100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting scheikunde zuur-base reacties en lewisstructuren $5.82
Add to cart

Summary

Samenvatting scheikunde zuur-base reacties en lewisstructuren

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

In deze samenvatting behandel ik de hoofdstukken over zuur-base reacties en lewisstructuren. In het document staat een samenvatting en rekenvoorbeelden.

Preview 2 out of 6  pages

  • January 15, 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Scheikunde samenvatting 5.1
2 november 13:35
Hoofdstuk 7:
PH-waarde berekenen
POH-waarde berekenen
Sterke zuren en basen
Zwakke zuren en basen
Zuur-base reactie

Aantekeningen:
pH berekenen: -log[zuur] of zuur = 10-PH
pOH berekenen: -log[base] of base = 10-POH
pOH + pH = 14,00 wanneer T = 298 K
Significantie van pH is anders: aantal cijfers [stof] = aantal cijfers achter komma pH.
Een zuur kan een H+ afstaan in water en een base neemt een H+ op. Tabel 49, hoe hoger in de tabel hoe
sterker het zuur. Hoe lager in de tabel hoe sterker de base.

Opgaven:
0,25 gram NaOH (s) wordt opgelost in water tot een volume van 0,500 L. Bereken de pH van deze
oplossing.
1. Kijk of het een goed oplosbaar zout is.
2. Maak een reactievergelijking.
3. NaOH (s) à Na+ (aq) + OH- (aq)
4. Zoek de molariteit van de stof op in BiNaS tabel 98.
5. NaOH = 39,997 g/mol
6. Bereken mol
7. 0,25/39,997 = 6,25 x 10-3 mol/0,500 L = 1,3 x 10-2 mol/L
8. Is het een zuur of base?
9. pOH = -log[1,3x10-2] = 1,90
10. 14,00 – 1,90 = 12,10

Hoe werkt de significantie precies?
Concentratie van H3O+ is 0,100M (3 significante cijfers) zorgt voor 3 decimalen van pH.
Bij een aftreksom gelden de standaardregels: afronden op kleinste decimalen. Beide getallen in de
eindstap hebben zelfde aantal decimalen dus eindigt het eindantwoord ook op 2 decimalen. Conclusie is
dat bij + en - het kleinste aantal decimalen en bij x of : is het kleinste aantal significante cijfers.

Samenvatting:
Bij pH < 7 gebruik je in berekeningen [H3O+] en bij pH > 7 gebruik je [OH-].
Een zuur-base-indicator heeft bij verschillende pH-waarden een andere kleur. De rest staat hierboven
verwerkt.

Opstellen zuur-basereactie:
1. Deeltjesinventarisatie, welke deeltjes zijn aanwezig.
2. Zoek het sterkste zuur en de sterkste base.
3. Reactievergelijking opstellen, hiervoor moet je rekening houden met:
Aflopende reacties, gebeurt bij sterke zuren en basen.
Evenwichtsreacties, beide zuren en basen zijn zwak. Je kunt evenwicht weten door Kb op te zoeken
van de stoffen.
Overmaat van beginstoffen, er kan een nieuwe reactie ontstaan nadat de eerste is geweest.
Meerwaardige zuren en basen, meerdere H+ ionen opnemen en afstaan.
Instabiele zuren, kunnen uiteenvallen in andere deeltjes.

, Vragen die ik toch niet snap:
Wat moet je berekenen met pH>7 etc.
Wanneer splitsen reacties in ionen?
Wat maakt het goed of slecht oplosbaar uit?
Wat is nou het verschil tussen een sterk en zwak zuur?
Wat is nou het verschil tussen een sterke en zwakke base?
Wat moet ik met al deze dingen doen, want voor mij lijkt het gewoon hetzelfde als ik ze in een
reactievergelijking zet.

Hoofdstuk 8:
Lewisstructuren
Formele lading
Mesomerie
Optisch actief
Asymmetrisch C-atoom
Geometrie
Spiegelbeeld

Aantekeningen:
Lewisstructuren teken je met 5 regels:
1. Elektronenconfiguratie
2. Octetregel
3. Covalentie
4. Formele lading
5. Omringingsgetal


Hoe weet je alles en waar kan je het vinden?
1. BiNaS tabel 99.
2. Kijk of het molecuul 8 elektronen in de buitenste schil heeft.
3. BiNaS tabel 99, hoeveel plekjes tot edelgas?
4. Aantal elektronen op een atoom dat afwijkt van het aantal valentie-elektronen van dat atoom. Stel
je hebt een O’tje met 7 elektronen terwijl hij er natuurlijk maar 6 hoort te hebben doe je 6-7 = -1
als formele lading.
5. Hoeveel buurtjes heeft het atoom, dit bepaald hoe het wordt getekend: lineair, triangel, etc.

Mesomere grensstructuren hebben verschillende mogelijkheden als lewisstructuren. De stabielste
structuur is degene met de kleinste formele lading.

Verschil structuurisomerie en stereo-isomerie: structuurisomeren zijn stoffen met dezelfde
molecuulformule, maar een andere structuurformule. Stereo-isomeren zijn isomeren met dezelfde
molecuulformule en dezelfde volgorde waarmee de atomen aan elkaar zitten, maar verschillende
ruimtelijke rangschikking van de atomen. Cis-trans-isomerie is hier een goed voorbeeld van. Atomen zitten
bij cis naast elkaar en bij trans tegenover elkaar.

Molecuul met diepte tekenen: dikke lijnen steken het papier uit. De streepjeslijnen
zijn naar achteren.

Spiegelbeeldisomerie: het spiegelbeeld van een molecuul. Je kan er horizontaal of
verticaal een spiegel tussen zetten. Alleen sprake van als er een asymmetrisch C-atoom aanwezig is.
Een C-atoom met vier verschillende groepen om zich heen noemen we een asymmetrisch C-atoom.
Wanneer een molecuul 1 zo’n C-atoom heeft, bestaan altijd twee spiegelbeeldisomeren. Dus, n is

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisaKamping. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55534 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.82
  • (0)
Add to cart
Added