Begrippenlijst literaire analyse (Literatuur en
diversiteit)
Het cijfer achter het begrip verwijst naar het college waarin het voor het
eerst is gebruikt.
Ab ovo (4): Vanaf het begin, chronologisch latijn: vanaf het ei
Ad fontes (10): (Latijn, letterlijk 'naar de bronnen') terug naar de bronnen.
Vaak gebruik als motto of parool, waarbij erop aangedrongen wordt
dat de oorspronkelijke werken gebruikt, bestudeerd, gelezen e.d.
worden.
Alinea (4): Een alinea is een stuk tekst van meerdere zinnen. Alinea’s
beginnen altijd op een nieuwe regel. In de basis heeft elke alinea
een nieuwe kerngedachte.
Allegorie (1): Een allegorie in de literatuur is een gedicht of verhaal dat in
zijn geheel symbool staat voor iets anders.
Alexandrijn (2): Alexandrijn = Een alexandrijn is een zesvoetige jambische
versregel, dus een versregel die uit zes jamben bestaat, met een
knikpunt na de derde.
Alliteratie (1): Ook stafrijm ('staf' betekent 'letter') of letterrijm genoemd,
is het herhaald gebruik van gelijke beginmedeklinkers in twee of
meer beklemtoonde lettergrepen of woorden
Allusie (6): Toespeling= zinspeling= stijlfiguur waarbij naar een algemeen
feit, bekend persoon, bekende gebeurtenis, bekende tekst wordt
verwezen a.d.h.v. woordspelingen, indirecte verwijzingen
Alter ego (3): Is een tweede persoonlijkheid waarmee een persoon zich
onderscheidt van zijn werkelijke identiteit
Alwetend perspectief (3): Verteller staat buiten en boven de tekst, is zelf
geen personage, en/of vertelt vanuit onbeperkt aantal personages
Alwetende verteller/vertelinstantie (3):
Ambigu/ ambiguïteit (2): Wat op verschillende manieren kan begrepen
worden=dubbelzinnig
Anafoor (4): Herhalen van steeds weer een of meerdere woorden aan het
begin van elkaar opvolgende zinnen of zinsdelen
Analyse (2): Een literaire analyse verwijst in feite naar een analyse van
een literair werk. Het probeert het werk van een auteur te
evalueren, analyseren en bekritiseren.
Animalisering (5): Stijlfiguur waarbij een niet levend iets wordt voorgesteld
als iets levend als deze voorstelling de mens betreft=
personificatie
Anakoloet (11): Een anakoloet is een zin die is opgebouwd uit twee (of
meer) tegenstrijdige zinspatronen. De zin die daardoor ontstaat, is
ongrammaticaal
Antimetrie (11): Antimetrie = Er is sprake van ` antimetrie ` wanneer in
een metrisch vers van de maat wordt afgeweken, waarbij een
bepaald effect optreedt
Apostrofe (3): Apostrofe is een stijlfiguur waarin een spreker rechtstreeks
iemand (of iets) aanspreekt die niet aanwezig is of niet kan reageren
in werkelijkheid.
, Jill Stevens
Associatie/ associëren (10): Een betrekking/ verband leggen tussen twee
begrippen
Assonantie (1): Rijmvorm waarbij klinkers of tweeklanken worden herhaald
(niet medeklinkers) uitspraak is belangrijk
Asyndetische vergelijking (5): Een metaforische vergelijking waarbij het te
vergelijken object en het beeld zonder enig verbindingswoord naast
elkaar staan.
Auteursportret (2): Portret van de auteur
Autobiografie (9): Een autobiografie is een zelfgeschreven levensverhaal
Met een autobiografie probeer je je eigen levensverhaal samen te
vatten in een boek.
Autobiografisch (9): Volgens regels van de autobiografie
Autobiografisch pakt (9): Afspraak met de lezer dat gebeurtenissen echt
zijn gebeurd en betrekking hebben de auteur als persoon
Autonoom (object) (2): Tekst op zichzelf beschouwen
Autorepresentatie (7): Beeldvorming zoals die door de kunstenaar in
kwestie zelf gecreëerd wordt
Beeld (5): Voorstelling van iets
Beeldspraak (1): Taalgebruik waarbij je iets beschrijft door het te
vergelijken met iets anders
Belevend ik (4): De ik-verteller waarbij alles NU gebeurt, op dit moment en
de lezer dus heel dicht bij het gebeuren betrokken raakt.
Bericht (11): Zie driehoek van Petersen
Betekenisproductie (5): Wanneer er extra betekenis geproduceerd wordt
Betogend (6): Een tekst waarbij een stellingname wordt ondersteund met
argumenten en de lezer wordt overtuigd het standpunt over te
nemen
Bewustzijnsrepresentatie (3): Weergave van taal en denken van
personages
Binnenrijm (3): Rijm binnen één versregel
Bron (6): Afkomst, herkomst, waar iets vandaan komt
Canon/ literaire canon (1): Een lijst boeken die door een bepaalde cultuur
als klassiek en cultureel belangrijk worden gezien
Censuur (8): Een beknotting van de vrijheid van meningsuiting
Chiasme (6): =kruisstelling: Stijlfiguur waarbij twee bij elkaar horende
zinnen of zinsdelen in woordvolgorde elkaars spiegelbeeld zijn
Citaat (6): Een letterlijke uitspraak van iemand die door iemand anders
aangehaald wordt
Close reading (2): Minutieuze lezing van de tekst zelf, zonder gebruik te
maken van biografische of andere extra literaire informatie
Context (6): De totale omgeving waarin iets zijn betekenis krijgt
Couleur locale (6): De karakteristieke bijzonderheden die een verhaal
situeren in ruimte en tijd
Cultureel (bepaald) (8): Bepaald door een cultuur
Cyclus (4): Een cyclus van gedichten is een grote literaire vorm die
verschillende gedichten combineert tot een bovengeschikte eenheid,
die getuigt van een verhoogde artistieke wil om te bouwen en te
vormen. Naast zijn onafhankelijkheid krijgt het individuele gedicht
een nieuwe functie in de context van de cyclus en, onder bepaalde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillstevens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.80. You're not tied to anything after your purchase.