In deze samenvatting heb ik de leerdoelen uitgewerkt van de vakken Verpleegkundige Zorgverlening (VZ), Verpleegtechnisch Handelen (VT), Communicatie & Samenwerking (C&S) en Gedragsleer. VPK+G&T-B-KT.
Ook heb ik passende plaatjes en vragen met antwoord toegevoegd.
Ademhaling
Functie verpleegkundige
- Observeren van de kwaliteiten van ademhaling, zodat je normale waarden of
afwijkingen van de ademhaling kunt vaststellen.
- Eventueel hulpmiddelen gebruiken.
Frequentie en diepte
Ademhaling bewaken door de 4 kwaliteiten van de ademhaling waar te nemen:
1. Frequentie van de ademhaling: hoe groot is het aantal in- en uitademingen per
minuut?
2. Diepte van de ademhaling (hypo-/hyperpneu)
3. Regelmaat van de ademhaling (symmetrie, paradoxale ademhaling, bijgeluiden)
4. Ademhalingspatroon: is er steeds een terugkerend patroon in de ademhaling?
Langzame ademhaling zonder benauwdheid heeft geen verdere betekenis.
Snelle ademhaling zonder benauwdheid komt voor bij:
- Opwinding, hogere temperatuur, pijn bij diep ademhalen zoals bij een gebroken rib
of longvliesontsteking.
Normale ademfrequentie:
Kinderen vanaf 12 jaar en volwassenen 15-20 x per minuut adem
Kinderen van 5 tot 12 jaar 20-25 x per minuut adem
Kinderen van 2 tot 5 jaar 25-30 x per minuut adem
Kinderen van 1 tot 2 jaar 25-35 x per minuut adem
Kinderen jonger dan 1 jaar 30-40 per minuut adem
Ademhaling van zorgvrager met gebroken rib: ademhaling altijd oppervlakkig (ook in rust).
Ademhaling bij mensen die klagen over kortademigheid: snelle en diepe ademhaling, maar
ook snelle en oppervlakkige ademhaling is waar te nemen.
Klachten over benauwdheid: vragen wat zorgvrager bedoelt.
Ademhaling heeft vaak een regelmatig verloop: uitademing (expiratie) duurt iets langer dan
de inademing (inspiratie).
Ademritme wordt beïnvloed door de hersenstam, de plaats waar ademhalingscentrum zit.
Terminologie voor ademhalingspatronen
Apneu: geen ademhaling.
Dyspneu: kortademigheid/benauwdheid.
Hyperventilatie: overademhaling: langdurige en diepe ademhaling.
Kussmaulademhaling:
, - Vaak bij ketoacidose diabetes: hyperpneu, tachypneu.
Cheyne-strokesademhaling:
- Bij stervende zorgvragers, verminderde pompfunctie van het hart: hyperpneu,
hypopneu, apneu.
Zuchtende ademhaling
- Regelmatige ademhaling met af en toe een zucht. Normaal bij kinderen. Bij
volwassenen komt deze manier van ademhalen voor een hersenvliesontsteking en
hersenbeschadiging.
Happende ademhaling/gasping:
- Diepe inademing waarbij alle hulpademhalingsspieren worden aangespannen.
- Hoofd achter geworpen, onderkaak zakt naar beneden en mond staat open.
- Uitademing gebeurt volledig passief.
- Ademhalingsfrequentie: 5 x per minuut.
- Komt voor bij stervenden en bij mensen die na een ademhalingsstilstand weer
spontaan gaan ademen.
Atactische ademhaling
- Volledig onregelmatige ademhaling wat betreft diepte en frequentie.
- Komt voor bij slaapmiddelvergiftiging, ontwaken uit narcose en bij een hersentumor.
Geluid, geur en huidskleur
Geluid bij normale omstandigheden: zacht geruis.
Ergens in de luchtwegen een vernauwing: piepende en fluitende ademhaling (stridor).
Inspiratoire stridor
- Vernauwing zit hoog in de luchtwegen, boven de borstkas.
- Geluid tijdens inademing.
Expiratoir stridor
- Vernauwing zit lager dan de borstkas.
- Geluid bij uitademing.
Hoesten
- Krachtig uitademen bij een plotseling geopende stemspleet.
- Ontstaat wanneer de wand van de grote luchtwegen geprikkeld wordt door slijm of
als iets in het verkeerde keelgat terechtkomt.
Hik
- Plotselinge samentrekking van het middenrif waarbij stemspleet zich plotseling sluit.
- Kan wijzen op irritatie van het middenrif of van de zenuw die nar het middenrif loopt.
Hik heeft meestal niks te betekenen.
Geur van de ademlucht
- Uitgeademde lucht is normaal gesproken geurloos.
- Bij slechte gebitsverzorging kan de uitademingslucht ruiken.
- Foetor ex ore: onaangename geur uit de mond.
- Slechte adem kan veroorzaakt worden een infectie van de bovenste luchtwegen,
(alcohol, nier) vergiftigingen en stofwisselingsstoornissen.
- Ontregelde diabetes: acetongeur.
, Huidskleur in relatie tot ademhaling
Huidskleur wordt door 2 factoren bepaald:
- Hoeveelheid pigment in de huid.
- Doorbloeding van de huid: hoeveelheid zuurstof in het bloed.
Veel zuurstof: bloed rood.
Weinig zuurstof: kleur bloed donkerrood tot blauwachtig (cyanose).
Centrale cyanose: zuurstof arm bloed wordt door het hart in de aorta gepompt; slijmvliezen
worden cyanotisch.
Perifere cyanose: uit het bloed wordt veel zuurstof gehaald omdat het bloed traag door de
weefsels stroomt; vaak lichaamsuiteinden zoals vingers, tenen en neuspunt; door kou of
afknelling.
Ademhalingswaarden bepalen
Ademhalingswaarden bepalen door de ademhaling op te nemen.
- Ongemerkt doen zodat zorgvrager niet op een andere manier gaat ademhalen.
- Ademhaling tellen in combinatie met het tellen van de pols: pols vasthouden op de
borst van de zorgvrager, om beweging van in- en uitademing te voelen.
Zorgvrager gespannen: eerst pols tellen.
Zorgvrager voldoende ontspannen: frequentie van inademing tellen (dan voel je de borstkas
omhoog gaan) - > ademhaling wordt een halve minuut geobserveerd en vermenigvuldigt de
frequentie met 2.
Hulpmiddelen opnemen ademhalingsfrequentie
- Polsteller
- Secondewijzer op een horloge
- Secondewijzer op een klok
- Stopwatch (mobiel)
Circulatie bewaken
Functie circulatie/bloedsomloop
- Weefsels voorzien van zuurstof en voedingsstoffen, afvalstoffen en koolzuur
afvoeren.
- Doorbloeding van weefsels is vooral afhankelijk van de pompwerking van het hart:
- Taak VP: pompfunctie observeren, polsslag bepalen en bloeddruk opmeten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hbovgtstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.16. You're not tied to anything after your purchase.