Samenvatting Ondernemingsrecht Semester 3.2
Hoofdstuk 3 De personenvennootschappen in het algemeen
3.1 Inleiding
Ondernemers die gezamenlijk een onderneming (beroep of bedrijf) willen uitoefenen, kunnen
gebruik maken van een personenvennootschap.
Er is sprake van een personenvennootschap als er aan drie criteria is voldaan:
- Een overeenkomst, gericht op samenwerking teneinde met ieders inbreng voor
gemeenschappelijke rekening voordeel te behalen voor alle vennoten.
3.2 Wettelijk kader
De wet onderscheidt drie soorten personenvennootschappen:
- De maatschap (art. 7A:1655-1699 BW);
- De vennootschap onder firma (vof); en
- De commanditaire vennootschap (cv) (art. 15-34 WvK).
De maatschap is de rechtsvorm voor de uitoefening van een beroep onder gemeenschappelijke
naam.
Een maatschap kan ook ‘stil’ zijn, dat wil zeggen, niet onder gemeenschappelijke naam naar buiten
treden.
De overeenkomst waarbij een personenvennootschap tot stand komt is vormvrij.
Dit draagt bij aan het flexibele karakter van de personenvennootschap maar heeft ook een keerzijde.
Het komt namelijk voor dat men een overeenkomst tot samenwerking sluit zonder dat men zich er
bewust van is dat deze de kenmerken vertonen van een vennootschapsovereenkomst.
De overeenkomst van vennootschap onderscheidt zich onder andere van de arbeidsovereenkomst
door het ontbreken van ondergeschiktheid tussen de vennoten.
3.3 De personenvennootschap als rechtsvorm
De overeenkomst van vennootschap roept de rechtsvorm in het leven. Wanneer natuurlijke
personen als vennoten optreden, ontstaat door de vennootschapsovereenkomst een organisatie van
mensen en productiemiddelen. Dit noemen we de onderneming indien ze gericht zijn op het
verwerven van duurzaam inkomen.
De samenwerkende rechtssubjecten (de vennoten) zijn te beschouwen als ondernemers die
gezamenlijk een onderneming in stand houden.
Werknemers behoren ook tot de onderneming. Zij beïnvloeden tevens de juridische organisatie van
de onderneming. Als er werknemers in dienst zijn, dan hebben de vennoten een overleg en
informatieplicht jegens de werknemers o.g.v. de Arbowet.
Beloopt het aantal werknemers het in de WOR (Wet op ondernemingsraden) genoemde minimum,
dan is deze wet van toepassing.
Indien het aantal werknemers verder stijgt kan de verplichting ontstaan een or in te stellen.
Als een or is ingesteld dient daaraan bepaalde financiële informatie verstrekt te worden.
De personenvennootschap heeft als regel geen publicatieplicht t.a.v. de balans en de W&V rekening.
, Hoofdstuk 4 De maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap
4.1 Het vermogen van de personenvennootschap
Elke vennoot is tot enige inbreng gehouden (art. 7A:1665 BW), inbreng kan zijn (art. 7A:1662 BW):
- Vermogensbestanddelen;
- Genot van bepaalde vermogensbestanddelen;
- Inbreng van arbeid.
Door inbreng ontstaat mede-eigenschap. De door de inbreng en samenwerking verworven
subjectieve vermogensrechten vormen de vennootschappelijke gemeenschap.
Iedere vennoot heeft een aandeel in die goederenrechtelijke gemeenschap maar hij kan daarover
niet beschikken hoewel dat aandeel tot zijn private vermogen behoort.
Wanneer iemand uittreedt en wordt opgevolgd dan kan hij beschikken over zijn aandeel door dit
over te dragen aan zijn opvolger.
Het ingebrachte aandeel kan ook niet tot een andere gemeenschap behoren, ook niet de
gemeenschap die ontstaat door huwelijk of geregistreerd partnerschap.
Kenmerkend voor de vennootschappelijke gemeenschap is dat schuldeisers verhaal kunnen zoeken
op de tot de gemeenschap behorende goederen. Privécrediteuren van de vennoten kunnen dat niet.
Zij hebben slechts verhaal op het private vermogen van de desbetreffende vennoot.
Het daartoe behorende aandeel in de gemeenschap kunnen zij echter niet uitwinnen.
Vandaar dat een vennootschappelijke gemeenschap ook wel wordt getypeerd als een ‘afgescheiden
vermogen’.
Aan het aandeel van een vennoot zijn geldelijke aanspraken verbonden (bijv. recht op uitkering
winstdeel of uittreding vennoot). Die aanspraken worden meestal nader bepaald door de
overeenkomst van vennootschap. Hierin komen bepaling voor op welke wijze het vermogen moet
worden gewaardeerd, en aanspraken over de deelgerechtigdheid.
Het aandeel van de vennoot die slechts arbeid inbrengt is bij gebrek aan andersluidende afspraken
gelijk aan het deel van de vennoot die het minst aan vermogensbestanddelen heeft ingebracht (art.
7A:1670 BW).
De aanspraken die aan het aandeel van een vennoot zijn verbonden, vertegenwoordigen een zekere
waarde en worden samen aangeduid als economische deelgerechtigdheid.
Anders dan het goederenrechtelijke aandeel valt de economische deelgerechtigdheid wel in de
gemeenschap die door huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstaat. Bij ontbinding hiervan of
overlijden zal de waarde van de economische deelgerechtigdheid moeten worden verrekend.
4.2 Bestuur van de personenvennootschap
Elk van de vennoten is bevoegd om voor rekening van de personenvennootschap alle
rechtshandelingen te verrichten die tot de normale werkzaamheden behoren, tenzij anders is
afgesproken (art. 7A:1676 BW).
Wat als een normale rechtshandeling kan worden beschouwd is afhankelijk van het doel van de
personenvennootschap.
Voor rechtshandelingen buiten het kader van de normale werkzaamheden geldt het uitgangspunt
dat een besturend vennoot slechts bevoegd is na instemming van de andere vennoten.
Een besturend vennoot moet zijn taak behoorlijk uitvoeren en moet ten minste eenmaal per jaar
rekening en verantwoording afleggen aan de andere vennoten. Gebeurt dit niet dan zijn de andere
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DrRay. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.