Aantekeningen ondernemersrecht
Personenvennootschappen
Week 1
Ondernemingsvormen art. 2:3
- Eenmanszaak
- Samenwerkingsovereenkomst VOF, maatschap, CV
- Rechtspersonen NV, BV, vereniging, stichting, coöperatieve vereniging,
onderlinge waarborgmaatschappij
LTD, GmbH zijn BV’s die naar buitenlandsrecht zijn opgericht. Die mogen in
Nederland gewoon handelen net zoals een BV die naar Nederlands recht is
opgericht.
Onderneming is een zelfstandig op winst gericht bedrijf of complex van
bedrijven.
Bijvoorbeeld: Shell NV heeft een behoorlijk aantal dochtermaatschappijen
(allemaal BV’s). Deze BV’s kunnen ook weer dochtermaatschappijen hebben.
Deze zijn kleindochtermaatschappijen van Shell BV. Iedere BV of NV zelf is een
bedrijf. Al deze bedrijven (alle BV’s samen) is een onderneming.
Bedrijf is het openlijk in een bepaalde kwaliteit optreden met het oogmerk om
winst te behalen. Het verschil tussen een bedrijf en beroep is dat een beroep de
beroepen zijn waarbij je bijzonder gekwalificeerd moet zijn (artsen, tandartsen,
orthodontist) en voor een bedrijf hoe je niet bijzonder gekwalificeerd voor te zijn.
Bijvoorbeeld: Tilly begint een taxibedrijf BV en zij is de enige aandeelhouder. Zij
heeft geen dochtermaatschappijen. Dit is een onderneming en een bedrijf.
Winst is een maatschappelijke werkkring waarvoor men de vereiste
bekwaamheid en/of bevoegdheid heeft verkregen.
Eenmanszaak is een natuurlijk persoon en heeft één eigenaar en is de enige
kapitaalverschaffer. Het is niet uitdrukkelijk in de wet geregeld:
- Geen onderscheid tussen privé en ondernemingsvermogen
Bijvoorbeeld: een kapperszaak koopt bij een groothandel twee kappersstoelen
van in totaal €3.000. De stoelen worden geleverd en er wordt betaald binnen 14
dagen, maar via de persoonlijke rekening omdat er niet voldoende geld op de
zakelijke rekening stond. Er is geen onderscheid in het privé en
ondernemingsvermogen, dus kan de leverancier haar persoonlijk en zakelijk
aanspreken.
- Moet ingeschreven worden in het handelsregister
- Is gebonden aan wettelijke voorschriften
Samenwerkingsovereenkomst art. 7a:1655 e.v.
- Voornamelijk aanvullend recht (je mag er van af wijken)
- Ondernemingsvermogen bestaat uit delen van private vermogens
(inbrengen)
- Deelnemers zijn aansprakelijk (als de firma failliet gaan, zijn de
deelnemers aansprakelijk)
Rechtspersonen is een zelfstandig drager van rechten en plichten en zijn wat
betreft het vermogensrecht gelijk aan natuurlijke personen art. 2:5:
- Handelen via organen
- Hebben een eigen vermogen
- Rechtspersoon is aansprakelijk, niet de deelnemers (tenzij erg verkeerd
gehandeld)
,Een rechtspersoon kan geen ondernemer zijn art. 7:659 (arbeid moet persoonlijk
verricht kunnen worden, dat kan een rechtspersoon niet!) daarvoor hebben ze
organen.
Vermogen en aansprakelijkheid van de rechtspersoon
De aandeelhouders zijn eigenaren van de rechtspersoon, want zij brengen het
eigen vermogen in. De aandeelhouder kan alleen zijn inbreng kwijtraken.
Bijvoorbeeld: een BV gaat failliet en heeft voor €2.000.000 aan schulden
overgebleven. De deelnemers zijn niet aansprakelijk. Hierdoor kom je veiliger te
zitten omdat het privévermogen buiten schot blijft.
Bijvoorbeeld: als een rechtspersoon stoelen heeft gekocht voor €15.000, wie kan
de leverancier dan met succes aanspreken tot betaling? De leverancier kan de
BV aanspreken en niet de aandeelhouders.
Maatschap art. 7a:1655
Als je met twee of meer personen een overeenkomst sluit waarbij je ieder iets
inbrengt en het voordeel met elkaar deelt. Een openbare maatschap is voor
beroepsuitoefening (openbaar: maatschap die onder een naam naar buiten toe
optreedt). Een stille maatschap is dat je niet naar buiten brengt dat je
samenwerkt, dit kan een beroep en bedrijf zijn. Geen vormvereisten: het is
gewoon een consensuele overeenkomst (hoeft niet schriftelijk). Hierbij ontbreekt
hetzij een gezamenlijk naam, hetzij een bedrijfsuitoefening of hetzij beiden.
