100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdlijnen Huurrecht $10.72   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdlijnen Huurrecht

 26 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een handige en volledige samenvatting van huurrecht. De samenvatting telt 56 pagina's en behandelt de relevante onderwerpen één voor één. Zo ben jij goed voorbereid voor je tentamen. Echt optimaal voorbereid zijn? Schaf dan ook het document jurisprudentie huurrecht aan. Dit document bevat ui...

[Show more]

Preview 4 out of 61  pages

  • January 16, 2022
  • 61
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
HUUR
RECHT




Hoofdlijnen huurrecht
SAMENVATTING VAN HUURRECHT

,Hoofdlijnen huurrecht
1. De huurovereenkomst (algemeen)

De huurovereenkomst is een wederkerige overeenkomst. Boek 3 en boek 6 BW zijn ook van
toepassing, maar soms wordt er afgeweken. Zo is in art. 7:231 lid 1 BW bepaalt dat alleen de rechter
kan ontbinden als het gaat om verhuur van een onroerende zaak. Dat is een afwijking van art. 6:267
BW, de algemene regel dat een contractspartij buiten de rechter om kan ontbinden.

Wanneer is er sprake van een huurovereenkomst?  art. 7:201 lid 1 BW:
- De verhuurder verschaft huurgenot (‘in gebruik te verstrekken’);
- De huurder verbindt zich tot een tegenprestatie, doorgaans het betalen van huurpenningen;
De huurovereenkomst is een duurovereenkomst en wordt gesloten voor bepaalde of onbepaalde
tijd.

Verzuim heeft alleen te gelden bij (en dan is een ingebrekestelling dus vereist):
- Het vorderen van schadevergoeding (art. 6:74 lid 2 BW) en bij;
- Het vorderen van ontbinding (art. 6:265 lid 1 BW).

Als de verhuurder een vordering instelt die strekt tot betaling van de achterstallige huur, is dat een
vordering tot nakoming, art. 3:296 BW. Dan speelt verzuim helemaal niet en is een ingebrekestelling
dus niet vereist. Maar twee nuanceringen:
- Je moet dan naar de rechter voor die vordering. Dat is een soort ultimum remedium. In de
praktijk zal je niet meteen dagvaarden, maar eerst even sommeren en dus een briefje sturen
met het verzoek om te betalen;
- Daarnaast moet je wettelijke rente (vertragingsschade) vorderen: art. 6:119 BW. Omdat
wettelijke rente op grondslag van art. 6:74 BW wordt gevorderd, is verzuim wel vereist o.g.v.
lid 2. Maar het is zeer gebruikelijk dat in een huurovk een uiterlijke datum voor huurbetaling
wordt afgesproken (1ste v/d maand). Dat is aan te merken als fatale termijn en dan treedt
o.g.v. art. 6:83 sub a BW het verzuim van rechtswege in wanneer niet op de 1 ste v/d maand is
betaald. Let wel op met de maanden. Bijv. achterstallige huur over november en december:
vorder dan wettelijke rente over de huur van november: vanaf 1 november tot aan datum
betaling + wettelijke rente over de huur van december: vanaf 1 december tot aan datum
betaling.
o Huurovk tussen twee professionele partijen?  dan wordt de ovk als handelsovk
gekwalificeerd en moet je wettelijke handelsrente vorderen, art. 6:119a BW. Dit is
een implementatie van Unierecht dus de Nederlandse verzuimregeling geldt niet. De
handelsrente is hoger (zo’n 8% i.p.v. 2%) om debiteuren te prikkelen snel te betalen.

