WG Straf(proces)recht I
Inhoudsopgave
Sfeerovergang.....................................................................................................................................................3
Werkgroepopdrachten.........................................................................................................................................3
Week 2 Verhoor en nemo tenetur.................................................................................................................. 5
Verdachte art. 27 lid 1 Sv.....................................................................................................................................5
Rechten en plichten van/bij verdachte.................................................................................................................7
Werkgroepopdrachten........................................................................................................................................7
Betreden en doorzoeken....................................................................................................................................13
Werkgroepopdrachten BOB..............................................................................................................................14
Werkgroepopdrachten betreden en doorzoeken..............................................................................................16
Week 4 Mr. Big-methode............................................................................................................................. 18
Kritiek op de methode........................................................................................................................................19
, Casus Sjaak Vos..................................................................................................................................................50
Week 1 Controle vs. Opsporing
Materieel strafrecht wat is strafbaar
Formeel strafrecht schrijft de procedure voor waarlangs de materiële recht dient te
worden gehandhaafd.
Wraking als de rechter vooringenomen is, kan de rechtbank worden gewraakt.
Opsporing art. 132a Sv
- Onderzoek naar strafbare feiten
- Onder gezag van de OvJ door opsporingsambtenaren
art. 141 Sv algemene opsporingsambtenaren, namelijk OvJ, agenten,
Koninklijke Marechaussee, bijzondere opsporingsdiensten.
art. 142 Sv buitengewoon opsporingsambtenaren hebben een beperkte
bevoegdheid, namelijk slechts het gebied dat door de minister is aangewezen.
Je ziet deze verschillende opsporingsdiensten, omdat zij zijn belast met
specialistische gebieden.
- Nemen van Strafvorderlijke beslissing een beslissing die op enige wijze van
belang kan zijn voor de uiteindelijke berechting van het feit.
Hierbij heb je vaak een graad van verdenking nodig. Als verdachte ben je niet
verplicht om mee te werken, niet gehouden bewijs tegen jezelf te leveren (nemo
tenetur-beginsel).
Verbaliseringsplicht art. 152 Sv Opmaken proces-verbaal van de opsporing. De
beginselen van een goede procesorde mogen niet worden geschonden. Op deze
manier kunnen de rechters controleren of de opsporing volgens de wet geschied art.
1 Sv. Opmaken proces-verbaal achterwege laten (lid 2).
Vormen van opsporing
1. Klassieke opsporing redelijke vermoeden dat er een strafbaar feit is
begaan. Dit vindt enkel plaats op voltooide strafbare feiten.
2. Vroegsporing Het gaat om zware strafbare feiten die in georganiseerd
verband worden gepleegd of beraamd (plannen) en de rechtsorde ernstig
schokken. Bij het maken van het plan, kan je dus al opsporen.
3. Aanwijzingen lage graad van verdenking, bij terrorisme. Alles wat je kunt
onderzoeken, mag je onderzoeken.
4. Verkennend onderzoek informatiepositie art. 126gg e.v. Sv
5. Repressieve controle Inzetten van een controlebevoegdheid met het
ontdekken van strafbare feiten als doel. Je mag deze controle niet alleen
gebruiken voor het ontdekken van strafbare feiten (verbod van détournement
de pouvoir).
Controle het toezicht op de naleving van bestuursrechtelijke verplichtingen. Bijv.
controleren van rijbewijs, alcohol of technische staat van de auto door auto’s stil te
,houden op de weg (art. 160 WVW). Deze bevoegdheid kan tegen iedereen worden
toegepast. Als burger ben je verplicht om mee te werken.
Sfeercumulatie
De controlefase en opsporingsfase overlappen. Je gebruikt de controlebevoegdheid
voor het opsporen. Voorwaarden:
1. Bevoegdheid voor opsporing en controle
2. Geen détournement de pouvoir de controlebevoegdheid mag niet
uitsluitend worden ingezet ten behoeve van de opsporing. Je moet ook de
controlebevoegdheid uitoefenen, dus mede controleren.
3. Bij een verdachte moeten de rechten (waarborgen) in acht worden genomen.
De inzet van de controlebevoegdheid mag geen inbreuk maken op de rechten
van de verdachte. Bijv. inspecteur van de belastingdienst gebruikt zijn
controlebevoegdheid bij iemand terwijl, diegene al verdachte is.
Arrest Controle vs. Opsporing
Arrest Dynamische verkeerscontrole In dit arrest is ook het rijbewijs en
kentekenbewijs gecontroleerd en zijn de controlebevoegdheden dus niet uitsluitend
gebruikt voor opsporen. De politie mag echter niet discrimineren door een voertuig
voor verkeerscontrole te selecteren uitsluitend of hoofdzakelijk op basis van etnische
of religieuze kenmerken van de bestuurder of inzittende. In dit geval niet uitsluitend,
want ook andere objectieve gegevens naast Oost-Europese man (arme wijk, leasen)
Direct discrimineren op de mens zelf
Indirect gediscrimineerd beleid wat tot gevolg heeft dat mensen gediscrimineerd
worden (dus Oost-Europese busjes controleren).
