De selectiestof van Diergeneeskunde selectie bestaat uit hoofdstuk 19 en 20 van Silverthorn.
Dit bestand bevat de vertaling van H20. De leerstof is met grote zorg en aandacht vertaald en is tot in de kleinste details identiek aan de Engelse leerstof. Het is feitelijk een letterlijke kopie van de...
Test Bank - Human Physiology: An Integrated Approach 8th Edition ( Dee Unglaub Silverthorn,2024) Chapter 1-26||All Chapters || Latest Edition
Test Bank for Human Physiology: An Integrated Approach, 8th Global Edition by Silverthorn, All Chapters 1 to 26 complete Verified editon ISBN:9781292259543
Test Bank for Human Physiology: An Integrated Approach, 8th Global Edition by Silverthorn, All 1-26 Chapters Covered ,Latest Edition, ISBN:9781292259543
All for this textbook (44)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Diergeneeskunde
Selectie
All documents for this subject (24)
9
reviews
By: nadineblankert • 1 year ago
By: sanneoerlemans • 2 year ago
By: s35 • 2 year ago
By: birgittaanema • 2 year ago
By: sienavanadrichem • 2 year ago
By: laraeleveld • 2 year ago
By: lottevandam • 2 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
Selectiediergeneeskunde
Reviews received
Content preview
H20 Vloeistof en elektrolytenbalans
De Amerikaanse zakenvrouw in Tokyo maakte haar training af en stopte bij de snackbar van de fitnessclub
om een sportdrankje te vragen. De bediende overhandigde haar een fles met het etiket: Pocari Sweat®.
Hoewel de gedachte om zweet te drinken niet erg aantrekkelijk is, is de fysiologische basis voor de naam
goed.
Tijdens inspanning scheidt het lichaam zweet af, een verdunde oplossing van water en ionen, met name
Na+, K+ en Cl-. Om de homeostase te behouden, moet het lichaam alle stoffen vervangen die het aan het
uitwendige milieu heeft verloren. Om deze reden moet de vervangende vloeistof die een persoon
consumeert na het sporten op zweet lijken.
In dit hoofdstuk onderzoeken we hoe mensen de zout- en waterbalans handhaven, ook wel bekend als
vocht- en elektrolytenbalans. De homeostatische controlemechanismen voor de vocht- en
elektrolytenbalans in het lichaam zijn gericht op het handhaven van vier parameters: vloeistofvolume,
osmolariteit, de concentraties van individuele ionen en pH.
20.1 Vloeistof- en elektrolytenhomeostase
Het menselijk lichaam is in een toestand van voortdurende beweging. In de loop van een dag nemen we
ongeveer 2 liter vocht binnen dat 6-15 gram NaCl bevat. Daarnaast nemen we afwisselende hoeveelheden
andere elektrolyten op, waaronder K+, H+, Ca2+, HCO3- en fosfaationen (HPO42-). De taak van het lichaam is
om de massabalans te handhaven [p. 46]: Wat binnenkomt, moet worden uitgescheiden als het lichaam
het niet nodig heeft.
Het lichaam heeft verschillende routes om ionen en water uit te scheiden. De nieren zijn de belangrijkste
route voor waterverlies en voor verwijdering van veel ionen. Onder normale omstandigheden gaan kleine
hoeveelheden van zowel water als ionen verloren in de ontlasting en in het zweet. Bovendien verliezen de
longen water en helpen ze H+ en HCO3- te verwijderen door CO2 uit te scheiden.
Hoewel fysiologische mechanismen die de vocht- en elektrolytenbalans handhaven belangrijk zijn, spelen
gedragsmechanismen ook een essentiële rol. Dorst is onmisbaar omdat drinken de enige normale manier
is om verloren water te vervangen. Zout behoefte is een gedrag dat mensen en dieren ertoe brengt om
zout (natriumchloride, NaCl) te zoeken en te eten. Waarom maken we ons zorgen over de homeostase van
deze stoffen?
Water en Na+ zijn geassocieerd met extracellulair vloeistofvolume en osmolariteit. Verstoringen in de K+-
balans kunnen ernstige problemen van de hart- en spierfunctie veroorzaken door de membraanpotentiaal
van prikkelbare cellen te verstoren. Ca2+ is betrokken bij een verscheidenheid aan lichaamsprocessen, van
exocytose en spiercontractie tot botvorming en bloedstolling, en H+ en HCO3- zijn de ionen waarvan het
evenwicht de lichaamspH bepaalt.