Ook t.a.v. van ontbinding geldt: verzuim vereist. Maar als ontbinding wordt gevorderd omdat de
termijn van betaling is verstreken  er is een fatale datum voor huurbetaling afgesproken tussen
partijen, dus ingevolge art. 6:83 sub a BW treedt het verzuim in zonder ingebrekestelling. Een
verweer dan een ingebrekestelling ontbreekt gaat dan niet op. Een verweer dan wel kan worden

1

,gevoerd is dat de tekortkoming (achterstallige betaling) onvoldoende ernstig is om ontbinding te
rechtvaardigen gelet op de tenzij-clausule van art. 6:265 lid 1 BW.
Ingevolge art. 6:91 BW kan een boetebeding worden gekoppeld aan de huurbetalingsverplichting.
Welke verweren kun je voeren als betaling van de boete wordt gevorderd?:
- O.g.v. art. 6:92 lid 2 BW kan je i.b. niet schadevergoeding én betaling van de boete vorderen:
hetgeen ingevolge een boetebeding verschuldigd is treedt i.p.v. schadevergoeding o.g.v. de
wet. Je kan nl. zeggen: boete is een soort schadevergoeding. Let op: dit is wel regelend recht;
- O.g.v. art. 6:94 lid 1 BW kan matiging van de boete worden gevorderd. HR Intrahof/Bart Smit:
de rechter behoort slechts bij uitzondering over te gaan op matiging van de boete, want
pacta sunt servanda is het uitgangspunt. Bij huur winkelpand is het al helemaal niet snel aan
de orde.

De contractuele bestemming die partijen aan het gehuurde geven – dus het afgesproken gebruik – is
beslissend voor het toepasselijke huurregime. Als wordt afgesproken dat het gehuurde wordt
gebruikt als supermarkt, betreft het 290-bedrijfsruimte (middenstandsbedrijfsruimte) en is afd. 7.4.6
BW van toepassing gelet op art. 7:290 lid 2 BW. Gaat het echter om een opslagloods, dan blijft afd.
7.4.6 BW buiten toepassing en heb je te maken met 230a-bedrijfsruimte o.g.v. art. 7:230a BW.

Opschorting vanwege gebreken en vermindering huurprijs (partiële ontbinding)
HR Hendrix/Peters  opschorting is eigenlijk een verweermiddel en kan ook pas voor het eerst in de
procedure naar voren worden gebracht.

Als de huurder zich rechtsgeldig kan beroepen op opschorting, betekent dit dat er geen tekortkoming
van de huurder is. Bijv. als de verhuurder, die de verplichting heeft om huurgenot te verschaffen, dit
niet doet omdat er gebreken zijn: verhuurder heeft herstelplicht o.g.v. art. 7:206 BW. Als bijv. het dak
lekt, kan de huurder de huurbetalingsplicht opschorten o.g.v. art. 6:262 BW, om de verhuurder onder
druk te zetten het dak te repareren. Lid 2: er geldt wel een proportionaliteit. Bijv. huur van €1.000
per maand en het dak lekt op een plekje: wat minder huurgenot, maar nog wel huurgenot. Dus dan
mag je maar een deel van de huur opschorten. Maar let op;
- HR Van Bommel/Ruijgrok  de eisen van redelijkheid & billijkheid brengen mee dat de
huurder voordat hij opschort (6:262) of ontbindt (6:265) de verhuurder over het gebrek moet
informeren. Zolang de verhuurder niet bekend is met het gebrek, mag je niet opschorten. De
verhuurder mag bijv. i.b. niet in een gehuurde woning komen en moet dus wel van het
gebrek weten. Opschorting is een verweermiddel van de huurder, dus de huurder mag
zonder meer opschorten zonder ingebrekestelling, maar dat is wel op eigen risico en de
huurder moet eerst melding maken, tenzij hij stelt en bewijst dat de verhuurder reeds in
voldoende mate bekend was met de gebreken om tot het nemen van maatregelen over te
kunnen gaan (r.o. 3.4);
- Is de verhuurder al bekend met het gebrek dat hij moet herstellen, dan mag gewoon worden
opgeschort, ook al heeft de huurder niet geïnformeerd. Bijv. HR Hendrix/Peters:
brandschade.

