Hoofdstukken + alle leerdoelen voor tt 1.2
January 15, 2022
55
2021/2022
Summary
Subjects
zenuwstelsel
geneesmiddelen
alzheimer
delier
parkinson
skelet
botstofwisseling
contractie spier
reuma
hernia
osteoporose
fractuur
gewrichten
voedingsstoffen
enzymatische afbraak
spijsverteringsstelsel
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Verpleegkunde
Medische Kennis
All documents for this subject (117)
Seller
Follow
maartjedaamen
Content preview
Week 1
ken je de algemene functies van het zenuwstelsel
ervoor zorgen dat organen in hun werking goed op elkaar afgestemd zijn zodra het lichaam in
actie komt (bijvoorbeeld fietsen, praten);
regulatie en coördinatie van de werking van de vegetatieve stelsels (bijvoorbeeld
spijsvertering, ademhaling);
het bewust kunnen reageren op wat er om je heen gebeurt, door verwerking van de
waarnemingen (bijvoorbeeld hard wegrennen bij gevaar);
coördinatie van de psychische functies (bijvoorbeeld herinneren, je kunnen beheersen,
fantaseren).
weet je het onderscheid tussen het animale en het vegetatieve zenuwstelsel
Het vegetatieve zenuwstelsel:
verzorgt de integratie van de vegetatieve stelsels;
werkt autonoom (onwillekeurig), buiten de wil om;
bestaat uit twee delen met een antagonistische werking: het sympathische zenuwstelsel
(actief bij actie van het lichaam) en het para-sympathische zenuwstelsel (actief bij rust van
het lichaam).
Het animale zenuwstelsel:
verzorgt de integratie tussen lichaam en omgeving door middel van communicatie en gedrag;
werkt willekeurig, onder invloed van de wil.
begrijp je de algemene werking van het zenuwstelsel
De werking van het zenuwstelsel gebeurt in drie stappen:
sensorische input: het centrale zenuwstelsel ontvangt impulsen van sensoren die prikkels
hebben waargenomen en ze vervolgens omgezet hebben in impulsen;
verwerking: de sensorische input wordt naar een specifiek deel van de hersenen gestuurd en
daar beoordeeld; de hersenen bepalen vervolgens of er op moet worden gereageerd;
motorische output: er gaan impulsen vanuit de hersenen naar de organen (effectoren =
spieren en klieren) die de eventuele reactie(s) moeten uitvoeren.
ken je de anatomische en fysiologische indeling van het zenuwstelsel
De anatomische indeling gebeurt op basis van de bouw en de ligging van het zenuwstelsel. We
onderscheiden het centrale zenuwstelsel (CZS) en het perifere zenuwstelsel (PZS).
Het centrale zenuwstelsel:
ligt binnen de beschermende botten van de schedel en de wervelkolom;
bestaat uit de hersenen (98% van zenuwstelsel) en het ruggenmerg.
,De delen van de hersenen zijn: grote hersenen, tussenhersenen, hersenstam en kleine hersenen.
Het perifere zenuwstelsel:
ligt grotendeels buiten de schedel en de wervelkolom;
verbindt het centraal zenuwstelsel met de organen;
bestaat uit de hersenzenuwen, de ruggenmergszenuwen, de grensstreng en de zenuwen van
het vegetatieve zenuwstelsel.
De fysiologische indeling gebeurt op basis van de functie van het zenuwstelsel. Drie aspecten hierbij
zijn: integratie, hiërarchie en richting van het signaal. We onderscheiden het vegetatieve
zenuwstelsel en het animale zenuwstelsel.
Integratie is het goed op elkaar afgestemd zijn van de organen en gebeurt zowel door het
vegetatieve zenuwstelsel als het animale zenuwstelsel.
Wat betreft functie is er een zekere mate van hiërarchie in het zenuwstelsel. De hersenen zijn de
‘baas’; zij regelen het bewustzijn en laten het lichaam al of niet reageren.
Op basis van de richting van het signaal (de impulsen) onderscheiden we:
afferente (aanvoerende) informatie, verloopt via sensibele zenuwbanen in de richting van de
grote hersenen;
efferente (afvoerende) informatie, verloopt via motorische zenuwbanen in de richting van de
periferie;
korte zenuwbanen, zijn niet efferent of afferent maar verzorgen schakelingen binnen het
CZS.
ken je de bouw en functie van de verschillende typen cellen van het zenuwweefsel
Zenuwweefsel bestaat uit twee soorten cellen: zenuwcellen en steuncellen.
