Toegevoegde waarde = de waardestijging van producten/diensten die bedrijven inkopen.
Omzet – inkoopwaarde vd omzet
Met behulp van KANO wordt er waarde toegevoegd.
Toegevoegde waarde = productiewaarde = inkomen
1.2 Het primair inkomen
Door deel te nemen aan het productieproces verdien je
een primair inkomen. Het ontstaat door het beschikbaar
Primair inkomen stellen van schaarse productiefactoren.
- Inkomstenbelasting en sociale premies
+ Sociale uitkeringen en subsidies/toeslagen
= Secundair inkomen (= besteedbaar inkomen)
Sociale uitkeringen overdrachtsinkomens: er hoeft geen tegenprestatie geleverd te worden.
1.3 Het bruto binnenlands product
Bruto binnenlands product (bbp) = de productie van een land. toegev.w. van alle bedrijven optellen.
bbp = bbi, want toegevoegde waarde (kosten en winst) van bedrijven wordt uitgekeerd in de vorm
van primair inkomen (rente, huur, winst, pacht, loon)
Bruto binnenlands inkomen (bbi) = optelsom van alle primaire inkomens. (loon + pacht/huur + rente
+ winst + afschrijvingen)
Netto binnenlands product = bbp - afschrijvingen
Macro; economische gedrag van samengestelde economische eenheden landen.
Micro; economische gedrag van individuele economische eenheden producenten/consumenten.
1.4 Van nominaal naar reëel inkomen
NIC (nominaal inkomen indexcijfer)
Reëel inkomen indexcijfer (RIC) = × 100
PIC( prijsindexcijfer)
Reëel inkomen = de koopkracht van het inkomen.
1.5 Hoe meet je welvaart?
Welvaart = in welke mate mensen aan hun behoeften kunnen voorzien.
bbp per/inwoner = bbp per land : aant. inwoners
Vrijwilligerswerk + zwart werk = informele circuit/economie.
1.6 De categorie inkomensverdeling
Hoeveel van de productiewaarde (bbi) gaat naar de beloning van arbeid?
Loonquote (LQ) = loon : binnenlands inkomen x 100%
Arbeidsinkomensquote (AIQ) = (loon + toegerekend loon zelfstandigen) : binnenlands inkomen x 100%
Zegt iets over de verdeling van de productiewaarde over arbeid en kapitaal.
, Overige inkomensquote (OIQ) = 100% - AIQ
H2 De economische kringloop
2.1 De economische kringloop met alleen bedrijven en gezinnen
Bedrijven zorgen voor productie en daarmee toegevoegde waardes. De opbrengsten worden
verdeeld over de verschillende productiefactoren Voor deze productiefactoren vormen deze
ontvangsten het inkomen. Met dit inkomen wordt vervolgens bij andere bedrijven weer
ingekocht. Deze bedrijven verdelen de opbrengsten weer over de productiefactoren. Dit gaat in
principe ‘eeuwig’ door. Dit fenomeen noemen we de economische kringloop.
2.2 De kringloop met sparen en investeren
bbp W = netto binnenlands product
bbi Y = netto binnenlands inkomen W=Y
W=C+I C = Productie consumptiegoederen Netto
binnenlands
Y=C+S I = Investering kapitaalgoederen inkomen
C+S=C+I C = consumeren
S=I S = sparen
vervangingsinvesteringen; kapitaalgoederen worden vervangen, gefinancierd uit afschrijvingen.
uitbreidingsinvesterigen; nieuwe machines worden aangekocht om productie te vergroten. Bruto investeringen
voorraadinvesteringen; investeringen in vlottende activa bedoeld voor verkoop.
Netto investeringen
2.3 De kringloop met overheid en buitenland erbij - Personele overheidsconsumptie (Cop)
- Materiële overheidsconsumptie (Com)
Overheidsbestedingen (O) bestaan uit; - Overheidsinvesteringen (Io)
Cop ; betalingen aan personeel in overheidsdienst (leraren, politie, verplegers), waardoor gezinnen
onderwijs, veiligheid en zorg kunnen consumeren komen terecht bij gezinnen.
Com; uitgaven die het overheidsapparaat draaiende houden (computerpapier, verwarming,
meubilair) komen terecht bij bedrijven.
Io; investeringen in kapitaalgoederen (wegen, bruggen) komen terecht bij bedrijven.
O = Cop + Com + Io
Export (E) geldstroom het land in.
Buitenland koopt bij ons.
Import (M) geldstroom het land uit. Wij
kopen in het buitenland.
Y=C+B+S Consumptie, belastingen, sparen
Y=C+I+O+E–M
S = I + (O - B) + (E - M)
C = consumptie
I = investeringen
O = overheidsbestedingen
E = export
M = import
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veravdwijngaard. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.