Let op: opschorting door de huurder leidt niet tot bevrijding van de betalingsverplichting. Wil je als
huurder bevrijd worden van een deel van je huurbetalingsverplichting over de periode waarin je
2

, opgeschort hebt, dan moet je over die periode van verminderd huurgenot de huurovk partieel
ontbinden en evenredige vermindering van de huurprijs vorderen, o.g.v. art. 6:265 BW jo. art. 7:207
BW (lex specialis van art. 6:270 BW). Als jij de huurovk (partieel) ontbindt om (gedeeltelijke)
bevrijding van je huurbetalingsverplichting te bewerkstelligen, kan de verhuurder verweer voeren
dat ontbinding geen terugwerkende kracht heeft o.g.v. art. 6:269 BW. Gaat een dergelijk verweer
op?

HR Van Bommel/Ruijgrok is van belang:
1. Ontbinding heeft weliswaar geen terugwerkende kracht, maar het is wel degelijk mogelijk
dat de huurder door ontbinding bevrijd wordt van betalingsverplichtingen die betrekking
hebben op het verleden en nog niet zijn voldaan, dit volgt uit de tweede zin van art. 6:271
BW. Vanaf het moment van de tekortkoming was er bevoegdheid om te ontbinden en vanaf
dat moment kan de huurder dan ook worden bevrijd van zijn betalingsverplichtingen;
2. Als vast komt te staan dat de verhuurder niet heeft geweten van het gebrek, is het dus toch
niet mogelijk om ontbinding te bewerkstelligen (huurder moet het gebrek melden).

Als de huurder niet het huurgenot krijgt dat hij mag verwachten, kan dit als een gebrek in de zin van
Art. 7:204 lid 2 BW worden aangemerkt. Als er sprake is van een gebrek dat voor de rekening van de
verhuurder komt, is de huurder bevoegd om de huurbetaling op te schorten en nakoming te
vorderen. Bij de huur van bedrijfsruimte is dit artikel van regelend recht. Doorgaans wordt het ROZ-
model gebruikt, waarin de mogelijkheid om tot opschorting v/d huur of tot huurvermindering over te
gaan contractueel uitgesloten is. Gedeeltelijke opschorting moet ingevolge art. 6:262 lid 2 BW wel
gerechtvaardigd zijn, dit moet de rechter zo nodig achteraf vaststellen (proportionaliteitseis).

Actualiteit: covid-19 als onvoorziene omstandigheid
Rb. Den Haag 21 januari 2021  horeca-uitbater vorderde vermindering van de huurprijs omdat hij
niet het afgesproken huurgenot zou hebben gehad vanwege de gedwongen sluiting door covid-19.
Hij vordert huurvermindering. Hij doet een beroep op onvoorziene omstandigheden in de zin van art.
6:258 BW. Let op: huurvermindering moet je zien als een vorm van gedeeltelijke ontbinding. De Ktr in
Den Haag vond dat er in feite sprake was van onvoorziene omstandigheden en achtte het niet reëel
dat het risico volledig bij de huurder dan wel de verhuurder wordt neergelegd. Daarom oordeelt de
Ktr dat er een huurvermindering van 50% plaatsvindt over de periode van sluiting van het café.


2. Toepasselijke huurregime en huurbescherming

Verschillende huurregimes
Onderscheid de volgende huurregimes:
- Huur van roerende zaken: algemene bepalingen afd. 7.4.1 t/m 7.4.4 van toepassing
- Huur van woonruimte: afd. 7.4.5 BW
- Huur van 290-bedrijfsruimte (middenstandsbedrijfsruimte): afd. 7.4.6 BW
- Huur van overige gebouwde onroerende zaken, 230a-bedrijfsruimte: algemene bepalingen
afd. 7.4.1 t/m 7.4.4 van toepassing + art. 7:230a BW. Hieronder valt:
o Overige bedrijfsruimte: bijv. kantoor, bank, fabriek, pakhuis, artsenpraktijk;
o Andere gebouwde onroerende zaken: bijv. sportkantine, garagebox.
3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller twan13. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.72
  • (0)
  Add to cart