GS Hoofdstuk 12 De Tweede Wereldoorlog
12.1 Nazi-Duitsland en het fascisme in Europa
Kenmerkende aspecten:
37: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
38: Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
facisme/nationaalsocialisme.
Duitsland was vanaf 1919 een democratische (Weimar)republiek. Na WOII verloren mensen
hun vertrouwen in de democratie en het kapitalisme. Regeringen waren niet stabiel en er
waren grote economische problemen. Verlangen naar een sterke leider en angst voor het
communisme Adolf Hitler kwam in de jaren 20 met het nationaalsocialisme. Dit is een
variant op het fascisme=ideologie die in de jaren 20 opkwam in Italië o.l.v. Benito Mussolini
=sterke staat o.l.v. een sterke man en gericht tegen democratie, kapitalisme en
communisme.
Kenmerkend voor het nationaalsocialisme was het extreme antisemitisme (Jodenhaat),
racisme (indelen van mensheid in rassen, uitgaande van dat zij een verschillende oorsprong
hebben) en discriminatie (apart beoordelen en behandelen van een bepaalde groep).
Nationaalsocialisme ging ook uit van het leidersbeginsel=politieke leider belichaamt de wil
van het volk, staat daarom boven de wet en mag absolute gehoorzaamheid eisen.
1933: Hitler werd rijkskanselier en verbood alle partijen, behalve de NSDAP. Democratie
kwam zo tot een einde. Door propaganda (via communicatiemiddelen en partijdagen van de
NSDAP voor het geven van een gevoel van verbondenheid) werden de
nationaalsocialistische idealen verspreid. Burgers die zich openlijk tegen nazi’s verzetten
kregen te maken met terreur en geweld door de geheime staatspolitie en de knokploegen
van de nazi’s.
Het Arische ras stond volgens Hitler bovenaan. Zigeuners en Joden behoorden tot lagere
rassen. Joden werden beschuldigd van de economische en politieke problemen van
Duitsland, omdat er veel Joden in de bakwereld werkten.
Uitsluiten van Joden: Joden mochten niet meer trouwen met niet-Joden, ze verloren hun
burgerrechten en tijdens de ‘Kristallnacht’ werden synagogen, winkels en huizen aangevallen
en in brand gestoken.
Hitler had beloofd economische problemen op te lossen. Met het Deutsche Arbeitsfront
(DAF) (stelde arbeidsvoorwaarden vast) hoopten nazi’s klassenstrijd te voorkomen en de
nationale eenheid en economie te verbeteren.
Prioriteit: bestrijden werkloosheid. Werklozen werden ingezet voor wapenproductie, het
aanleggen van snelwegen en in het leger. De overheid maakte schulden en Hitler schond het
VvV (te groot leger en te veel wapens). DL: gemengde economie en economisch niet meer
afhankelijk van het buitenland. Algemeen belang telde, niet van het individu. DL: totalitaire
staat, alsnog veel waardering voor Hitlers daadkracht.
Antisemitisme laaide al eerder op in het eind van de 19e eeuw, toen het nationaalsocialisme
opkwam. Joden = minderheid = doelwit.
In Italië: 1922: duizenden mannen zetten o.l.v. Benito Mussolini de regering in Rome onder
druk. 1926: Mussolini werd dictator. Hij beloofde werkloosheid op te lossen en herinnerde de
Italianen aan hun trotse verleden (Romeinse Rijk).
1928: in Portugal nam een fascistische generaal de macht over. Daarna Hitler in DL.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vitavanhoof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.