- De twee belangrijkste functies van de nieren zijn:
1. Excretie van afvalproducten
2. Reabsorberen van nutrienten die je niet kwijt wil.
Anatomie van de nier:
- Je hebt twee nieren.
- Het buitenste gedeelte is het schors en binnen in heb je het merg, waar de filtratie
plaatsvindt.
- Vanuit de nierkelken komt de urine in de nierbekken.
- De ureter brengt de urine naar de blaas toe.
- In de nieren zitten allemaal buisjes/nierbuisjes. Het begint met een glomerulus, een
bloedvaatje/capillair. Hier kan gefiltreerd en geresorbeerd worden. De gefiltreerde
nutrienten komen in het kapsel van bowman terecht. De glomerulus samen met het kapsel
van Bowman vormen het nierlichaampje. De urine komt in eerste instantie in de proximale
tubulus terecht. We zitten nog in het nierschors. Dan stroomt de urine naar beneden richting
het merg en komt het in de lus van Henle terecht. Dan zit je in het merg. Dan stroomt de
urnine omhoog en komt in de distale tubulus terecht (zit weer in het schors). Meerdere van
dit soort nierbuisjes dumpen de urine in een verzamelbuis. Dan komt de urine in een nierkelk
terecht en kan het naar de blaas stromen via de nierbekken.
- Bloedtoevoer: er gaat een vertakking van de aorta naar de nieren. De bloedvaten worden
steeds kleiner en lopen eerst helemaal naar het schors toe. De bloedvaten lopen dan tussen
de lobben door naar het schors. Uiteindelijk vormen de glomeruli. (zie uitgebreide uitleg
college anatomie).
,Excretie:
- Wat er uiteindelijk in de urine terecht komt is afhankelijk van de mate van filtratie,
reabsorptie en secretie (extra toevoeging aan de urine).
- Voorbeeld rekensom: om 1 liter urine te produceren: 20% van het bloedplasma wordt naar
buiten gepompt. De hematocrietwaarde is 50%. Van alle nutrienten wordt daarnaast 99,5%
weer gereabsorbeert. Ofwel om 1 liter urine te produceren moet er 200L de nieren in
geperst worden. Omdat er maar 20% van het bloed in de nieren wordt gepompt is dit dus
200L. Er stroomt dus x5 (100%) = 1000 L bloedplasma naar de nieren. Echter de Htc is 50 %
dus je moet ook de 50 % rode bloedcellen etc er nog bij optellen, dan kom je uit op 2000L
bloed voor 1 L urine.
,Filtratie:
- Is afhankelijk van de renale plasma flow (RPF, hoeveelheid bloed dat door de nieren stroomt)
en de glomulaire filtratie rate (GFR, hoeveel wordt er naar buiten geperst per minuut).
- Dit kun je berekenen.
- Vurine is de urine stroom in ml/min
- [Z]urine is de concentratie van stofje Z in mmol/L.
- Als de Vurine met [Z]urine vermenigvuldigd weet je hoeveel van stofje Z er per minuut naar
buiten komt in mmol/min.
- Als dat in de urine zit komt dat uit het bloed.
- [Z]plasma is de concentratie in het bloedplasma van stofje Z in mmol/L.
- Cz is het bloedvolume wat per minuut volledig van stofje Z wordt geklaard in mmol/min.
- De virtual arterial input moet gelijk zijn aan de excretion rate
- Dit kun je omschrijven naar een formule waarmee je kunt uitreken hoeveel bloed van een
stofje Z wordt gezuiverd.
- Cz = (Vurine x [Z]urine)/[Z]plasma
- De RPF bereken je ook met deze formule (in afbeelding is stofje Z PAH)
, - GFR: Er wordt zoveel gefiltreerd omdat er heel veel glomerulus zijn, ofwel je hebt een heel
groot oppervlak. De permeabiliteit is relatief hoog. De krachten die het bloedplasma naar
buiten duwen zijn ook relatief hoog. Je krijgt dan automatisch een hoge GFR. (later in sv
uitwerking van rekensommen).
Glomerulus:
- In de afferente arteriole komt het bloed de arteriole instromen.
- Het gaat dan naar de glomerulus
- Vervolgens stroomt het bloed via de efferente arteriole weer naar buiten.
- In die glomerulus zorgt de bloeddruk ervoor dat bloedplasma naar buiten wordt gedrukt. Dit
moet dan door de endotheelcellen heen gaan, dan moet het door de basaal membraan heen.
Daarnaast liggen er om het capillair een laag endotheelcellen welke met podocyten (soort
voetjes) in elkaar grijpen. Tussen deze podocyten zitten filtratiespleetjes, waar het
bloedplasma ook doorheen moet. Dit bestaat uit een aantal extracellulaire eiwitten welke
bepalen wat er wel en niet doorheen kan. Dan pas zit je in het kapsel van Bowman.
Permeabiliteit:
- Of een stofje in het kapsel van Bowman terecht kan komen hangt af van de grootte van de
filtratiespleetjes, maar ook van de lading van het zeefje. De zeef is negatief geladen. Positief
geladen stoffen gaan makkelijker naar buiten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MisterStudy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.