INLEIDING GEDRAGSECONOMIE
Week 1 webcasts
Wat is gedragseconomie? Inleiding gedragseconomie
Homo sapiens is niet gelijk aan een homo Economicus
Homo Economicus:
- Heeft geen cognitieve barrières om informatie te vergaren en te verwerken
(geen begrensde rationaliteit)
- Maximaliseert verwacht nut
- Weet met kansen om te gaan
- Heeft consistente tijdsvoorkeuren
- Is egoïstisch en geeft alleen om eigen uitbetaling
DUS: Alleen objectieve uitkomsten van beslissingen doen ertoe, plannen worden
direct uitgevoerd, sociale normen spelen geen rol, als mensen aardig doen is dat
om strategische redenen.
Gedragseconomie = economie verrijken met inzichten uit de psychologie.
> Balans tussen modellen realistisch maken en werkbaar houden.
We willen gedrag begrijpen om gedrag te kunnen voorspellen en/of om gedrag te
kunnen beïnvloeden.
- Normatief = een model is normatief als het beschrijft hoe mensen
besluiten zouden moeten nemen
- Descriptief = een model is descriptief als het beschrijft hoe mensen
besluiten daadwerkelijk nemen
In de neoklassieke economie was het gebruikelijk om modellen en theorieën te
bestuderen die zowel descriptief als normatief zijn.
Gedragseconomie maakt een duidelijk onderscheid tussen descriptief en
normatief
Correlatie = mensen met een abonnement op de sportschool gaan gemiddeld
vaker naar de sportschool dan mensen zonder een abonnement.
Causaliteit = dit betekent niet dat je automatisch vaker naar de sportschool zal
gaan, als je een abonnement op de sportschool koopt.
Experimenten = een manier om causaliteit te bestuderen
> Controlegroep: geen financiële beloning als je naar de sportschool gaat
> Treatment groep: financiële beloning als je naar de sportschool gaat
Verschil? Financiële beloning beïnvloedt of je naar de sportschool gaat
Type experimenten
Veldexperiment = natuurlijke omgeving
Lab experiment = gecontroleerde omgeving
Between-subjects experiment = elk subject in 1 treatment
> Controle OF treatment
Within-subjects experiment = elk subject in >1 treatment
> Controle EN treatment
Real incentives = betaling volgens gemaakte beslissingen
Vast bedrag (flat fee) = vast bedrag voor deelname
Deceptie = experiment draait ergens anders om dan de proefpersoon denkt.
Experimenten in de economie worden meestal gedaan met real incentives en
zonder deceptie
,Preferenties en nut
Het maken van keuzes hangt af van:
1. Preferenties (voorkeuren) (subjectief)
2. Haalbaarheid
Zwakke preferentie: appel minstens even goed als het ijsje
> Preferentie-relatie: ‘wordt (zwak) geprefereerd boven’
Strikte preferentie: appel beter dan ijsje
Indifferentie: appel en ijsje zijn gelijkwaardig
ZIE TEKENS
Preferentie condities
1. Compleet: zwakke preferentie-relatie is compleet
Voor alle x,y geldt dat: je x zwak prefereert boven y, of dat je y zwak
prefereert boven x, of x en y even goed (indifferent).
2. Transitief: zwakke preferentie-relatie is transitief
Voor alle x,y geldt dat: als je x zwak prefereert boven y, en y zwak
prefereert boven z, dan prefereer je x zwak boven z.
