Basis van efficiënte behandeling is een correcte diagnose.
Anamnese en klinisch onderzoek vormen de hoeksteen van de diagnostiek en bepalen de keuze van verdere
testen.
Casus: Vrouw van 61 meldt zich aan op uw wacht op spoedgevallen zaterdagochtend om 21u32.
1. Laat de patiënt haar verhaal doen.
2. De anamnese
o Systeemanamnese: op een systematische wijze de verschillende orgaansystemen overlopen
tijdens een anamnese.
Hoest, diarree, hartkloppingen, spierpijn, kan je tong uitsteken, koorts, gewicht verloren, in
het buitenland geweest,…
o Demografische gegevens: leeftijd, beroep,…
o Medische voorgeschiedenis
o Familiale voorgeschiedenis
o Allergie(ën)
o Medicatiegebruik
o Gebruik van alcohol, roken (PJ=pakjaren) , drugs
o Expositie anamnese: beroep/opleiding, hobby’s, huisdieren
3. Het klinisch onderzoek
o Vitale parameters
• Bloeddruk (mmHg)
• Pols (/min)
• Saturatie (%), AH freq (/min)
• Temperatuur
• Mentaal bewustzijn
• Pijnscore
DOEL → inschatten van de urgentie
o Inspectie: kijk naar de patiënt
o Palpatie: voelen of er problemen zijn vb. Als de buik gespannen staat = spierspanning → spoed!
o Percussie: door te tikken krijg je informatie over de vulling van een holte
o Auscultatie: luisteren met een stethoscoop
4. Differentieel diagnose (DD)
, = overzicht van welke mogelijkheden er zijn gerangschikt op basis van probabiliteit.
5. Werkhypothese
= verder testen om de hypothese te bevestigen/verwerpen
Met aanvullende testen:
Contrast: een vloeistof die we parentaal kunnen
toedienen & die in staat zal zijn om X-stralen te
absorberen → structuren intravasculair perfect
te visualiseren
Cytologie: een staal van een vloeistof genomen om onderzoek te doen naar de cellen
Biopsie: een stukje weefsel van een orgaan genomen om onderzoek naar te doen
Autopsie: onderzoek als de patiënt al dood is
6. Scoresystemen
→ Op basis van bepaalde symptomatologie wordt een bepaalde score gegeven.
Voorbeeld: Glasgow coma scale
Coma indien GSC < 8
E1M5V2 of lager
HOE? 1) kijken of de patiënt zijn ogen opent (E)
2) motorische respons (M)
3) verbale respons (V)
,Voorbeeld: DNR code (do not reanimate)
DNR0: Geen therapiebeperking
DNR 1:Geen reanimatie
DNR 2: Geen reanimatie en geen uitbreiding van de therapie
DNR 3: Geen reanimatie en afbouw van therapie
Voorbeeld: tumor classificaties
Stadium I, II, III, IV
Laat uniforme classificatie/ communicatie/ behandeling toe.
7. Therapie
o Symptomatische therapie: pijnvermindering
o Etiologische therapie: probleem aanpakken waar het zich stelt
VALIDITEIT VAN EEN TEST (EXAMEN)
SENSITIVITEIT Vermogen van een test om alle personen met een
betreffende ziekte te identificeren.
Percentage terecht positieve testen onder de
werkelijke zieken. Kans van een ziekte op een
positieve test.
SPECIFICITEIT Vermogen van een test om personen die niet lijden
aan de betreffende ziekten uit te sluiten.
Percentage terecht negatieve testen onder de
werkelijke niet zieken. Kans van niet ziekte op
negatieve test.
POSITIEF PREDICTIEVE WAARDE Wat is de kans dat indien de test positief test, de
persoon werkelijk de ziekte heeft.
NEGATIEF PREDICTIEVE WAARDE Wat is de kans dat indien de test negatief test, de
persoon werkelijk niet ziek is.
Prevalentie: 𝒂+𝒄 Hoe vaak komt de ziekte voor in
𝑻 de totale hoeveelheid van geteste
personen.
Sensitiviteit: 𝒂 True positive rate (varieert tussen
(𝒂 + 𝒄) 0 en 1)
, Specificiteit: 𝒅 True negative rate
(𝒃 + 𝒅)
Positief predictieve waarde: 𝒂 De kans dat een positief resultaat
(𝒂 + 𝒃) echt positief is.
Negatief predicitieve waarde: 𝒅 De kans dat een negatief resultaat
(𝒄 + 𝒅) echt negatief is.
Voor bevestiging: heel specifieke test (hoge specificiteit)
Voor screening: heel gevoelige test (hoge sensitiviteit)
Ziektetoestand:
o ziek: totaal 30
o niet ziek: totaal 30
testresultaat:
o positief: totaal 51
o negatief: totaal 9
Sens = enkel naar de zieken
kijken
Spec = enkel naar de
gezonden kijken
PPV = alleen naar de
positieven kijken
NPV = alleen naar de
negatieve kijken
Wat als we het afkappunt verlagen?
Als het afkappunt verlaagd wordt, dan
zal de sensitiviteit verhoogd worden. Je
kan zeker zijn dat als iemand negatief
test, dat die ook echt niet ziek is. Je krijgt
vals positieven.
Alle zieken worden geïdentificeerd.
STEL: negatieve test (onder de lijn)
→ alle gezonde mensen
→ goed voor SCREENINGSTEST
Rood → positief getest, maar zijn gezond.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ETHK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.