ECV osmolariteit beïnvloed cel volume
Waarom is het handhaven van de osmolariteit zo belangrijk voor het lichaam? Het antwoord ligt in het feit
dat water de meeste celmembranen vrij kan passeren. Als de osmolariteit van de extracellulaire vloeistof
verandert, verplaatst water in of uit cellen en verandert het intracellulaire volume. Als de osmolariteit van
de extracellulaire vloeistof (ECV) afneemt als gevolg van een overmatige inname van water, gaat water de
cellen in en zwellen ze op. Als de ECV osmolariteit toeneemt als gevolg van zoutinname, verplaatst water
de cellen uit en krimpen ze. Celvolume is zo belangrijk dat veel cellen onafhankelijke mechanismen hebben
om het in stand te houden.
Bijvoorbeeld, niertubuluscellen in de medulla van de nier worden constant blootgesteld aan hoge
extracellulaire vloeistofosmolariteit, maar deze cellen behouden toch een normaal celvolume. Ze doen dit
door organische opgeloste stoffen te synthetiseren als dit nodig is om hun intracellulaire osmolariteit
overeen te laten komen met die van de medullaire interstitiële vloeistof. De organische opgeloste stoffen
die worden gebruikt om intracellulaire osmolariteit te verhogen, zijn onder meer suikeralcoholen en
bepaalde aminozuren. Andere cellen in het lichaam regelen hun volume door hun ionische samenstelling
te veranderen.
,In enkele gevallen wordt aangenomen dat veranderingen in het celvolume werken als signalen die
bepaalde cellulaire reacties initiëren. (Een veel toepasselijker voorbeeld in de context van osmoregulatie is
het krimpen en zwellen van cellen in de hypothalamus, de zogeheten osmoreceptoren. Deze zenuwcellen
reguleren de osmolariteit van de ECV. Het krimpen en zwellen van die zenuwcellen zorgt ervoor dat meer
of minder Anti-Diuretisch-Hormoon (ADH, een neurohormoon) aan het bloed wordt afgegeven, waardoor
de nieren minder dan wel meer water gaan uitplassen). Zwelling van levercellen activeert bijvoorbeeld
eiwit- en glycogeensynthese, en krimp van deze cellen veroorzaakt eiwit- en glycogeenafbraak. In veel
gevallen verslechteren echter verkeerde/ongepaste veranderingen in het celvolume - ofwel krimpen ofwel
zwelling - de celfunctie. De hersenen, ingekapseld in de stijve schedel, zijn bijzonder gevoelig voor schade
door zwelling. Over het algemeen is handhaving van de ECV-osmolariteit binnen een normaal bereik
essentieel om de homeostase van het celvolume te handhaven.
Meerdere systemen integreren vloeistof- en elektrolytenbalans
Het proces van vocht- en elektrolytenbalans is echt integratief omdat het naast de nier- en gedragsreacties
ook de ademhalings- en cardiovasculaire systemen omvat. Aanpassingen gemaakt door de longen en het
cardiovasculaire systeem staan voornamelijk onder neurale controle en kunnen vrij snel worden gedaan.
Homeostatische compensatie door de nieren gebeurt langzamer omdat de nieren voornamelijk onder
endocriene en neuro endocriene controle staan. Zo worden kleine veranderingen in de bloeddruk die het
gevolg zijn van een toenames of afnames van het bloedvolume snel gecorrigeerd door de cardiovasculaire
controlecentra in de hersenen [p. 528]. Als volumeveranderingen aanhoudend of van grote omvang zijn,
grijpen de nieren in om de homeostase te helpen handhaven.
Figuur 20.1 vat de geïntegreerde reactie van het lichaam op veranderingen in bloedvolume en bloeddruk
samen. Signalen van carotis- en aortabaroreceptoren en atriale volumereceptoren initiëren een snelle
neurale respons die wordt gemedieerd via het cardiovasculaire controlecentrum en een langzamere
respons die wordt opgewekt door de nieren. Bovendien stimuleert een lage bloeddruk dorst. In beide
situaties, integreert nierfunctie met het cardiovasculaire systeem om de bloeddruk binnen een normaal
bereik te houden.
