Deze samenvatting is gemaakt ter voorbereiding voor de landelijke toets van de opleiding Intensive Care Neonatologie in januari 2022.
De theorie is afkomstig uit de volgende boeken:
- Leerboek Intensive Care Verpleegkunde Neonatologie
- Leerboek Intensive Care Verpleegkunde Kinderen
- Praktis...
, 1. Respiratoir systeem
De mens heeft een aerobe stofwisseling, zonder zuurstof kan er niet voldoende energie geproduceerd worden
om te kunnen overleven. Bij de energieproductie komt kooldioxide vrij, dat schadelijk is. Met een te hoge
kooldioxideconcentratie kan je niet overleven. Dit betekent dat gasuitwisseling noodzakelijk is.
Verschillen kind - volwassene
- Hoofd relatief groot bij kind;
- Onderkaak is klein en tong is groot. Meer risico op ontstaan bovenste luchtwegobstructie;
- Strottenhoofd (larynx) is hoger en meer naar voren gelegen;
- Epiglottis is relatief groot, slap en u-vormig, stembanden moeilijk zichtbaar hierdoor;
- Luchtpijp is trechtervormig, zacht, kort en gemakkelijker in te drukken in borstkas die klein is t.o.v. de buik;
- Luchtwegdiameter is veel kleiner, waardoor meer weerstand;
- Na 8 jaar neemt alleen de grootte alveoli en luchtwegen verder toe;
- Kinderen: onvoldoende i-spiervezels in ademhalingsspieren, toename in arbeid bij kinderen dus sneller
vermoeid van ademhalingsspieren (weinig spierkracht);
- Thoraxwand makkelijker compliant waardoor ademhaling minder efficiënt;
- Ribben horizontaler en diafragma platter;
- Relatief grote dode ruimte ventilatie;
- Rustverbranding van kinderen hoger, meer O2 verbruik (daarom hogere ademhaling);
- Neus ademhalers;
- Hoge ademhalingsfrequentie, kleine teugvolumes.
1.1. Anatomie
Het ademhalingssysteem bestaat uit 4 onderdelen:
- de thorax en de longzakjes (pleurae) - de luchtwegen
- de longblaasjes (alveoli) - ondersteunend weefsel of interstitium.
De thorax en pleurae
De thorax wordt gevormd door de wervelkolom met daaraan de ribben, het borstbeen (sternum) en alle spieren
die deze met elkaar verbinden. De thorax is een afgesloten ruimte met daarin het hart, de longen en het
mediastinum. In het mediastinum liggen de grote vaten, zenuwen, slokdarm en de thymus. De top van de long
heet apex en deze loopt tot boven de eerste rib. Aan de onderkant wordt de thorax gevormd door het middenrif
(diafragma). Als het diafragma tijdens de inademing aanspant, verplaatst de diafragmakoepel naar beneden en
vergroot de thoraxholte.
Om de longen ligt een vlies, de pleura visceralis die overgaat in de binnenbekleding van de thorax, de pleura
parietalis. De ruimte tussen deze 2 pleurabladen is de pleuraholte. Hierin heerst een vacuüm zodat ze tegen
elkaar aanliggen met een minimale hoeveelheid vloeistof ertussen. Hierdoor worden de longen gefixeerd aan
het omliggend weefsel. Doordat ze gefixeerd zijn volgen de longen de volumeveranderingen van de thorax,
resulterend in inademing en uitademing.
Tussen de ribben liggen de intercostale spieren. Er zijn hiervan 2 lagen met een tegengesteld beloop, de
externe en interne intercostale spieren. Aanspannen van de externe spierlaag leidt tot vergroting van de
thorax, aanspannen van de interne spierlaag tot verkleining. Wanneer de thorax uitzet ten gevolge van de
werking van de ademhalingsspieren en de aanspanning van het diafragma, zullen de longen in volume uitzetten
en wordt lucht naar binnen gezogen. Bij ontspanning van de ademhalingsspieren en het diafragma neemt het
thoraxvolume weer af en wordt lucht naar buiten geblazen. De uitademing gebeurt passief door de elasticiteit
van de thorax. Bij dyspneu wordt gebruik gemaakt van hulpademhalingsspieren. Voor de inademing zijn dit
nekspieren, zoals de musculus sternocleidomastoideus en scalenusspieren. Voor de uitademing zijn dit de
buikspieren.
Bij pasgeborenen is het thoraxskelet en de thoraxwand nog niet stevig. In rust leidt dit tot een relatief lager
longvolume waardoor meer kracht nodig is om een ademteug aan te zuigen. Bij enige toegenomen ademarbeid
heeft de thorax de neiging om naar binnen te worden gezogen, met name bij het borstbeen (sternale
intrekkingen), tussen de ribben (intercostaal) en onder de ribbenkast (subcostaal). Verder hebben
pasgeborenen een kleinere spiermassa en een verminderde ademkracht, wat bij prematuren nog minder is.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larissarv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.86. You're not tied to anything after your purchase.