100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Architectuur in context B $11.26   Add to cart

Summary

Samenvatting Architectuur in context B

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Document betreft de samenvatting van de syllabus van de geschiedenis van de architectuur uit het vak Architectuur in context B. Een samenvatting over de geschiedenis van de stedenbouw vind je ook op mijn profiel indien nodig. Succes!!

Preview 4 out of 33  pages

  • January 17, 2022
  • 33
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1 ‘Hoe moeten we bouwen? Het architectuurdiscours op
het einde van de 19e eeuw

De 19e eeuw en het hoogtepunt van de burgerlijke cultuur

De 19e eeuw karakteriseren a.d.h.v. 3 revoluties, revolutie maakt voorgaande situatie ongedaan.

o Industriële Revolutie
• Uitvinding stoommachine  mechanisering productieproces + schaalvergroting
• Opkomst spoorwegen  vervoer van goederen en goedkope arbeidskrachten
• Plattelandsvlucht + bevolkingstoename  sanering + inplanting is thema in 19e eeuw
o Politieke Revolutie
• Dominantie vorstelijk absolutisme en landadel verdwijnt
• Bourgeoisie domineert  bankiers, industriëlen, etc.  kapitaal i.p.v. grondbezit
• Economisch liberalisme  staat moet gunstig kader creëren voor private initiatief
o Socio-culturele Revolutie
• Verwetenschappelijking, objectivering van de wereld
• Kunst werd domein voor persoonlijke gevoelingsuitingen


2 tegenstrijdige gevoelens domineren 19e eeuw

o Opwinding van het vooruitgangsgeloof  Wereldtentoonstelling
• Londen (1851) + Parijs (1889)
• Oorlog om consumptie en techniek, niet meer om territorium
• Fascinatie voor exotische, wereld komt naar ons toe
o Nostalgie naar een verloren tijd
• Persoonlijk museum van eigen herinneringen (Nostalgie + escapisme)


In welke stijl moeten we bouwen?
Nieuwe programma’s


Nieuwe sociaaleconomische context leidde tot nieuwe opdrachtgevers  rijke burgers + overheden

o Industrie  flexibele fabrieken, montagehallen, spoorwegen
o Cultuur  opera, musea  netwerken smeden, reputaties onderhouden
o Toerisme  stations, luxehotels
o Gecentraliseerde natiestaat  parlementsgebouwen en presidentiële paleizen
o Hygiëne en disciplinering  ziekenhuizen, gevangenissen

Gebruik nieuwe bouwtechnische principes  tweespalt

o gietijzer, staal, vlak glas, beton  in representatieve gebouwen?
o Bedekt met mantel van schoonheid en waardigheid

,De Ecole des Beaux-Arts en het stijldebat
o Spanning tussen infrastructuur en schoonheid tot uiting brengen
o Model voor architectuuronderwijs
o 2 kenmerken
• Archeologische benadering  Klassieke Oudheid als referentiepunt
• Ontwerp als academische oefening  Functionaliteit en monumentaliteit samen
• Opera, Garnier, Parijs (1857-1874) + Penn Station, McKim, NY (1910)

Probleem van de 19e eeuw

o Geen architecturale vertaling van wetenschap en techniek
o Besef van imperfectie van Grieken en Romeinen
o Hübsch 1828, In welke stijl moeten we bouwen?  architecturale vormen koppelen aan ideologie 
historicisme en eclecticisme


Historicisme
Teruggrijpen naar een bepaalde architectuurstijl uit het verleden omwille van haar ideologische of
cultuurhistorische betekenis.

o 2e helft 19e eeuwse Neogotiek in België
• Diep Christelijk
• Middeleeuwen  Gouden tijd Vlaanderen (nationalisme)
• Ideale maatschappij in tegenstelling tot 19e eeuwse klassentegenstellingen
• Sint-Lucasscholen  christelijke waarden in moderne maatschappij opleggen
• Provinciaal Hof, Brugge (1890-1920)  Spanning tussen programma en vorm


Eclecticisme
Het combineren van planconcepten, vormen en constructietechnieken uit verschillende
kunsthistorische periodes om zo een nieuwe, persoonlijke stijl te ontwikkelen.
o The Dream of the Architect, Cole, 1840
• Geschiedenis als catalogus van voorbeelden, heden = culminatie van verleden
• Egypte, Griekenland, Rome
• Breuk tussen Middeleeuwen en Classicisme
• Creativiteit = vindingrijkheid van combinatie van elementen
o Eclecticisme in België
• Koninklijke Sint-Mariakerk, Schaarbeek, Van Overstraeten (1844-1853)
• Centraal Station, Antwerpen, De la Censerie (1894-1905)
• Justitiepaleis, Brussel, Poelaert (1866-1883)


Exotisme
o Wereldtentoonstelling, Parijs, 1900
• Japanse Toren, Laken, Marcel (1901-1904)
• Chinees Paviljoen, Laken, Marcel (1901-1904)