,Vanwege de overlap in hun functies, zal een verandering die door het ene systeem wordt gemaakt, of het
nu renaal of cardiovasculair is, gevolgen hebben die het andere beïnvloeden. Endocriene routes die door
de nieren worden geïnitieerd, hebben bijvoorbeeld directe effecten op het cardiovasculaire systeem, en
hormonen die door myocardcellen worden afgegeven, werken op de nieren. Sympathische paden van de
cardiovasculaire controlecentra beïnvloeden niet alleen het hartminuutvolume en vasoconstrictie, maar
ook glomerulaire filtratie en hormoonafgifte door de nieren.
Op deze manier vormt het handhaven van bloeddruk, bloedvolume en ECV-osmolariteit een netwerk van
met elkaar verweven controlepaden. Deze integratie van functies in meerdere systemen is een van de
moeilijkere concepten van fysiologie, maar het is ook een van de meest interessante gebieden van
geneeskunde en fysiologisch onderzoek.
20.2 Waterbalans
(Alhoewel de water- en zoutbalans nauw verweven zijn is het goed om beide eerst afzonderlijk te
beschouwen. De waterbalans is direct gekoppeld aan de osmoregulatie, terwijl de zoutbalans direct
gekoppeld is aan de volumeregulatie. De reden voor deze boude uitspraak is dat de osmoreceptoren
vooral en zeer sterk reageren op kleine veranderingen in osmolariteit van het bloed en dit proberen te
herstellen door 1. De nieren meer of minder water te laten uitscheiden (via ADH) en 2. Het dorstgevoel te
beïnvloeden. Herstel van de waterbalans moet dus zorgen voor herstel van de osmolariteit.
Water is het meest voorkomende molecuul in het lichaam en vormt ongeveer 50% van het totale
lichaamsgewicht bij vrouwen van 17 tot 39 jaar en 60% van het totale lichaamsgewicht bij mannen van
dezelfde leeftijdsgroep. Een vrouw van 60 kg bestaat uit ongeveer 30 liter lichaamswater en de
"standaard" man van 70 kg bevat ongeveer 42 liter. Tweederde van zijn water (ongeveer 28 liter) bevindt
zich in de cellen, ongeveer 3 liter bevindt zich in het plasma en de overige 11 liter bevindt zich in de
interstitiële vloeistof [Fig. 5.1, p. 159].
Dagelijkse wateropname en uitscheiding zijn in evenwicht
Om een constant watervolume in het lichaam te behouden, moeten we dezelfde hoeveelheid water
innemen als we uitscheiden: inname moet gelijk zijn aan output. Er zijn meerdere mogelijkheden voor
dagelijkse watertoename en -verlies (Fig. 20.2). Gemiddeld krijgt een volwassene per dag iets meer dan 2
liter water binnen via eten en drinken. Normaal metabolisme, vooral aerobe ademhaling (glucose + O 2 →
CO2 + H2O) voegt ongeveer 0,3 liter water toe, waardoor de totale dagelijkse inname op ongeveer 2,5 liter
komt.
Merk op dat de enige manier waarop water normaal gesproken het lichaam binnenkomt vanuit de externe
omgeving is, door absorptie via het spijsverteringskanaal. In tegenstelling tot sommige dieren kunnen we
geen grote hoeveelheden water rechtstreeks via onze huid
opnemen. Als vloeistoffen snel moeten worden
aangevuld/vervangen of als een persoon niet kan eten en
drinken, kan vloeistof rechtstreeks aan het plasma worden
toegevoegd door middel van intraveneuze (IV) injectie, een
medische procedure.
Het meeste water gaat uit het lichaam verloren in de urine, die
een dagelijks volume heeft van ongeveer 1,5 liter (fig. 20.2). Een
kleine hoeveelheid water (ongeveer 100 mL) gaat verloren in de
ontlasting. Bovendien verlaat water het lichaam door
onmerkbaar waterverlies (insensible). Dit waterverlies,
onmerkbaar genoemd omdat we er ons normaal gesproken niet
van bewust zijn, vindt plaats via het huidoppervlak en door het
uitademen van bevochtigde lucht. Hoewel de menselijke
epidermis is gemodificeerd met een buitenste laag keratine om
het verlies van water door verdamping in een aardse omgeving
te verminderen [p. 122], verliezen we nog steeds elke dag
, ongemerkt ongeveer 900 mL water. Zo is de 2,5 liter water die we binnenkrijgen in balans met de 2,5 liter
die het lichaam verlaat. Alleen waterverlies in de urine kan worden gereguleerd.
