100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 'A Short History of the Middle Ages' (5e editie) Rosenwein (2022, Universiteit Utrecht) $5.96   Add to cart

Summary

Samenvatting 'A Short History of the Middle Ages' (5e editie) Rosenwein (2022, Universiteit Utrecht)

 194 views  41 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting van het boek 'A Short History of the Middle Ages' (5e editie) van Barbara Rosenwein. De samenvatting is gedetailleerd en bevat 72 pagina's. Perfecte samenvatting voor het vak 'Introductie in de geschiedenis van de middeleeuwen' van de Universiteit Utrecht

Last document update: 2 year ago

Preview 4 out of 72  pages

  • Yes
  • January 16, 2022
  • January 17, 2022
  • 72
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
H1 Prelude: The Roman World Transformed (300-600)
In de val van het Romeinse Rijk verplaatste de macht van Rome naar de elites in de
provincie. Zij droegen de tetrarchie van Diocletianus dan ook een warm hart toe, want
daarmee werd het Romeinse Rijk opgedeeld in vier delen, elk bestuurd door één heerser.
Ook deze centralisatie zou uiteindelijk falen onder de druk van de binnenvallende barbaarse
volken. Zij waren zelf vaak blij om deel uit te maken van het Romeinse Rijk.

The provincialization of the empire (250-350)
Het Romeinse Rijk was te groot om bestuurd te worden door één persoon. Dit werd duidelijk
tijdens de crisis van de 3e eeuw. In deze crisis stonden de grenzen van het Romeinse Rijk
op twee plekken onder druk, namelijk door de barbaren in het noorden en door de Perzen in
het oosten. Om met deze crisis om te gaan zijn hervormingen doorgevoerd waardoor de
provincies meer macht kregen. Tegelijkertijd militariseren de provincies; steden kregen
muren en boerderijen kregen wachttorens. Er konden nauwelijks genoeg soldaten gevonden
worden voor al het beveiligingswerk. Om deze reden stonden de Romeinen Germaanse
stammen toe om zich te vestigen in het Romeinse Rijk, in ruil voor militaire dienst. Ook
werden generaals niet langer uit de aristocratie in Rome gekozen, maar zouden zij nu uit het
leger gekozen worden. Sommigen van hen zouden later keizers worden. Het grootste deel
van het leger en de nieuwe hoofdsteden lagen nu in de provincies.
De term ‘crisis van de 3e eeuw’ gaat niet alleen om de militaire kwestie die zojuist
beschreven is, maar ook om de politieke instabiliteit. De jaren 235-284 was namelijk de
periode van de soldatenkeizers. Zij werden door hun eigen soldaten tot keizer uitgeroepen.
Dit was een symptoom van het feit dat Rome te ver van de grenzen af lag om nog het
militaire commando te kunnen dragen. Daarom heeft keizer Maximilianus (r. 286-305)
verscheidene provinciesteden opgeknapt (paleizen, badhuizen, stadsmuren). Dit droeg
echter wel bij aan de afname van Rome als imposante hoofdstad en de toename van de
macht van de provincies.
Het onderhouden van de grote grenslegers werd steeds lastiger vanwege inflatie en
dalende belastinginkomsten. Daarom beveelde de Romeinse staat dat goederen voor het
leger (voedsel, kleding en wapens) voortaan gratis door de werklieden in de provincies
gemaakt moesten worden. Hiermee verplaatste de welvaart van het Romeinse Rijk ook
meer naar de provincie. Het resultaat van al deze processen was ook dat het gehele
Romeinse Rijk in rap tempo militariseerde.
Uiteindelijk zou het Diocletianus (r. 284-305) zijn wie met zijn tetrarchie de crisis van
de 3e eeuw onder controle kreeg en was het Constantijn wie na hem de crisis beëindigde.
Diocletianus deelde het Romeinse Rijk in vier delen op omdat hij inzag dat het te groot was
om door één persoon bestuurd te worden. De tetrarchie bracht politieke stabiliteit en droeg
zo bij aan het einde van de crisis van de 3e eeuw.

A new religion
De heerschappij van Constantijn markeert het einde van de klassieke tijd en het begin van
de laat-klassieke periode/late oudheid. Tijdens de heerschappij van Constantijn maakt het
christendom haar opmars in het Romeinse Rijk. Het christendom was ontstaan onder de
Joden in Palestina, destijds een centrum van nieuwe morelen en ethische levensstijlen. Het
christendom wist mensen aan te spreken vanwege de boodschap van gelijkheid en de
belofte van de hemel. Ongelijkheid kwam in het Romeinse Rijk veel voor omdat lang niet
iedereen het Romeinse burgerrecht had. Hoewel al eeuwenlang christenvervolgingen
gaande waren, was het christendom uitzonderlijk goed georganiseerd. Christenen

,verzamelden in kerken. Ze werden vervolgd door de Romeinen omdat ze bang waren dat de
Goden boos zouden worden omdat de Christenen de Romeinse goden niet eerder. De
christenen bestonden uit twee lagen: de mensen en daarboven de geestelijken. De
geestelijken werden geleid door één bisschop, wie werd bijgestaan door een aantal
priesters.
De christelijke kerk werd officieel erkend door keizer Constantijn (r. 306-337) met het
Edict van Milaan in 313. Hiermee kreeg de kerk ook al haar bezittingen terug die in de
christenvervolgingen afgenomen waren. Constantijn begon een uitgebreid bouwprogramma
waarin hij begon aan de bouw van talloze kerken. Keizer Theodosius (r. 379-395) verhief
later het christendom tot staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk met het Edict van
Thessalonica (380).