Maatschap VOF art. 16 WvK
- Overeenkomst - Maatschap
- Inbreng - Bedrijf
- Voordeel verdeling - Gemeenschappelijke naam
Dierenartsenarrest: kliniek met meerdere dierenartsen. Eentje stapt eruit en eist
goodwill vergoeding. Hoge Raad oordeelt dat er sprake is van een maatschap.
Inbreng in de maatschap art. 7a:1662
Geld, goederen, genot van goederen en/of arbeid (ook octrooi) alles wat je op
geld kunt waarderen. Per persoon zijn ze vrij in de bepaling op welke wijze de
inbreng geschiedt:
- Juridisch eigendom (hoofdregel)
Bijvoorbeeld: alle maten zijn eigenaar en A brengt een pand in. A, B en C zijn
eigenaar. Na het einde van de maatschap krijgt A zijn inbreng terug, waardoor hij
weer eigenaar is. Het pand is ingebracht voor €300.000 maar is nu nog maar
€210.000 waard. A krijgt nu het pand terug, maar deze is minder waard. Als het
minder waard is geworden, moeten alle vennoten dit bedrag gezamenlijk
vergoeden.
- Economisch eigendom waarde vermindering / vermeerdering is voor de
gezamenlijke maten, alleen juridisch blijft inbrenger eigenaar, maar ze
delen we allemaal in de waarde vermeerdering / vermindering je
betaald hier wel overdrachtsbelasting.
- Genot de inbrenger blijft eigenaar van de inbreng en de waarde
vermindering / vermeerdering is alleen voor de inbrenger. B en C mogen
alleen het pand gebruiken voor de maatschap maar A blijft eigenaar je
betaald geen overdrachtsbelasting.
Gebonden mede-eigendom B en C zijn ook eigenaar. Waardevermeerdering /
vermindering van in eigendom ingebrachte goederen is voor de gezamenlijke
vennoten.
Vermogen
- Wel een afgescheiden vermogen
, - HR 2013 Roham: schuldeisers van de maatschap kunnen zowel de
gezamenlijke maten aanspreken (mogelijk verhaal op
maatschapsvermogen) als de individuele (rechts-)persoon die ten tijde van
het aangaan van de overeenkomst partij waren (mogelijk) verhaal op
privévermogen.
Voordeelverdeling art. 7a:1670, 7a:1671 en 7a:1672
Het uitgangspunt is dat de verdeling van de winst evenredig is aan hetgeen is
ingebracht. Er kunnen wel afspraken worden gebracht.
- Art. 7a:1670
Lid 1: hoofdregel
De verdeling van de winst vindt plaats naar evenredigheid van
inbreng in de
maatschap.
A €30.000 B €60.000 C €90.000
Winst is €300.000. Heb je niets geregeld in de akte, dan wordt dit
toegepast.
A €50.000 B €100.000 C €150.000
Lid 2
Iemand die alleen arbeid verricht, wordt met betrekking tot de
winstverdeling gelijk gesteld aan degene die het minst heeft
ingebracht.
A brengt arbeid in B €25.000 C €50.000
De winst is €300.000.
A €75.000 B €75.000 C €150.000
- Art. 7A:1671
Lid 1
Je mag niet de winstverdeling aan een of meer maten overlaten of
een derde. De accountant kan wel bepalen hoe groot de winst is,
maar de accountant mag niet de winst verdelen (verdeelsleutel). Wil
je een ander verdeelsleutel dan moet iedereen het er mee eens zijn
of je houdt de wet aan.
Lid 2
Heb je niet gehouden aan lid 1, dus je hebt de winstverdeling
bepaald of een derde dan geldt art. 7A:1670 lid 1
- Art. 7A:1672
Lid 1
Iedere vennoot moet delen in de winst, mits deze er is. Een vennoot
die niet deelt in de winst is geen vennoot maar een werknemer.
Lid 2
Wat wel mag is dat de verliezen door een iemand gedragen wordt.
Bestuur / vertegenwoordiging
Beheren zijn de dagelijkse werkzaamheden art. 7a:1673 tot en met 7a:1676 (niet
te eng zien) alles doen wat noodzakelijk is voor je beroepsuitoefening. Alle
maten zijn afzonderlijk bevoegd (ze hoeven geen toestemming te vragen aan de
andere), tenzij anders bepaald (dit moet dan worden opgenomen in het
handelsregister).
Bijvoorbeeld: een tandarts heeft een verdoving en hulpmiddelen nodig om een
goede tandarts te zijn dus dit is beheren.
Beschikken is alles wat verder gaat dan beheren art. 7a:1679 tot en met
7a:1681. Maten gezamenlijk bevoegd, individueel slechts met een volmacht art.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DrRay. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.