Everything that came into the test was in the summary, I passed the test with just this summary
By: nandiniauroville • 7 months ago
Show more reviews
Seller
Follow
juriaandegraaf
Reviews received
Content preview
Begrippenlijst toelatingstoets
Hoofdstuk 1
Onderzoekend leren= het onderzoeken van de natuurlijke en technische wereld om ons
heen
Ontwerpend leren= het ontwerpen van een technische oplossing voor een probleem
Didactiek= de manier waarop je als leerkracht kennis, vaardigheden en houdingen kunt
onderwijzen aan leerlingen
Hoofdstuk 2
2.1 organisatieniveau cel
Organisatieniveaus= elke cel vormt een biologische eenheid
(cel, orgaan, organisme, ecosysteem; het is een rijtje van klein
naar groot. Elke stap is een manier om naar het leven en de
wereld te kijken.
Organellen= een cel is een levende eenheid. Cellen groeien en
delen. Ze hebben voedsel nodig en scheiden afval af. Veel
cellen kunnen zelf bewegen. Voor al die acties hebben cellen
speciale structuren, organellen. Een organel betekent letterlijk
een ‘kleine orgaan’
Celmembraan= scheiding tussen de binnen- en buitenkant van
een cel. Door de celmembraan blijven nuttige stoffen in de cel
en worden schadelijke stoffen tegengehouden
Celplasma= soort dikke vloeistof waarin de andere organellen
liggen
Celwand= de cellen van bacteriën, schimmels en planten
hebben buiten de celmembraan ook nog een dik omhulsel dat
de cel stevigheid geeft, de celwand. Dierlijke cellen hebben
geen celwand
Celkern= bibliotheek waarin de erfelijke informatie ligt
Erfelijke informatie= de biologische informatie die wordt
doorgegeven van ouder op hun kinderen. De erfelijke informatie is opgeslagen in de vorm
van DNA
,DNA= een lange keten van zeer kleine bouwstenen (nucleïnezuren) die in chromosomen
liggen opgevouwen
Genen= instructies voor wat er in een cel gebeurt
Mitochondriën= een cel kan groeien, delen, reageren op de omgeving en stoffen maken.
Voor al die processen is energie nodig. Daarvoor zorgen mitochondriën. Het voedsel dat we
eten, levert de brandstof. Het mitochondriën zet de brandstof om in energiepakketjes voor
andere organellen
Vacuole= blaasje gevuld met water. De
vacuole is een soort opslagruimte voor
de cel voor het bewaren van nuttige of
juist schadelijke stoffen
Bladgroenkorrels= korrels die zorgen
voor de groene kleur van de bladeren
en de stengels van de planten.
Bladgroenkorrels gebruiken (CO2) (uit de
lucht) en water. Ze zetten dit om in
voedingsstoffen voor de plant. Zonlicht
levert de energie voor deze omzetting.
Fotosynthese= het proces van zonlicht omzetten in energie voor een plant. De groene delen
van planten zijn opgebouwd uit cellen met bladgroenkorrels. De bladgroenkorrels gebruiken
koolzuurgas (CO2) en water (H2O). Met behulp van de energie uit zonlicht maken ze hier
suikers van. Dit proces heet fotosynthese
,2.2 organisatieniveau orgaan en
orgaanstelsel
Orgaan= onderdeel van een organisme
Weefsels= organen zijn opgebouwd uit
weefsels. Elk weefsel bestaat uit
gelijksoortige cellen. In de hersenen tref je
zenuwweefsel aan en spieren bestaan uit
spierweefsel
Organenstelsel= organen die samenwerken
Huidmondjes= zeer kleine openingen op
en/ of onder de bladeren en soms ook op
de stengel (voor transport en ademhaling
bij planten)
2.3 organisatieniveau organisme
Organisme= levend wezen. Alle organisme voeden zich, planten zich voort, overleven
vijanden en verdedigen zich tegen invloeden uit de omgeving
Soort= een groep organismen die meestal op elkaar lijken, zich met elkaar kunnen
voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen
Muildieren= Wanneer bijvoorbeeld een ezel en paard zich voortplanten. De nakomelingen
hiervan heten muildieren. Deze dieren zijn meestal onvruchtbaar en kunnen dus geen
nakomelingen krijgen
Classificeren= het ordenen van soorten in steeds kleinere groepen
Rijk Aantal cellen in een Organellen
organisme
Bacteriën Een cel Cel zonder organellen
Eencelligen Een cel Cel met organellen (veel verschillen
tussen soorten)
Schimmels Een of meer cellen Cel met organellen; celwand, geen
bladgroenkorrels
Planten Meer cellen Cel met organellen; celwand en
bladgroenkorrels
Dieren Meer cellen Cel met organellen; celwand of
bladgroenkorrels
, Het mycelium= uitgestrekt netwerk van schimmeldraden
Onderverdeling van het rijk der planten:
Embryo= een jong plantje dat, als het terechtkomt op een geschikte plek, kan uitgroeien tot
een volwassen organisme
Wervelkolom= de rij botten die je over het midden van je rug, van de nek tot je stuitje, kunt
voelen (ruggengraat)
Symmetrie= een organisme door twee helften is te delen, waarbij de helften elkaars
spiegelbeeld zijn
Tweezijdig symmetrisch= als je een organisme maar op een meer kunt delen (bijvoorbeeld;
mensen, bijen en vissen)
Veelzijdige symmetrisch= als je een organisme op meerdere manieren kunt delen
(bijvoorbeeld; sponzen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juriaandegraaf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.