Doctrine
Bij het concilium van Nicaea in 325 oefende Constantijn invloed uit op de doctrine van het
christendom en verbande hij het Arianisme. Het Arianisme is een stroming binnen de
discussie over de heilige drie eenheid (Vader, zoon, de heilige geest). Het Arianisme stelde
dat Jezus een schepsel was en dat hij dus niet hetzelfde wezen is als God de Vader. De leer
van het christendom wat bij het concilie van Nicaea werd aangenomen stelt juist dat God en
Jezus ‘homo-ousios’ (eenswezens) zijn. Het concilie van Nicaea was ‘ecumenical’, dat wil
zeggen, het was universeel. De besluiten die genomen zijn bij het concilie van Nicaea
golden voor alle christenen, overal, voor alle stromingen van het christendom.
In de vierde eeuw belandde het christendom dus in een stroomversnelling. Met de
snelle toename van het aantal christenen ontstonden er discussies over het christendom.
Wat was bijvoorbeeld de aard van god, hoe verhield god zich tot de menselijkheid en waar
kun je god vinden? Rosenwein noemt de periode van 350-450 de ‘era of competing
doctrines’.

The sources of God’s Grace
Bij het beantwoorden van deze vragen hebben de zogenaamde kerkvaders een belangrijke
rol gespeeld. Kerkvaders waren belangrijke geleerde christenen wie anderen leerden over
het christendom. Ook leidden zij discussies over de christelijke doctrine. Eén van de
belangrijkste kerkvaders is Augustine, bisschop van Hippo. Augustine stelde dat er twee
steden zijn: één op aarde (city of man), en één in de hemel (city of god). Op de aarde
worden we geboren, leven en sterven we. Onze harten en gewetens zitten echter in de
hemel vast. De stad op aarde is niet permanent en kan verwoest worden. De stad van God
is wel permanent en kan niet verwoest worden. Enkel in de stad van god kun je werkelijke
blijheid vinden. Maar op aarde heb je de instituties (scholen, kerken, overheden) die het
mogelijk maken om in de stad van God te komen. Op deze manier gebruikte Augustine de
instituties van de oude wereld voor een nieuwe christelijke samenleving. Al deze ideeën
schreef Augustine op in zijn boek ‘City of God’. Zijn doel was hierbij om het christendom te
verdedigen na de plundering van Rome (410), toen het christendom de schuld hiervan
kreeg.
Op aarde had men geluk dat god zijn kerk daar had neergezet. Daar waren de
bisschoppen de priesters de aardse vertegenwoordigers van Jezus. Het brood en de wijn in
de kerk was het lichaam en bloed van Jezus, en het bedanken voor het lichaam van christus
(oftewel het brood en de wijn) heet het ‘eucharistie’. In de kerk mensen tijdens de mis bij
elkaar om met elkaar, met de doden en met Jezus in verbinding te staan. Het belang van de
mis zie je terug in de uitbundige decoraties binnen in kerken.

, Sommige mensen waren zo geliefd door god, dat zij niet alleen rolmodellen waren
maar ook de kracht hadden om wonderen teweeg te brengen. Dit waren de heiligen. Vóór de
tijd van Constantijn waren dit degenen wie voor hun geloof gestorven waren (de martelaren,
plaats waar zij en hun relieken begraven zijn noem je ‘confessio’). Nu de
christenvervolgingen tot een einde gekomen waren kon dit niet meer. De nieuwe heiligen
van de 4e en 5e eeuw moesten nieuwe manieren vinden om heilige te worden. Zij wilden
hun toewijden aan god tonen door eindeloos te vasten, in tempels met demonen te vechten
of door eindeloos bovenop pilaren te staan. Wanneer heiligen dood gingen, werden objecten
die iets met hem te maken hadden (alles van haar tot aan een drinkbeker) heilige relieken.
Relieken waren waardevol omdat geloofd werd dat de kracht van de heilige voort leefde in
zijn relieken. Heiligen gingen na hun dood naar de hemel, dus stonden zij dichtbij god. Door
bij een reliek te bidden werd daarom gedacht dat de kans van slagen van je gebed groter
was, want dan kon de heilige van wie het reliek was voor jou een woordje doen bij god.

