Ontwikkeling atoommodel loopt parallel aan ontwikkeling meetapparatuur -> steeds
kleinere deeltjes werden meetbaar: stoffen -> moleculen -> atomen -> protonen,
elektronen, neutronen.
Volgens atoommodel bestaat een atoom uit positief geladen atoomkern met in
elektronenschillen (; vaste banen (K, L en M) waarin de elektronen zich bevinden)
daaromheen bewegende, negatief geladen elektronen. In elke schil past een specifiek
aantal elektronen: van binnen naar buiten telkens meer.
- Atoomkern: positief geladen protonen, daartussen ongeladen neutronen (verbindt
de protonen, die elkaar normaal gesproken afstoten, met elkaar). Neutron;
ongeladen -> evenveel elektronen als protonen. Heeft een positieve lading, even
groot, maar tegengesteld aan de negatieve lading elektron. Massa neutron = massa
proton. Massa elektron verwaarloosbaar in vergelijking met massa proton/neutron.
Worden allemaal uitgedrukt in de atomaire massa-eenheid, u (unit) -> 1,00 u = 1,66
x 10–27 kg.
Tussen atoomkern/elektronen zit lege ruimte. Grootte atoom wordt bepaald door de
elektronenwolk.
, Aantal protonen in atoomkern aangegeven met atoomnummer, elk atoomsoort (element)
heeft een eigen. Aantal protonen in atoomkern bepaalt dus tot welk element het atoom
behoort. Atoomnummer IJzer = 26 -> elk Fe-atoom 26 protonen, dus ook 26 elektronen,
want aantal protonen = elektronen.
Massagetal; som van aantal protonen & neutronen. Bij deze twee begrippen gelden:
- Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen.
- Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen.
Let op: atoomkern waterstofatoom bestaat slechts uit één proton.
Isotopen; atomen van hetzelfde element met een verschillend aantal neutronen ->
hetzelfde atoomnummer, maar verschillende massagetallen. Kan doordat aantal neutronen
in kern verschillend kan zijn. Dit geef je aan door achter het atoomsymbool het massagetal
te noteren: koolstofatoom met massagetal 12 -> C- 12 = koolstof-twaalf. Wetenschappelijk
schrijf je het massagetal (linksboven), atoomnummer (linksonder) voor het
elementsymbool:
Hoeveelheid elektronen bepaalt chemisch gedrag atoom, dus isotopen hebben dezelfde
chemische eigenschappen.
Periodiek systeem; elementen gerangschikt naar oplopende atoommassa icm hun
chemische eigenschappen. Atomen met dezelfde eigenschappen hebben evenveel
elektronen in de buitenste schil en staan in dit systeem onder elkaar. Van links naar rechts
wordt de volgorde bepaald door aantal protonen en neemt het atoomnummer steeds met 1
toe. De verticale kolommen = groepen/horizontale rijen = perioden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esms. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.