Arts & Crafts Movement
Ruskin  reactie op voorgaande  behoefte aan ambacht en traditie  mooi = goed

,De aanloop naar het Modernisme
De notie van ‘hedendaagsheid’
Moderniteit = levensconditie als gevolg van processen van industrialisering, verstedelijking, rationalisering en
individualisering  individu losmaken uit traditie, lokale

o Weerstand
• Historicisme en Eclecticisme
o Medewerking  Modernisme
• Modernisme = geheel van esthetische bewegingen en ideeën die voortkwamen uit de
zoektocht naar een architectuurstijl die de eigen tijd kan uitdrukken.
• Duits filosoof, Hegel, 1770-1831  idee van ‘vooruitgang’
• Elke nieuwe periode is een (tegen)reactie op de vorige  Vooruitgang
• Elk tijdperk bezat een karakter, de Zeitgeist Moderniteit = 19e eeuw
• Hoe kan een hedendaagse architectuurstijl tot stand komen?  hoe zijn vormen en stijlen in
het verleden ontstaan?


Eugène-Emmanuel Violet-le-Duc
o Frans rationalisme – Entretiens sur l’architecture (1863-1872)
• Eigentijdse architectuur ontstaat uit functionele en structurele eisen, artistieke kwesties zijn
bijkomende eisen
o Historisch Materialisme
• Choisy, Histoire de l’architecture (1899)
• Geschiedenis als verslag van constructieve en bouwtechnische evoluties


Godfried Semper
o Duits idealisme – Die vier elemente der Baukunst (1851)
• Fundering, wanden, dakstructuur en ornament
• Geschiedenis door intrinsieke krachten in  aanpassing aan omstandigheden


Ingenieurs, de herauten van de moderniteit
o Ingenieurs hadden minder last van esthetische besognes  experimenteerden
o Les Halles de Paris, Baltard (1855-1866)
• Herstructurering onder Haussman  staal en glas + ventilatie, verlichting, circulatie
o Moulins Menier, Saulnier (1872)
• Eerste zichtbare gietijzeren skelet, gevels niet dragend, vlies?
o Eiffel
• Pont du Garabit (1884)  esthetiek vloeit voort uit weerstandsberekeningen
• Eiffeltoren (1887)
• Vrijheidsbeeld (1876)
• Esthetiek en materiaaleigenschappen


Conclusie
o Zoektocht naar alternatieven voor overheersende historicisme
• Ingenieursesthetiek
• Structurele en vormelijke aspecten vloeien voort uit rationele en economische principes

, Hoofdstuk 2 ‘Art Nouveau en de weg naar abstractie’

‘Art Nouveau’: context en bronnen
Art Nouveau (1898-1905)  kortstondige, ‘nieuwige’ effect

o Reactie op ‘onwaarachtigheid’ van historicisme, eclecticisme  overdreven monumentaliteit
• Bouwstijl paste niet bij progressieve elite
• Interne krachten zichtbaar maken (Japanse prenten)
• Sympathie voor arbeidersbeweging
o Arts & Crafts
• Morris & Ruskin  herwaardering handenarbeid, traditie en kwaliteit
• Creëren van harmonisch totaalkunstwerk  interieur, meubilair, decoratie, etc.
o Constructief Rationalisme
• Eerlijke expressie van constructiedetails + gebruik van moderne materialen  structuur en
ornament samen
• Old England, Brussel, Saintenoy (1899)
• Metrostation Abesses, Parijs, Guimard (1900)
o Politiek en maatschappij
• Progessieve stijl van jonge industriële elite


Victor Horta
Belangrijkste architect van Art Nouveau (1861-1947)

o Academie Gent  Beaux-Arts Parijs (Wereldtentoonstelling 1889)
• Ideeën Viollet-le-Duc  De huid van een gebouw moet structuur subtiel verraden
o Brussel (stage bij Balat, 1895-1905)
• Koninklijke serres, Laken
o Na de stage
• Burgerwoningen  architectuur als organisme, symbiose tussen bewoner en woning
• Introspectief  dynamisch, eerlijk, hiërarchisch, lichtheid
o Hôtel Tassel (1893-1895)
• Herinterpretatie Brusselse rijwoning
• Circulatie en lichtopname combineren
• Achthoekige vestibule halve verdieping naar tuin, zijdelings naar overdekte foyer 
trappenpartij brengt licht en dynamiek binnen
• Spanning massiviteit steen en lichtheid smeedijzer
o Hôtel Solvay (1895-1900)
• Herinterpretatie Brussels herenhuis
• Trap brengt licht en beweging in woning
• Spiegels, tropisch hout, marmer
o Hôtel Van Eetvelde (1895-1897)
• Hoogtepunt
• Twee volumes verbonden door wintertuin
• Twee assen  looplijnen langer maken
• Centrale vestibule als netwerking element
o Maison du Peuple (1896-1899)
• Stalen frame in gevel  gotische bouwprincipes  licht en lucht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jenteboelaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.26
  • (0)
  Add to cart