Medisch Beeldvormende En Radiotherapeutische Technieken
Medische Vakken
All documents for this subject (38)
1
review
By: lynasoua • 2 year ago
Seller
Follow
Simonekhalil
Reviews received
Content preview
Kennis MBRT-TECH-MV
- 5 studiepunten
- Meerkeuze toets
- Basiskennis (feiten, begrippen, procedures, inzicht) (RT, RD, MRI, echo,
NG - incl. TECH en MV)
- Trefwoordenlijst
- Let op: het geleerde uit voorgaande periodes wordt bekend geacht.
Leerdoelen MV;
Celbiologie
1. Benoemen en herkennen van eiwitsynthese in de cel
2. Benoemen en herkennen van celdeling (mitose en meiose)
Histologie
3. Benoemen welke hoofdcategorieën weefsels er worden
onderscheiden.
4. Benoemen welke soorten dek- en steunweefsels er bestaan. Ook kan
de bouw en functie ervan kan beschreven worden
Osteologie
5. Benoemen welke botten er worden onderscheiden a.d.h.v. de vorm
van de botten
6. Benoemen welke onderdelen worden onderscheiden bij de lange
botten
7. De bouw van botweefsel en het proces van verbening op
weefselniveau beschrijven,
Fractuurleer
8. Beschrijven van het proces van fractuurgenezing
9. Benoemen van de meest voorkomende fracturen en daarvan de
etiologie, symptomatologie, onderzoeksmethoden, therapie,
complicaties en prognose
Syndesmologie
10. Benoemen van verschillende botverbindingen er worden
onderscheiden
11. Beschrijven de globale bouw van een synoviaal gewricht
12. Benoemen en herkennen van de gewrichten en ligamenten van de
onderste extremiteit
Oncologie
13. Uit de naam van een tumor het weefsel waaruit de tumor is ontstaan
én de aard van de tumor kunnen afleiden, het pathofysiologisch
proces beschrijven en factoren noemen die een rol spelen in het
ontstaan van kanker, alsmede vanuit de ligging van een metastase de
meest waarschijnlijke ligging van de primaire tumor kunnen afleiden
Anatomie onderste extremiteiten
14. Benoemen en herkennen van de botten van de onderste extremiteiten
,Les vMV 02-001
Celbiologie
Na dit college is de student in staat om
1. Belangrijke organellen die functie hebben in de eiwitsynthese
benoemen en herkennen.
2. De eiwitsynthese te beschrijven.
3. Het proces van celdeling (mitose en meiose) te herkennen en
beschrijven.
De cel is de kleinste functionele levende eenheid van de mens.
1. Bouw van een cel
a. Celmembraan (vet laag)
b. Cytoplasma (celvocht)
c. Celorganellen (cel orgaantjes)
d. Celkern
2. Eiwitsynthese
3. Celdeling
Celmembraan opbouw;
Opgebouwd uit een dubbele
lipide laag. Die laag bestaat weer
uit een hydrofiel en hydrofoob
deel. Een lipide bestaat uit een
polaire kop (hydrofiel) en een
apolaire (hydrofoob) staart. De
functie ervan is dat het een soort
beschermlaag is en daarom
sommige stoffen wel en sommigen
stoffen niet automatisch de cel in of uit
kunnen gaan.
Celmembraan transport;
Kleine ongeladen moleculen (dus zonder +
of-) kunnen oplossen in de vetlaag en zo in
en uit de cel funderen. Zoals water en
koolstofdioxide.
Grote moleculen die in vet oplosbaar zijn
kunnen ook door de celmembraan
funderen.
,Grote moleculen die niet in vet
oplosbaar zijn en kunnen niet zomaar de
cel in of uit, zoals glucose.
Geladen ionen kunnen ook niet
oplossen in vet en daarom niet zomaar
de cel in of uit, zoals kalium, natrium en
waterstofion.
Een andere manier voor stoffen om door
het celmembraan te transporteren is
door middel van endocytose. Het is een
proces waarbij de cel de stoffen
opneemt die door het celmembraan worden
ingesloten. Je hebt 2 soorten endocytose:
fago- en pinocytose.
Fagocytose is de opname van vaste
voedseldeeltjes.
Pinocytose is de opname van vloeibare
deeltjes/ blaasjes.
Andersom kan dat natuurlijk ook en dat noem
je dan exocytose. Exocytose is het proces
waarbij een cel de stoffen afgeeft aan of afscheidt
naar de celmembraan of het extracellulaire milieu.
Soorten organellen;
Het endoplasmatisch reticulum (ER); is een netwerk
(reticulum) van membranen dat gelegen is in het
cytoplasma van een eukaryote cel (organismen
waarvan iedere cel een celkern bevat). Het bestaat
uit twee dicht tegen elkaar liggende membranen
waartussen holten en kanalen worden gevormd.
Ruw ER; Het is ruw omdat er ribosomen (eiwitfabriek) aan
de zijkant zitten.
Het ruw ER is betrokken bij eiwitsynthese.
Glad ER; Het glad ER is betrokken bij de bouw van
onderdelen van het celmembraan.
De ribosomen; zijn bolvormige structuren in cellen, die
zorgen voor de productie van eiwitten in cellen. Op
basis van genetische messenger RNA-code worden
eiwitmoleculen gemaakt. Je kan ze op 2 plekken in de
cel vinden: vrij in het cytoplasma en gebonden aan het
ER.
Het golgi-apparaat; is een organel dat bestaat uit een
netwerk van membranen waaruit door afsnoering
blaasjes kunnen ontstaan. Eiwitten in blaasjes die
, afkomstig zijn uit het ER worden verder
ontwikkeld in het golgi-apparaat. Ook
worden er glycoproteïnen gevormd die als
hormonen, enzymen, etc. kunnen
functioneren. Tot slot kan het golgie-
apparaat blaasjes (lysosomen vormen,
lysis=oplossen) voor transport de cel uit.
Lysosomen bevatten producten die
opgenomen stoffen kunnen verteren, zoals
voedsel en kapotte organellen.
De mitochondriën; is het energiefabfriek
van de cel. Ze hebben voedingsmoleculen
nodig om deze om te zetten in energie (ATP). De
belangrijkste voedingsstoffen hiervoor zijn
koolhydraten en vetten. Ze hebben een eigen DNA-
afkomstig van de moeder. In het mitochondrium
bevindt zich de citroenzuurcyclus plaats.
Glucose + zuurstuf → koolzuurgas + water + energie
(C6H12O6 + 6O2 → 6CO2 + 6H2O + ATP)
De centriolen; zijn organellen zonder membraan dat
voorkomt in alle dierlijke cellen, altijd twee per
centrosoom. Hierbij staat het ene centriool
loodrecht op het tweede. Ook heeft het veel
belang bij de celdeling, het uit elkaar halen van
chromosomen.
Het celskelet/ cytoskelet;
bestaat uit actine filamenten
(kunnen samentrekken zodat
de cel kan vervormen),
intermediate filamenten en
microtubuli (stevigheid)
De celkern; is het door een
membraan omsloten deel
van een cel waarin het genetisch materiaal (DNA) is opgeslagen. Het bestaat
uit de nucleolus (kernlichaam (bevat RNA)), chromatide (bevat DNA) en
kernmembraan (bevat poriën waardoor boodschappen naar binnen en
buiten kunnen. De celkern is dus cruciaal voor de eiwitproductie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Simonekhalil. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.64. You're not tied to anything after your purchase.