Zenuwcellen
De zenuwcel (neuron) heeft een relatief groot cellichaam met veel dunne cytoplasmatische
celuitlopers, de zenuwvezels.
Er zijn twee typen zenuwvezels:
de axon, één − vaak lange − zenuwvezel die impulsen van het cellichaam af vervoert; heeft
een omhulling van myeline (myelineschede) die regelmatig onderbroken is (insnoeringen van
Ranvier);
de dendrieten, meerdere − meestal korte en sterk vertakte − zenuwvezels die impulsen naar
het cellichaam toe vervoeren.
De drie soorten zenuwcellen zijn:
sensibele zenuwcellen, vervoeren impulsen vanaf de sensoren naar het CZS (afferent);
schakelcellen (interneuronen), dragen impulsen over van de ene op de andere zenuwcel;
motorische zenuwcellen, vervoeren impulsen vanuit het CZS naar de periferie (efferent).
,Neuroglia
Steuncellen (neuroglia) verzorgen, ondersteunen en beschermen het zenuwweefsel en bestaan uit
vijf typen gliacellen: astrocyten, oligodendrocyten, microgliocyten, ependymcellen en schwanncellen.
Astrocyten:
komen alleen in het CZS voor;
zijn ongeveer even groot als zenuwcellen;
vormen met celuitlopers verbindingen tussen bloedcapillairen en de zenuwcel;
zorgen via deze celuitlopers voor uitwisseling van voedingsstoffen en afvalstoffen;
fagocyteren dode en beschadigde zenuwcellen;
fungeren mogelijk als stamcellen voor nieuwe zenuwcellen.
Oligodendrocyten:
komen alleen in het CZS voor;
zijn relatief klein;
vormen met ongeveer 50 uitlopers evenzoveel myelineschedes rondom nabijgelegen axonen
(myeline is een witgekleurde, vettige stof);
beschermen hiermee de axonen.
Microgliocyten:
komen alleen in het CZS voor;
zijn erg klein;
kunnen zich door het zenuwweefsel bewegen;
ruimen beschadigde cellen, lichaamsvreemde stoffen en micro-organismen op.
Ependymcellen:
komen alleen in het CZS voor;
vormen de bekleding van de hersenholtes;
zijn epitheelachtige cellen met trilharen;
produceren hersenvocht;
spelen een rol bij de circulatie van hersenvocht.
Schwanncellen:
komen alleen in het PZS voor;
vormen myelineschedes rondom axonen;
hebben een verzorgende en beschermende functie;
spelen een rol bij de impulsgeleiding.
Witte en grijze stof
Witte stof bestaat uit bundels axonen met een myelineschede en is functioneel de geleidingsweg
waarlangs impulsgeleiding plaatsvindt. De zenuwen in het PZS en de banen (tractus) in het CZS
bestaan uit witte stof.
,Grijze stof bestaat uit zenuwcellichamen en dendrieten. Grote delen van het CZS, zenuwknopen
(ganglia) en kernen (nuclei) bestaan uit grijze stof.
weet je hoe prikkels in impulsen worden omgezet &
heb je inzicht in impulsopwekking en impulsgeleiding
Membraanpotentiaal, impulsopwekking en impulsoverdracht
Lichaamscellen vertonen een membraanpotentiaal. Dat is een elektrisch spanningsverschil tussen de
buiten- en binnenkant van de celmembraan, doordat de binnenkant van de cel negatief geladen is
ten opzichte van de buitenkant.
Zenuwcellen in rust hebben een membraanpotentiaal van −70 millivolt (mV); dit is de rustpotentiaal,
gehandhaafd door de enzymatische kalium/natrium-pomp en doordat de celmembraan selectief
geladen deeltjes doorlaat.
Zenuwcellen zijn gevoelig voor prikkels. Een prikkel veroorzaakt een actiepotentiaal: de
rustpotentiaal verandert in een fractie van een seconde van −70 mV naar + 30 mV. Hierdoor ontstaat
een stroomstootje; dat is de impuls.
De impuls wekt een nieuwe actiepotentiaal in het volgende stukje celmembraan op. De verplaatsing
van de actiepotentiaal over de celmembraan wordt impulsgeleiding genoemd.
weet je hoe impulsoverdracht plaatsvindt
De taak van een zenuwcel is het vervoeren en overdragen van impulsen op andere cellen; dat
kunnen zenuw-, spier- of kliercellen zijn. De impulsoverdracht gebeurt via de synaps.