Er zijn voorbeelden waarin transitiviteit wordt geschonden
Compleet Transitie Uitleg waarom NEE
f
‘Is een vriend Nee Nee Nee, als je de gehele wereld
van’ bekijkt. Kan anders zijn in
hechte vriendengroep
‘Is een collega Nee Ja Nee, als je de gehele wereld
van’ bekijkt. Anders binnen werk
‘Is gelijk aan’ Nee Ja 4 = 3 klopt niet
‘Is groter dan’ Nee Ja 3 = 3 klopt niet
‘Wordt strikt Nee Ja Indifferentie
geprefereerd
boven’
Andere preferentie condities
3. Reflexief: Zwakke preferentie-relatie is reflexief
Voor elke x geldt dat: je x zwak prefereert boven x
Irreflexief: Strikte preferentie-relatie is irreflexief
Er bestaat geen x waarvoor geldt dat: je x strikt prefereert boven x
4. Symmetrisch: indifferentie-relatie is symmetrisch
Voor alle x, y geldt dat: als x indifferent met y, dan y indifferent met x
Anti-symmetrisch: strikt-preferentie relatie is anti-symmetrisch
Voor alle x, y geldt dat: als je x strikt prefereert boven y, dan kan niet
gelden dat je y strikt prefereert boven x
Compleet + transitief = weak order
> Verwar weak order niet met weak preference!
Weak order is niet hetzelfde als rationeel
,Nut (utility)
Als de zwakke preferentie relatie een weak order is, kan de zwakke preferentie
relatie gepresenteerd worden door een nutsfunctie
Ordinaal nut u = we kunnen u vervangen door v met v(x) = f(u(x)) voor alle x,
zolang f een stijgende functie is.
VB: f(u) = 4u + 10 f(u) = eu
- Hoger nut betekent geprefereerd
- Verschillen in nut hebben geen betekenis
Kardinaal nut u: we kunnen u vervangen door v met v(x) = f(u(x)) voor alle x,
zo lang f een stijgende functie EN een lineaire functie is.
VB: f(u) = 4u + 10 maar niet f(u) = eu
- Hoger nut betekent geprefereerd
- Een groter verschil in nut (voor dezelfde persoon) betekent een sterkere
preferentie
Nut is niet uniek!
Er zijn meerdere nutfuncties die dezelfde preferenties representeren
VOORBEELD
- Ann heeft nutsfunctie u(x) ANTWOORD
- Bill heeft nutsfunctie v(x) u is kardinaal en v representeert
- Beide nutsfuncties zijn dezelfde preferenties als u, dus Ann
kardinaal en Bill hebben dezelfde preferenties,
- Stel dat v(x) = 4u(x) + 10 dus u en v voorspellen dezelfde
voor alle x keuzes.
Stel dat u(1 appel) = 2 en v(1 appel)
= 18
Wie vindt de appel lekkerder: Ann of
Bill?
Welvaartsanalyse
1. Pareto: ene situatie levert een hogere welvaart op dan de andere situatie,
als in die ene situatie niemand slechter af is en een persoon beter af is.
Werkt voor ordinaal en kardinaal nut
2. Utilitarisme: tel nut van alle mensen bij elkaar op en dat bepaalt sociale
welvaart
Werkt voor kardinaal nut
Gaat ervan uit dat 1 eenheid nut hetzelfde betekent voor elke persoon
, Nut u(x) passen we toe in verschillende situaties:
1. Keuze onder onzekerheid
2. Keuze over tijd
3. Keuze in een sociale context
Revealed preference
Revealed preference: meting van nut op basis van keuzes
> Door keuzes te observeren kunnen we preferenties achterhalen
> Preferenties worden blootgelegd (revealed) door keuzes
Voorbeelden van uitdagingen voor revealed preference
Projectie bias = mensen projecteren hun huidige preferenties op hun
toekomstige zelf
> Onze keuzes voor de toekomst hangen te weinig af van hoe onze
preferenties in de toekomst zullen zijn en te veel van hoe ze nu zijn
> VB: boodschappen op een lege maag
Duration neglect = retrospectieve evaluaties van episodes zijn relatief
ongevoelig voor verandering in de duur van de episodes
> Onaangenaamheid van pijnlijke ervaringen hangt zeer weinig af van de
duur van die ervaringen.
Peak-end rule = mensen rangschikken episodes uit het verleden op basis van
de piek en het einde van de episodes
Piek = hoogste intensiteit tijdens de episode
Einde = intensiteit op het einde van de episode
Diversificatie bias = mensen overschatten hoeveel variatie ze in de toekomst
willen hebben
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucapreyde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.