Sfeerovergang
Per toeval ontdek je tijdens de controlebevoegdheid een strafbaar feit, dus stap je
over naar de opsporingsbevoegdheid. 2 soorten:
- Voortgezette toepassing je springt over naar een andere wet, bijv. stilzetten
o.g.v. WVW maar op het moment dat er drugs uitvalt stap je over op de
Opiumwet.
Arrest Geweer voortgezette toepassing is toegestaan, indien:
1. Bevoegdheid voor opsporing en controle
2. Geen détournement de pouvoir de controlebevoegdheid mag niet
uitsluitend worden ingezet ten behoeve van de opsporing. Je moet ook de
controlebevoegdheid uitoefenen, dus mede controleren. Deze eis doet zich in
de praktijk bijna nooit voor.
- Zuivere sfeerovergang zelfde wet, bijv. stopzetten van een auto o.g.v. de
WVW en gaat over op diezelfde wet. Toegestaan, indien er een bevoegdheid
is voor opsporing en controle.
Werkgroepopdrachten
Casusvraag I
Jack en Hans houden zich bezig met afpersing van vastgoedhandelaren en
bankiers. Jack en Hans ruziën al enige tijd over het leiderschap van de
criminele bende. Op een dag zit het Jack zo hoog dat hij besluit zijn wapen uit
de auto te pakken en Hans neer te schieten. Meteen slaat hij op de vlucht in zijn
grijze Tesla. Na een paar minuten komt Jack in een alcoholverkeerscontrole
terecht. Op het moment dat hij moet blazen, ziet de verbalisant een vuurwapen
, op de achterbank liggen. De verbalisant houdt Jack op heterdaad aan voor
verboden wapenbezit (art. 26 WWM).
a. Zet gemotiveerd uiteen of de handelwijze van de verbalisant rechtmatig is.
Tijdens de controle ontdek je het strafbare feit per toeval. Er is dan sprake van
sfeerovergang. Er is hier sprake van voortgezette toepassing, omdat je overgaat van
de WVW naar WWM. Toegestaan indien, arrest Geweer:
- Beide bevoegdheden i.c. verbalisant, hij mag beide bevoegdheden uitoefenen
art. 53 Sv.
- Geen sprake van détournement de pouvoir omdat de verbalisant het wapen per
toeval ziet.
Stel dat, anders dan hierboven, de verbalisanten op de hoogte zijn van het
gepleegde strafbare feit op het signalement van de dader en de beschrijving
van de vluchtauto (een grijze Tesla). De verbalisant laat Jack stoppen onder het
mom van een verkeerscontrole. Zodra Jack stopt en de ramen opendoet, vraagt
de verbalisant: ‘Wat is uw rol geweest bij de moord op Hans?’ Op het moment
dat Jack wil antwoorden, ziet de verbalisant een vuurwapen op de achterbank
liggen. De verbalisant houdt Jack aan voor doodslag (artikel 287 Sr).
b. Zet gemotiveerd uiteen of de handelwijze van de verbalisant rechtmatig is.
Hier is sprake van sfeercumulatie, omdat de verbalisant al op de hoogte waren van
het strafbaar feit dus er was al sprake van opsporing toen ze de controlebevoegdheid
gebruikten. Toegestaan, mits arrest controle vs opsporing en dynamische
verkeerscontrole:
- Beide bevoegdheden Het is een opsporingsambtenaar dus voor beide
bevoegd.
- Geen detournement de pouvoir de verbalisant heeft geen verkeerscontrole
gedaan. Hij vroeg gelijk naar de moord. Dus niet aan voldaan.
- Waarborgen verdachte Niet aan voldaan, hij is namelijk niet op zijn rechten
gewezen. Er is een verhoorvraag gesteld, maar geen cautie.
Casus Gebutst Pools busje
In district Gelderland-Zuid ervaart de politie veel overlast van auto’s met een
Oost-Europees kenteken. Daarom heeft de districtsleiding besloten om auto’s
met een dergelijk Oost-Europees kenteken vaker te controleren, omdat daar
‘’vaak van alles mis mee is’’. Zo ook op een late zondagavond in september. Op
dat moment ziet de politie tijdens een surveillance op de A73 ter hoogte van
afslag Malden richting Nijmegen, een oude witte bestelbus met deuken rijden
met een Pools kenteken. Hierop besluiten twee politieagenten de auto aan een
verkeerscontrole te onderwerpen en hem te doen stilhouden art. 160 WVW. De
bestuurder geeft onmiddellijk gehoor aan het stopteken en laat op verzoek van
de verbalisant zijn rijbewijs en kentekenpapieren zien. Uit de controle van het
rijbewijs blijkt dat de bestuurder een tijdelijk rijverbod (art. 179 WVW) opgelegd
heeft gekregen wegens rijden onder invloed (art. 8 WVW). Hierop wordt de
bestuurder aangehouden voor het overtreden van het rijverbod.
Dit is een sfeerovergang, want er wordt gecontroleerd en per toeval komen ze achter
het tijdelijk rijverbod. De controlebevoegdheid is niet ingezet om dit strafbaar feit te
ontdekken. Er is niet direct gediscrimineerd, maar wel discriminerende gevolgen door
het beleid dat wordt gevoerd, dus indirect.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bojansen2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.