De delen van de synaps zijn:
cytoplasma van de presynaptische axon met veel synapsblaasjes waarin zich een
neurotransmitter (boodschapperstof) bevindt;
presynaptische membraan van de axon;
synapsspleet tussen beide cellen, waar de neurotransmitter wordt uitgestort;
postsynaptische membraan van de ontvangende cel met receptoren voor de
neurotransmitter.
Exciterende neurotransmitters veroorzaken bij de ontvangende cel een actiepotentiaal: de impuls
wordt voortgeleid (in geval van zenuwcel) of de doelwitcel (klier- of spiercel) wordt in zijn activiteit
gestimuleerd.
Inhiberende neurotransmitters verhinderen het ontstaan van een actiepotentiaal bij de ontvangende
cel: de impuls wordt niet meer voortgeleid (in geval van een zenuwcel) of de doelwitcel (klier- of
spiercel) wordt geremd in zijn activiteit.
ken je de bouw en functies van de delen van het centrale zenuwstelsel
Grote hersenen
, Anatomie: De grote hersenen (cerebrum) bestaan uit twee hemisferen, met daartussen een diepe
spleet, de fissura longitudinalis. De delen van een hemisfeer zijn: voorhoofdskwab (lobus frontalis,
frontale kwab), wandbeenkwab (lobus parietalis, pariëtale kwab), slaapbeenkwab (lobus temporalis,
temporale kwab) en achterhoofdskwab (lobus occipitalis, occipitale kwab). (blz 297)
Karakteristieke groeven (sulci) en windingen (gyri) van het hersenoppervlak zijn:
sulcus lateralis, horizontale groeve aan de zijkant, vormt de scheiding tussen slaapbeenkwab
enerzijds en de voorhoofds- en wandbeenkwab anderzijds;
sulcus centralis, verticale groeve vanaf de sulcus lateralis tot de fissura longitudinalis, vormt
de scheiding tussen slaapbeenkwab en wandbeenkwab;
gyrus precentralis, de winding vóór de sulcus centralis;
gyrus postcentralis, de winding achter de sulcus centralis.
Functioneel zijn de grote hersenen te verdelen in de medulla (merg) binnenin en cortex (schors) aan
de buitenkant.
Belangrijke banen van de medulla (witte stof) zijn:
associatiebanen, verbindingen binnen een hemisfeer, ze kruisen de mediaanlijn niet;
commissuren, verbindingen tussen de twee hemisferen, ze kruisen de mediaanlijn wel; de
grootste commissuur is de hersenbalk;
afferente banen, vervoeren sensorische informatie via de thalamus naar de gyrus
postcentralis;
efferente banen, vervoeren motorische informatie via het ruggenmerg naar de spieren; we
onderscheiden piramidebanen en extrapiramidale banen.
korte opstijgende en afdalende banen, tussen grote en kleine hersenen, en tussen grote
hersenen en hersenstam.
Overige structuren in de grote hersenen zijn:
zijventrikels, één in elke hemisfeer;
basale ganglia, maken deel uit van het piramidale systeem;
capsula interna, een breed uitwaaierende band van efferente en afferente banen.
Functie: De motorische schorsgebieden liggen vóór de gyrus precentralis. Ze zorgen voor de
willekeurige bewegingen. De primaire motorische schors ligt naast de gyrus precentralis en zet de
skeletspieren aan tot eenvoudige bewegingen. De secundaire motorische schors (premotorische
schors) ligt vóór de primaire motorische schors en regelt gecompliceerde bewegingen (zoals
pianospelen, schrijven). Hier ligt ook het brocacentrum (motorisch spraakcentrum); het stuurt de
spieren aan die bij spreken betrokken zijn. Het brocacentrum komt maar in één hemisfeer voor; bij
rechtshandigen is dat meestal de linkerhemisfeer.
De sensorische schorsgebieden liggen achter de sulcus centralis en onder de sulcus lateralis. In de
primaire sensorische schorsgebieden vindt gewaarwording van de zintuiglijke prikkels plaats.
Duidelijk afgegrensde gebieden zijn:
primaire sensorische schors, parallel aan de primaire motorische schors, ontvangt
sensorische informatie van de huidzintuigen (sensibiliteit) en de propriosensoren
(bewegingsgevoel);
smaakcortex, vlak boven de sulcus lateralis, ontvangt informatie uit de smaaksensoren;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maartjedaamen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.37. You're not tied to anything after your purchase.