Hoewel urine normaal gesproken de belangrijkste route van waterverlies is, kunnen in bepaalde situaties
andere routes van waterverlies belangrijk worden. Overmatig zweten is daar een voorbeeld van. Een
andere manier waarop water verloren gaat, is door diarree, een aandoening die een grote bedreiging kan
vormen voor het behoud van de waterhuishouding, vooral bij zuigelingen.
Pathologisch waterverlies verstoort de homeostase op twee manieren. Volumedepletie/afname van het
extracellulaire compartiment verlaagt de bloeddruk. Als de bloeddruk niet kan worden gehandhaafd door
homeostatische compensaties, krijgen de weefsels niet voldoende zuurstof. Bovendien, als de verloren
vloeistof hyposmotisch is voor het lichaam (zoals het geval is bij overmatig zweten), verhogen de
opgeloste stoffen die in het lichaam achterblijven de osmolariteit, waardoor de celfunctie mogelijk wordt
verstoord.
Normaal gesproken vindt de waterbalans automatisch plaats. Zout eten maakt ons dorstig. Het drinken
van 1,5L van een frisdrank betekent een extra tocht naar de badkamer. Zout- en waterbalans is een subtiel
proces waarvan we ons slechts beperkt bewust zijn, zoals ademhalen en het kloppen van het hart.
Nu we hebben besproken waarom regulatie van osmolariteit belangrijk is, laten we eens kijken hoe het
lichaam dat doel bereikt.
De nieren besparen water
Figuur 20.3 vat de rol van de nieren in de waterhuishouding
samen. Het belangrijkste om te onthouden is dat de nieren
overtollig vocht kunnen verwijderen door het in de urine uit te
scheiden, maar de nieren kunnen het verloren volume niet
vervangen. Volume dat verloren gaat aan de omgeving moet
worden vervangen door de omgeving.
De mok vertegenwoordigt het lichaam en het holle handvat
vertegenwoordigt de nieren, waar lichaamsvloeistof in de
nefronen filtert. Zodra vloeistof filtert, bevindt het zich in de
buitenomgeving. Tenzij het wordt geresorbeerd, gaat het in de
urine. Het volume dat vertrekt is te reguleren, zoals aangegeven
door de kleine poortjes aan de onderkant van de handgreep.
Het normale bereik voor vloeistofvolume in de mok ligt tussen
de stippellijn en de open bovenkant. Vloeistof in de mok komt
het handvat binnen (gelijk aan gefilterd worden in de nier) en
circuleert terug het lichaam in van de mok om het volume van
de mok te behouden. Als er vloeistof aan de mok wordt toegevoegd en dreigt over te lopen, mag de extra
vloeistof uit het handvat weglopen (vergelijkbaar met overtollig water dat via de urine wordt
uitgescheiden). Als er een klein volume uit de mok verloren gaat, stroomt er nog steeds vloeistof door het
handvat, maar vloeistofverlies uit het handvat wordt uitgeschakeld om extra vloeistofverlies te
voorkomen.
De enige manier om verloren vloeistof te vervangen, is door water toe te voegen uit een bron buiten de
mok. De vertaling van dit model naar het lichaam benadrukt het feit dat de nieren verloren water niet
kunnen aanvullen: het enige wat ze kunnen doen is het behouden. En zoals getoond in het mokmodel, als
het vloeistofverlies ernstig is en het volume onder de stippellijn komt, stroomt er geen vloeistof meer in
het handvat, net zoals een grote daling in het bloedvolume en de bloeddruk de nierfiltratie stopzetten.
De niermedulla creëert geconcentreerde urine
De concentratie, of osmolariteit, van urine is een maat voor hoeveel water wordt uitgescheiden door de
nieren. Wanneer het handhaven van de homeostase het verwijderen van overtollig water vereist,
produceren de nieren grote hoeveelheden verdunde urine met een osmolariteit van slechts 50 mOsM. Het
verwijderen van overtollig water in de urine staat bekend als diurese {dioureïne, in de urine
terechtkomen}. Geneesmiddelen die de uitscheiding van urine bevorderen, worden diuretica genoemd. Als
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Selectiediergeneeskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.14. You're not tied to anything after your purchase.