1.2 Karakter Omzetbelasting
De Omzetbelasting is een indirecte verbruiksbelasting. De eindgebruiker wordt belast.
Voor de werkbaar- en controleerbaarheid is ervoor gekozen om de ondernemer als belastingplichtige
aan te wijzen. Om de OB te kunnen innen wordt dus van de ondernemer als tussenpersoon gebruik
gemaakt.
Alleen binnenlandse bestedingen worden door de heffing van omzetbelasting getroffen.
1.3 De Wet op de Omzetbelasting 1968
Met betrekking tot de heffing van omzetbelasting moeten de volgende vragen gesteld worden:
Wie?
De belastingplichtige is de ondernemer, in de zin van de omzetbelasting.
Het ondernemersbegrip staat in art. 7 lid 1 en 2 onder a Wet OB 1968.
Volgens dit artikel is een ondernemer: een ieder die zelfstandig een bedrijf uitoefent.
Ieder: Rechtspersoon is irrelevant.
- Natuurlijke personen;
- Rechtspersonen;
- Combinaties zonder rechtspersoonlijkheid.
Dus: Al diegenen die in het maatschappelijk leven een zelfstandig bestaan voeren.
Zelfstandig:
- Niet in dienstbetrekking (geen werknemer);
- Eén opdrachtgever is geen beperking;
- De organisatie is de ondernemer, niet de directeur (is in loondienst).
Bedrijf:
- Organisatie van kapitaal en arbeid;
- Duurzaam streven;
- Deelname aan het economisch verkeer;
- Bevredigen van maatschappelijke behoeften (er is vraag naar)
GEEN WINSTVEREISTE
Bedrijf is ook:
- Beroep (art. 7 lid 2 – a Wet OB 1968);
- Exploitatie van vermogensbestanddelen (art. 7 lid 2 – b Wet OB 1968).
Geen ondernemerschap:
, - Incidentele deelname aan het economisch ruilverkeer;
- Uitsluitend leveringen en diensten in besloten kring verrichten;
- Uitsluitend prestaties om niet verrichten;
- Niet als zodanig handelen.
Wat?
Na het vaststellen van ondernemerschap, moet worden vastgesteld welke prestatie wordt
verricht.
De omzetbelasting kent vier soorten prestaties die tot verschuldigdheid van OB leiden.
Dit zijn: leveringen, diensten, verwervingen en invoer (art. 1 Wet OB 1968).
De leveringen staan vermeld in art. 3 en art. 3a Wet OB.
In art. 3 lid 3 is een drietal fictieve leveringen gelijkgesteld met een levering onder
bezwarende titel:
1. Onttrekken van een goed uit zijn bedrijf voor andere dan bedrijfsdoeleinden;
2. Bestemmen voor bedrijfsdoeleinden van in het eigen bedrijf gemaakte goederen;
3. Het onder zich hebben van ondernemingsgoederen bij bedrijfsbeëindiging.
Art. 3 lid 8 Wet OB 1968: Geeft aan wanneer geen sprake is van het onttrekken van een goed
voor andere dan bedrijfsdoeleinden. Voorwaarde is dat het moet gaan om goederen van
geringe waarde, zoals het weggeven van monsters.
Art. 3 lid 1 – a: Hier wordt uitgegaan van het leveringsbegrip zoals we dat in het civiele recht
kennen, overdracht of overgang o.g.v. een overeenkomst.
Waar?
Na het vaststellen of er een levering of dienst is verricht door een ondernemer, moet men
zich vervolgens afvragen of die prestatie in Nederland heeft plaatsgevonden, anders komen
we niet aan heffing toe.
Levering vindt plaats waar het vervoer van de goederen aanvangt (art. 5 lid 1 – a Wet OB).
Worden de goederen niet vervoerd dan is de plaats van levering waar de overdracht van de
goederen plaatsvindt (art. 5 lid 1 – b wet OB).
Afwijkende regeling: Levering die valt onder art. 3 lid 1-f, geldt op grond van art. 5 lid 1-a een
afwijkende regeling, namelijk: niet de plaats waar het vervoer i.v.m. de levering aanvangt,
maar de plaats waar de goederen zich ten tijde van de levering bevinden.
Bij diensten moet er onderscheid gemaakt worden tussen b2b en b2c.
Hoofdregel bij b2b is dat de plaats van dienst is waar de afnemer van de dienst woont of is
gevestigd. (art. 6 Wet OB 1968)
Woont de afnemer van de dienst niet in NL, dan wordt de OB o.g.v. art. 12 lid 2 OB verlegd
naar de afnemer.
Uitzonderingen op de hoofdregel zijn:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DrRay. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.