Witte bloedcellen:
= van cruciaal belang voor de afweer tegen ziekteverwekkende micro-organismen (bacteriën,
virussen, …) en kunnen ook tegen lichaamsvreemde (dode) stoffen bescherming bieden.
RW WBC volwassenen: 4.000 – 11.000/µL
Myelopoiese:
= de ontwikkeling van myeloïde cellen (WBC)
Myelopoiese wordt verder onderverdeeld in:
- Granulopoiese
- Monocytopoiese
- Trombopoiese
- Erytropoiese
GRANULOCYTEN:
WBC kan men verdelen in 2 grote groepen:
- Fagocyten (granulocyten en monocyten)
- Immunocyten (lymfocyten)
• Vormen samen een belangrijk verdedigingssysteem tegen infecties, waarbij ze samenwerken
met 2 eiwitsystemen: complement en immuunglobulines
Uitrijping WBC:
1. Myeloblast
2. Promyelocyt
3. Myelocyt
4. Metamyelocyt
5. Staafkernige granulocyt
6. Segmentkernige granulocyt
De aspecifieke granules (azurofiel en peroxidase bevattend) nemen af in aantal en de specifieke
granules komen tot ontwikkeling
Neutrofiele granulocyten Korrels kleuren zowel met basische als zure kleurstoffen
Eosinofiele granulocyten Korrels kleuren met zure kleurstoffen
Basofiele granulocyten Korrels kleuren met basische kleurstoffen
NEUTROFIELE GRANULOCYTEN:
De neutrofielen vinden we terug in:
- Beenmerg
- Bloed
- Weefsels
Thv merg zal er proliferatie en maturatie plaatsvinden
Tem myelocyten is er mitose (celdeling), vervolgens komen de cellen terecht in grote beenmerg-
bewaarpool. Na 5d vrijgelaten in bloed.
,Groeifactoren:
CYTOKINES:
= EW of glycoproteïne, geproduceerd na immuunstimulus
• Invloed op en regeling van immuniteit, ontsteking en hematopoiese
• Productie door WBC, weefselmacrofagen
• Stimulatie van Hematopoietische cellen, endotheelcellen, fibroblasten
• Algemene benaming voor interactie tussen cellen.
SOORTEN CYTOKINES:
• Interleukine: IL-3
• γ-Interferon : antivirale actie
• α-TNF : induceert apoptosis, inflammatoir.
• Groeifactoren:
• gesecreteerd foor diverse cellen
• cerken op de celdeling
• CSF: (= Colony stimulating factor)
• glycoproteïnen
• G-CSF, GM-CSF,…
• Term meestal voorbehouden voor werking op hematopoietische cellen.
• Reguleren proliferatie, differentiatie en maturatie van de progenitors
G-CFS:
- Regulatie, proliferatie en maturatie van neutrofiele granulocytaire progenitors (bevorderen
chemotaxis, fagocytise, expressie van oppervlakte adhesiemoleculen)
- Wordt aangemaakt door verschillende celtypes
- Toepassingen:
o Chemotherapie
o Hematologische aandoeningen met neutropenie vb acute leukemie
ANTI-TNF:
= cytokine, voornamelijk geproduceerd door monocyten
→Kan darmontstekingen veroorzaken zoals IDB (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa, …)
Absoluut aantal neutrofielen :
Geeft belangrijke informatie over de weerstand van de patiënt tegen bacteriële, virale
en schimmelinfecties.
Absoluut aantal wordt berekend door :
𝑡𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑊𝐵𝐶 𝑝𝑒𝑟 µ𝐿 𝑋 𝑝𝑟𝑜𝑐𝑒𝑛𝑡𝑢𝑒𝑙𝑒 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑛𝑒𝑢𝑡𝑟𝑜𝑓𝑖𝑒𝑙𝑒𝑛
Vb : totaal aantal WBC : 1350/µL & %neutrofielen : 35%
➔ 1350 X 35% = 473/µL = absoluut aantal neutrofielen
, Kinetiek van de ganulocyten :
BEENMERG :
2 compartimenten : proliferatie (mitose) & maturatie (uitrijping)
In het merg is er een reserve van uitgerijpte neutrofielen die veel meer
neutrofielen bevat dan normaal in het bloed circuleren
BLOED :
Vanuit beenmerg migrern naar bloed op 2 manieren :
1. Marginale pool : niet-circulerende neutrofielen die adhereren aan endotheel van kleine
bloedvaten (50%)
2. Circulerende pool : vrije neutrofielen in bloed (50%)
Neutrofielen in marginale pool kunnen overgaan naar circulatie (vb stress-situaties) of rechtstreeks
naar de weefsels oiv membraangebonden adhesieproteïnen (selectines en integrines)
WEEFSELS :
Neutrofielen migreren normaal van bloed naar de weefsels (mond, longen, darmen,
lever en milt). Mogelijk gaan ze verloren via mucosa of worden ze gefagocyteerd.
Normale levensduur : 14 dagen
Functie van de neutrofielen :
CHEMOTAXIS :
= Gerichte migratie van cellen volgens de concentratiegradiënt van de
chemotactische molecule.
Toepassing : bij infecties of fysieke schade
Chemotactische factoren :
• Ontstaan bv. door interactie van patogene bacterie met plasma-
eiwitten. (Bv. Complement C5a e.a.)
• Er ontstaat gradiënt
• N migreren naar deze gradiënt
OPSONISATIE :
= bedekking van microörganismen met complement en antistoffen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmadw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.