Het recht
Het recht zorgt voor vrede, veiligheid en gelijkheid in onze samenleving. Het weerspiegelt
onze normen, waarden en idealen. En het recht dient ertoe zo veel mogelijk conflicten te
voorkomen en bestaande conflicten op te lossen.
Het recht heeft 4 belangrijke functies.
Normatieve functie: In het recht liggen normen vast die aangeven wat wenselijk en wat
onwenselijk gedrag is. Veel ethische fatsoensnormen zijn dan ook rechtsnormen. Je krijgt
deze normen (goed & fout) al mee vanaf kinds af aan.
Instrumentele functie: Het recht is een instrument van de wetgever om bepaald gedrag bij
mensen te realiseren. Bijvoorbeeld: In Nederland is de regel dat we aan de rechterkant van
de weg rijden. Dit is niet uit normbesef, maar omdat de wetgever dit bepaald heeft.
Aanvullende functie: Als mensen vergeten goede afspraken te maken met elkaar, dan
kunnen ze terugvallen op de regels van het recht. Bijvoorbeeld: een band vergeet afspraken
te maken over de verdeling van de royalty’s. De wet vult dan aan: er is sprake van
gezamenlijk auteursrecht en daarom moeten de leden van de band de royalty’s gelijk
moeten verdelen.
Geschil oplossende functie: Wanneer twee of meer partijen hun conflict niet zelf kunnen
oplossen, dan zal een onafhankelijke derde een besluit nemen. Dit doet de rechter.
4 Rechtsbronnen
De wet: een wet is een geschreven rechtsregel. Wetten vind je in verschillende wetboeken.
De nationale wetten worden gemaakt door de formele wetgever (de regering (= koning +
ministers) en de statengeneraal (= 1e + 2e kamer).
Wetten in formele zin: worden opgesteld door de formele wetgever. Bijvoorbeeld artikel 1
van de Grondwet verbod op discriminatie.
Wetten in materiele zin: Alle bepalingen die volgens hun inhoud als een wet gezien kunnen
worden. Inhoudelijk spreken we van een wet in materiele zin als de wet algemeen
verbindende voorschriften (avv’s) bevat (regels die voor iedereen gelden). Zowel formele- als
lagere wetgevers (provincies of gemeentes) kunnen deze wetten opstellen.
De jurisprudentie (rechtersrecht): Het recht komt voort uit de rechtspraak. Recht moet
telkens opnieuw geïnterpreteerd en uitgelegd worden. Dit doet de rechter. Wanneer een
wet niet duidelijk op het geschil (de situatie) toegepast kan worden, vult de rechter het gat
op door het te interpreteren/ uit te leggen. Voorbeeld: als er geen goed passende wet voor
het geschil is, dan legt de rechter de onduidelijke regel uit of formuleert zelfstandig een
nieuwe regel die geldt in dat geschil. Het hangt altijd van de context af.
Het verdrag: Een verdrag is een afspraak gesloten door staten (onderling) en/of
volkenrechtelijke organisaties (bijv. de Verenigde Naties). Als twee of meer staten en/of
volkenrechtelijke organisaties een internationale samenwerking aangaan, dan leggen zij dat
vast in een verdrag (= dus een soort contract).
1. In een verdrag kunnen rechten en plichten vastgelegd worden.
2. In een verdrag kunnen staten rechten opnemen die over hun burgers gaan.
3. Verdragen kunnen internationale organisaties en internationale tribunalen (tijdelijke
of permanente internationale gerechtshoven) in het leven roepen. Bijvoorbeeld: de
VN.
, Het gewoonterecht: Gewoonterechtelijke regels zijn niet in de wet vastgelegd, maar rechters
kunnen deze regels wel meenemen in hun beslissing. Het gewoonterecht wordt ook wel het
ongeschreven recht genoemd. In het internationaal recht komen deze regels nog vaak voor,
in Nederland is bijna alles vastgelegd in de wet.
Omdat de creatieve industrie innovatief is en zich blijft ontwikkelen, willen ze niet bij elke
nieuwe ontwikkeling een nieuwe wet opstellen, want het moet rechtszekerheid bieden.
Hierdoor worden in wetten open normen gebruikt.
Open normen: De wetten zijn zo ruim opgeschreven dat zij in de tijdsgeest geïnterpreteerd
kunnen worden. Rechters mogen dit zelfstandig interpreteren. Hierdoor kunnen er in de
rechtspraak nieuwe eisen en criteria voor een wet ontstaan. De betekenis van een wet kan
veranderen, door de nieuwe ontwikkelingen of voortschrijdende inzichten.
Nederlands recht
Het Nederlands recht bestaat inhoudelijk uit verschillende rechtsgebieden, maar er valt een
tweedeling te maken tussen het privaatrecht en het publiekrecht.
Privaatrecht: geeft regels en wetten die gelden voor en tussen burgers (natuurlijke
personen) onderling, tussen burgers en bedrijven (rechtspersonen) en tussen bedrijven
onderling. Het privaatrecht is een breed rechtsgebied. De verschillende rechtsgebieden van
het privaatrecht hebben vaak met elkaar te maken en kunnen in elkaar overvloeien. De
rechtsgebieden van het privaatrecht:
1. Het verbintenissenrecht: Een verbintenis is een handeling van een of meerdere
(rechts)personen. Het aangaan van een overeenkomst behoort tot het
verbintenissenrecht. Het speelt een belangrijke rol in de creatieve industrie.
2. Het intellectueel-eigendomsrecht: is een rechtsgebied dat gaat over de bescherming
van voortbrengselen van de menselijke geest. Tot dit rechtsgebied behoren rechten
als het auteursrecht en het merkenrecht. Bijvoorbeeld: een boek, schilderij of liedje.
3. Goederenrecht: over wie eigenaar is van een bepaald goed en hoe hij dat kan
overdragen.
4. Ondernemingsrecht: over de interne en externe juridische zaken van
ondernemingen.
5. Personen- en familierecht: over juridische zaken die in een gezin of familie kunnen
spelen, zoals trouwen, scheiden en adoptie.
6. Arbeidsrecht: over alle juridische zaken tussen de werkgever en de werknemer.
Publiekrecht: gaat over wetten en regels die van toepassing zijn tussen burgers en
overheidsorganen, en tussen overheidsorganen onderling. Overheidsorganen hebben
bepaalde taken die allen zij mogen uitvoeren. Om dat in goede banen te leiden en ervoor te
zorgen dat de belangen van de Nederlandse burger gewaarborgd blijven, bestaan er de
regels van het publiekrecht. Zo’n orgaan kan een gemeente zijn, maar ook de officier van
justitie die in een strafzaak een verdachte aanklaagt. De rechtsgebieden van het
publiekrecht:
1. Staatsrecht: geeft regels over de organisatie van de Nederlandse staat. De regels
bepalen bijvoorbeeld hoe een nieuw kabinet tot stand komt.
2. Bestuursrecht: gaat over regels waar de overheid zich aan moet houden bij het
nemen van beslissingen. Het geeft organen van de overheid enerzijds instrumenten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evamutsaers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.