Art from the provinces to the center
Het christendom kwam uit de periferie van het Romeinse Rijk naar het centrum. Dit gold ook
voor de nieuwe stijl van kunst, die ook uit de periferie van het rijk kwam. Toen in de derde
eeuw het belang van de Romeinse provincies toenam, kwamen regionale tradities in de
kunst ook op. De Romeinse kunst was lang gekenmerkt geweest door natuurlijke
afbeeldingen, met beweging en de illusie van perspectief. Een voorbeeld van zo’n type
regionale kunst is dat figuren niet naar elkaar kijken, maar naar de persoon die naar het
kunstwerk kijkt kijken. Een ander voorbeeld is dat menselijke figuren veel minder natuurlijk
afgebeeld worden, of dat hiërarchieën tussen personen afgebeeld werden.
Het christendom heeft dit soort regionale tradities overgenomen. Dit zie je in veel
middeleeuwse kunst terug. Desondanks hebben christelijke kunstenaars in de 4e en 5e
eeuw zich nog georiënteerd op de klassieke kunststijlen. Daarom wordt er ook wel
gesproken van een ‘renaissance of the late fourth and early fifth centuries’.

The barbarians
‘Barbaren’ is een overkoepelende term die de Romeinen gebruikten voor alle volken die niet
in het Romeinse Rijk leefden. Je kunt onderscheid maken tussen de barbaarse volken op
basis van de taal die ze spraken. Zo heb je bijvoorbeeld de Germanen, volkeren wie
allemaal Germaanse talen spraken. Barbaren leefden sedentair, in landbouwsamenlevingen.
De welvaart was beperkt, maar ze konden wel handelen met de Romeinen.
Bijvoorbeeld de Goten. Deze overkoepelende term bevat is bedoeld voor allerlei
verschillende volken die uit Oost-Europa kwamen. Je kunt wel onderscheid maken tussen
de Ostrogoten (oosters, ten noorden van de Zwarte Zee) en de Visigoten (westen, komen uit
hedendaags Oekraïne). De Visigoten onderhielden goede relaties met de Romeinen en
dienden zelfs in het Romeinse leger (Je noemt volken wie via verdragen banden met de
Romeinen onderhouden, bijvoorbeeld in de vorm van voor de Romeinen vechten,
‘feoderati’/federates). Toen in de 4e eeuw de Hunnen uit het verre oosten Europa in
kwamen, eisten de Visigoten en andere volken dat ze in het Romeinse Rijk zouden mogen
wonen. Het Romeinse Rijk was niet voorbereid op de gigantische stroom van vluchtelingen
die het Rijk binnen kwamen. De Romeinen behandelden de vluchtelingen expres slecht en
uit op revenge vermoordden enkele Visigoten keizer Valens in de slag bij Adrianopel (378).
Dit was meer dan de dood van een keizer, het was een grote militaire nederlaag en het
verzwakte het Romeinse leger. De Romeinen hadden soldaten nodig, en de Visigoten
wilden eten en een plaats om te leven, dus werd er op verschillende manieren geprobeerd

, om een overeenkomst te treffen die voor beide partijen voordelig was. Ze faalden allemaal.
In de chaos gingen de Visigoten op zoek naar een nieuwe plaats om te wonen. In 410
plunderden ze Rome (wat overigens kerkvader Augustinus inspireerde om zijn boek ‘City of
God’ te schrijven). Uiteindelijk zouden de Visigoten zich na een lange tocht vestigen in
hedendaags Spanje. De tocht van de Visigoten was zo’n ramp voor het Romeinse Rijk dat
sommige historici het jaar 378 of 410 als einddatum voor het Romeinse Rijk hebben
gekozen.
In 406 trokken ook de Vandalen en de Sueven het Rijk in. De Vandalen zouden zich
vestigen in Noord-Afrika en de Sueven in noord-westelijk Spanje. In 453 overleed Atilla, de
machtige leider van de Hunnen. Dit leidde ertoe dat zijn rijk ineen stortte. Alsnog verhuisden
andere groepen, ditmaal de Ostrogoten, Rugi en Gepiden, het Romeinse Rijk in. De
Romeinen hebben steeds met de afzonderlijke volken verdragen gesloten, in de hoop dat ze
samen zouden kunnen werken. In 476 werd de laatste West-Romeinse keizer, Romulus
Augustus, afgezet door de barbaarse generaal Odoaker. De keizer van het Oost-Romeinse
Rijk, Zeno, heeft toen de koning van de Ostrogoten, Theodoric, toestemming gegeven om
Odoaker van de troon te stoten. Dit heeft Theodoric in vier jaar gedaan (489-493) en zo
ontstond het koninkrijk der Ostrogoten, wat geheel Italië omvatte. Niet veel later heeft Clovis,
koning van de Franken, een groot Frankisch Rijk veroverd ten koste van andere barbaarse
volken. Rond het jaar 500 was het Romeinse Rijk in het westen verdwenen.




De desintegratie van het West-Romeinse Rijk
Noord-West Afrika Vandalen koninkrijk

Spanje Visigoten

Gaul Franken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GH12. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78075 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96  41x  sold
  • (0)
  Add to cart