Medisch Beeldvormende En Radiotherapeutische Technieken
Keuzemodule MBRT
All documents for this subject (1)
3
reviews
By: julialietmeijer100 • 4 months ago
By: carolien77 • 2 year ago
By: lauragritter • 1 year ago
Seller
Follow
birgitvanzuiden
Reviews received
Content preview
MBRT Keuzemodule Samenvatting
College 1: Ioniserende straling en radioactiviteit
Geschiedenis van straling:
- Wilhelm Conrad Röntgen (1895): ontdekte dat snelle elektronen die een metaal treffen
straling veroorzaken (X-stralen die later röntgenstraling genoemd werd)
- Met een fluorescoop kan je röntgenfoto’s maken
Straling= elke overdracht van energie vanuit een bron naar de omgeving zonder dat hiervoor een
medium (lucht, water, iets waardoor het heen gaat) nodig is → Bijvoorbeeld licht
Atoombouw:
- Atoom= kleinste scheikundige element die herkenbare bouwstenen zijn.
- Atoomkern= protonen (+) en neutronen, en elektronen (-) eromheen
- Elektronen: hebben een kernbinding → ze worden aangetrokken door de kern dus zweven
eromheen
A
- XZ : A= massagetal (p+n), Z= atoomnummer (p), X= element
Radioactiviteit:
- Radioactiviteit= uitzenden van ioniserende straling → kans op weefselschade
- Isotopen/nucliden= instabiel en veranderen spontaan in een andere atoomsoort
(desintegreren) en dit is radioactief (ioniserende straling)
- Desintegratie: Omdat het deeltje stabiel wil worden, stopt ook pas als dat is gelukt
Radioactieve straling:
- Alfastraling= heliumatoom 42He er steeds af
- Bèta-straling= elektronen 0-1e er steeds af
- Gammastraling= foton/lichtdeeltje eruit
- Straling reflecteert niet (UV niet in ieder geval)
Doordringend vermogen:
- Alfadeeltje: stopt door papier
- Bètadeeltje: door papier, gestopt door plastic (gaat in opperhuid, komt er niet uit)
1
, - Gammadeeltje: door papier/plastic, gestopt door lood/beton
- Hoe groter deeltje, hoe beter te stoppen
Typen Straling:
Elektromagnetische straling Deeltjes
Niet-ioniserend Radiogolven Komt nauwelijks voor
Warmtestraling
Licht
ioniserend Röntgenstraling Alfa en bèta-straling
Gammastraling Elektronen
Protonen en neutronen
Gammastraling= van nature aanwezig
Röntgen= zelfde als gamma maar opgewekt
Halfwaarde tijd= tijd dat het duurt dat een hoeveelheid stof gehalveerd is
- Bij radioactieve stof
Kathode wordt heel warm, tot hij elektronen vrijlaat, elektronen worden aangetrokken naar het
midden plaatje, en die wordt weerkaatst naar buiten
2
, Eenheden die te maken hebben met straling:
- Gray (Gy) = geabsorbeerde dosis → 1 Gy = 1 J/kg
- Sievert (Sv)= equivalente dosis ioniserende straling waaraan een mens in
een bepaalde periode is blootgesteld → 1 Sv= 1 J/kg
- Omrekenen Gy naar Sv → H= D*Wr (stralingsweegfactor)
Bij alfastraling is 1 Gy= 20 Sv
Bij bètastraling is 1 Gy= 1Sv
- Becquerel (Bq)= Het aantal atoomkernen dat per seconde radioactief
vervalt → hoe hoger, hoe sneller het vervalt
Beschermende maatregelen tegen straling: afscherming (lood/beton), afstand tot bron (dosis neemt
kwadratisch af), minder tijd bij bron
Paar bijwerkingen straling: permanente verkleuring, tijdelijke aantasting opperhuid, orgaanschade,
kans op kanker
College 2: Radiotherapie
Diagnosticeren kanker:
- Eerst bloedonderzoek → tumormarkers (bijvoorbeeld Prostaat Specifiek Antigeen, BRAC1
en 2 bij borstkanker)
- Klinische stadiering (weefselbiopt) → endoscopie, Pathaloog Anatoom onderzoekt weefsel
→ je kunt bij longtumor niet zomaar biopt nemen
- Beeldvormende onderzoeken: Röntgenonderzoek, CT, MRI, Echografie, Nucleaire
geneeskunde, PET
Tumor: verbruikt heel veel suiker → een radioactief stofje kan plekken vinden waar veel glucose zit
en zo valt een tumor op (bij bijvoorbeeld een PET-CT)
- TNM-classificatie
• T: Tumor → T0 tot T4 (T4 is dat het meerdere organen betreedt)
• N: Nodus (lymfeklieren) → 1= 1 positieve klier, 2= 2 en 3= meer klieren aangetast
• M: Metastasen → 0 of 1
Behandelingsmogelijkheden:
- Chirurgie
- Radiotherapie
- Chemotherapie
- Hormoontherapie
- Immunotherapie (anti-hormoontherapie): als mammacarcinoom op oestrogeen groeit, geef
je anti-hormonen zodat de groei wordt geremd → wel veel bijwerkingen en het is duur
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller birgitvanzuiden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.