Aantekeningen Goederenrecht.
Week 1 goederenrechtelijke begrippen, absolute en relatieve
rechten.
Goederen.
Maakt onderdeel uit van vermogensrecht. Een vermogen is juridisch gezien bezittingen en schulden.
Goederen zijn het positieve deel van het vermogen. Bezittingen en schulden = goederen en schulden.
Goederen bestaan uit rechten en zaken.
Verschil rechten en zaken.
Dat zaken stoffelijk zijn, je kunt ze vastpakken, en rechten (vermogensrechten) zijn dat niet.
Vermogensrechten
Bezittingen
Schulden
(goederen)
Zaken Rechten
Kenmerken zaak.
1. Het is stoffelijk.
2. Het vertegenwoordigt waarde (emotionele waarde of waarde in geld).
3. Er moet heerschappij over moet kunnen uitoefenen (je moet er gezag over hebben).
4. Een voorwerp is pas een zaak als het 1 geheel vormt. Alle onderdelen van een zaak noemen wij
bestanddelen.
Bestanddeel.
Art. 4:3 BW. In dit artikel kun je zien wanneer je te maken hebt met een bestanddeel.
Criteria bestanddeel 1: Iets dat volgens de verkeersopvattingen een wezenlijk onderdeel uitmaakt
van een hoofdzaak.
Criteria bestanddeel 2 (het beschadigingscriterium): een zaak die met een hoofdzaak zodanig
verbonden wordt dat zij daarvan niet kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van
betekenis wordt toegebracht aan een der zaken, wordt bestanddeel van de hoofdzaak.
,Natrekking.
Art. 3:5 BW. De eigenaar van de hoofdzaak is tevens eigenaar van de bestanddelen.
Eigendomsvoorbehoud.
Zorgt ervoor dat de leverancier eigenaar blijft van de zaak ondanks de levering totdat er is betaald.
Onroerende en roerende zaken.
Art. 3:3 BW. Onroerende zaken zijn de grond, en alles wat daar vast aan zit. Roerende zaken zijn
zaken wat je kunt verplaatsen.
Registergoederen.
Goederen waarvan de rechtspositie is opgenomen in een register (alle onroerende zaken zijn
registergoederen). Grote schepen en vliegtuigen komen daar nog bij. Voor overdracht van een
registergoed is inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk.
, Zakelijke rechten (limitatieve opsomming).
Eigendomsrecht.
Het hypotheekrecht.
Pandrecht.
Recht van vruchtgebruik.
Recht van erfdienstbaarheid.
Erfpachtrecht.
Opstalrecht.
Appartementsrecht.
Zakelijke rechten die alleen op zaken kunnen (Boek 5).
Een aantal van deze acht rechten worden altijd op een zaak (stoffelijk object) gevestigd. Die rechten
staan in boek 5 van het Burgerlijk Wetboek. Namelijk:
Zakelijke rechten die op zaken of rechten (goederen) gevestigd kunnen worden (Boek 3).
1. Het hypotheekrecht
2. Pandrecht
3. Recht van vruchtgebruik
Wanneer een dergelijk recht wordt gevestigd op een zaak dan is het een zakelijk recht, wordt het
gevestigd op een recht dan is het geen zakelijk recht.
Absolute rechten.
Alle 8 bovenstaande rechten zijn absolute rechten. Dat betekent dat je die rechten kun handhaven
ten opzichte van iedereen. Niemand mag daar inbreuk op maken.
Relatieve rechten (persoonlijke rechten).
Persoonlijke (relatieve) rechten kun je maar tegenover 1 of een groep personen handhaven. Die
persoon is de persoon waarmee je een verbintenis hebt.
Volledige en beperkte rechten.
het eigendomsrecht is het meest omvattende recht dat iemand op een zaak kan hebben. Meer
zeggenschap over een zaak is niet mogelijk. Het eigendomsrecht noemt men een volledig recht,
omdat het niet uit een ander recht is afgeleid. Bij alle andere absolute rechten op een zaak is dit wel
het geval. Deze rechten, zoals opstal, erfdienstbaarheid en vruchtgebruik, zijn afgeleid van het
eigendomsrecht. Daarom noemt men deze rechten beperkte rechten. Beperkte rechten hollen als
het ware het volledige recht gedeeltelijk uit. Wie een vruchtgebruik op zijn huis vestigt, holt daarmee
zijn eigendomsrecht uit, want de vruchtgebruiker mag voortaan in het huis wonen. De eigenaar blijft
wel eigenaar, maar zijn rechten zijn nu beperkt, want hij kan zijn huis niet meer zelf gebruiken.
Beperkte rechten zijn vervolgens weer onder te verdelen in zekerheidsrechten en genotsrechten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stefsnippe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.