normatief’ in de besliskunde ook in algoritmische zin gebruikt wordt. De
beslissingsmodellen zijn ook slechts bruikbaar in goedgedefinieerde beslissingssituaties die in
de klinische diagnostiek zelden worden aangetroffen.
- In het domein van de besliskunde stemmen opgaan om de term ‘prescriptief’ te gebruiken
voor beslissingsondersteuning in complexe, naturalistische situaties. Deze situaties zijn niet
te reduceren tot het ideaaltypische formele beslissingsprobleem dat met de traditioneel


3

, De Diagnostische Cyclus – De Bruyn et al.


normatieve modellen kan worden aangepakt. Ook in deze context heeft de term
‘prescriptief’ een brede richtinggevende heuristische connotatie.
‘Prescriptieve diagnostiek’ is een internationaal bruikbare term voor wat in het Nederlands als ‘leer
van diagnostiek’ kan worden aangeduid. Het specifieke van prescriptieve diagnostiek is dat de
fundering van de spelregels gezocht wordt in het analyseren en blootleggen van de grondkenmerken
van het professionele diagnostisch proces. Nederlandse modellen die op de empirische cyclus zijn
georiënteerd worden vaak aangeduid als hypothesetoetsende diagnostische modellen. Ze geven in
algemene zin aan welke stoppen in welke volgorde op welke wijze doorlopen moeten worden. Het
zijn conceptuele ordeningskaders die niet uitgewerkt zijn tot op het niveau van concrete
voorschriften en regels (waarbij het de vraag is of en hoe dit laatste mogelijk is, want het is meer op
een methodologische wijze een beslissing maken dan dat er een concreet antwoord te vinden is).

H.3 De diagnostische cyclus
3.1 Van hulpvraag tot cyclus
3.1.1 Hulpvraag, vraagstelling, onderzoeksvraag en type diagnostisch
onderzoek
Diagnostisch proces start nadat cliënt zich rechtstreeks of via een verwijzer heeft aangemeld met 1 of
meer hulpvragen. Als het een diagnostische hulpvraag is, wordt deze uiteindelijk gezamenlijk
geherformuleerd tot een vraagstelling.
Hulpvraag (Cliënt)  type diagnostische hulpvraag (Diagnosticus)  type vraagstelling (C & D) 
type onderzoek (D)
De onderlinge overeenstemming van deze 3 elementen representeert het diagnostisch scenario.

Tabel 3.1 Taxering van hulpvragen, vraagstellingstypen en onderzoekstypen.
Prototype Type vraagstelling Type onderzoek Code
diagnostische
hulpverlening
Hoe moet ik Verheldering Verhelderend VHD
verwoorden wat ik
t.o.v. mij/dit kind
ervaar?
Wat is er met mij/dit Onderkenning Onderkennend ODK
kind aan de hand?
Waarom is dit met Verklaring Verklarend VKR
mij/dit kind aan de
hand?
Hoe kan ik/dit kind Indicatie Indicerend IDC
het best geholpen
worden

De verschillende onderzoekstypen mogen niet verward worden met de cognitieve operaties die de
diagnosticus doorloopt. Immers, een analyse van de verschillende onderzoekstypen zou laten zien
dat vaak dezelfde operaties bij verschillende typen onderzoek betrokken zijn.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DTV. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.88  3x  sold
  • (0)
  Add to cart