Hoofdstuk 1 – Financial Statements and Business Decisions:
Interne beslissers van het bedrijf: de managers. Zij hebben informatie nodig over de
bedrijfsactiviteiten van het bedrijf om de operationele, investerings- en
financieringsactiviteiten van het bedrijf te beheren.
Externe beslissers van het bedrijf: Aandeelhouders en crediteuren. Zij hebben informatie
nodig over dezelfde bedrijfsactiviteiten om te beoordelen of het bedrijf in staat zal zijn om
zijn schulden met rente terug te betalen en dividenden uit te keren aan de aandeelhouders.
Accounting: Een systeem dat financiële informatie over een organisatie verzamelt en
verwerkt (analyseert, meet en vastlegt) en die informatie rapporteert aan besluitvormers.
Drie financial activities:
- Financing Activities: Het lenen of terugbetalen van geld aan geldschieters en het
ontvangen van extra geld van aandeelhouders of het betalen van dividenden.
- Investing Activities: Het kopen of verkopen van artikelen die gebruikt kunnen
worden als investering.
- Operating Activities: Het dagelijkse proces van het kopen van ingredieënten en
vervolgens later weer verkopen en geld ontvangen tegen een hogere prijs.
De vier basis financiële statements:
- Balans (Balance Sheet)
- Resultatenrekening (Income Statement)
- Overzicht van het eigen vermogen (Statement of Stockholders’ Equity)
- Kasstroomoverzicht (Statement of Cash Flows)
Balans (statement of financial position): een overzicht van alle bezittingen, schulden en het
eigen vermogen van een Accounting Entity op een bepaald punt.
Accounting Entity: een organisatie waarvoor financiële gegevens worden verzameld.
Aan het begin van de balans staan 4 dingen:
- Naam van de entiteit (organisatie)
- Titel van de verklaring (Balans)
- Specifieke datum van de verklaring
- Maateenheid (miljoenen, miljarden)
Income Statement = Statement of Income, Statement of Earnings, Statement of operations,
Statement of comprehensive income
Geeft de opbrengsten en kosten (en hierdoor winst of verlies) weer over een
bepaalde periode.
Opbrengsten = Kosten + Netto winst
,Overzicht van het eigen vermogen (Statement of Stockholders’ Equity):
Geeft de verandering van het Eigen Vermogen weer over een bepaalde periode.
Begin + Nettowinst – Dividend +/- overige opbrengsten/kosten = Eind
Kasstroomoverzicht (Statement of Cash Flows / Cash Flow Statement):
Geeft het inkomend- en uitkomend geld weer in een bepaalde periode in de 3 categorieën
(oprating, investing and financing).
+/- Cashflow van Operating Activities
+/- Cashflow van Investing Activities
+/- Cashflow van Financing Activities
Change in Cash
+ Begin van de cashflow balans
Eind van de Cashflow
Toelichting (voetnoten): Geeft aanvullende informatie over de financiële toestand van een
onderneming, zonder deze toelichting kan de jaarrekening niet volledig worden begrepen.
Generally Accepted Accounting Principles (Algemeen aanvaarde boekhoudprincipes)
(GAAP): De meet- en openbaarmakingsregels die worden gebruikt om de informatie in
financiële overzichten te ontwikkelen.
Bijvoorbeeld hoeveel interest de managers en aandeelhouders krijgen.
De vroegere SEC (Securities and Exchange Commission) is nu de huidige FASB (Financial
Accounting Standards Board).
Waarom is GAAP belangrijk voor managers en externe gebruikers:
- Het heeft effect op de verkoopprijs van de aandelen van een bedrijf
- Het heeft effect op het bedrag van bonussen ontvangen door management en
werknemers
- Het zorgt voor een verlies van concurrentie-informatie aan andere bedrijven
AUDIT: Een onderzoek van de financiële rapporten om ervoor te zorgen dat bedrijven
daadwerkelijk weergeven wat ze beweren en dat dit in overeenstemming zijn met algemeen
aanvaarde boekhoudprincipes (GAAP). De verantwoordelijkheid voor deze Financiële
Statements ligt bij het management van het bedrijf.
Boekhoudcyclus:
1. Journaalposten maken
2. Grootboekrekening bijwerken
3. Proef & Saldi balans opstellen
4. Voorafgaande journaalposten maken
5. Gecorrigeerde saldibalans maken
Totaal overzicht (Statement of other comprehensive income): geeft de ongerealiseerde
winsten weer.
,Hoofdstuk 2 – Investing and Financing Decisions and the Accounting System:
Primaire doelstelling van financiële rapportage aan externe gebruikers:
Het verstrekken van financiële informatie over de rapporterende entiteit/organisatie die
nuttig is voor bestaande en potentiële investeerders, kredietverstrekkers en andere
crediteuren bij het nemen van beslissingen over het verstrekken van middelen aan de
entiteit.
De meeste gebruikers zijn geïnteresseerd in informatie om hen te helpen de bedragen,
timing en onzekerheid van de toekomstige kasinstroom en -uitstroom van een bedrijf te
beoordelen.
Relevent information: Informatie die een beslissing kan beïnvloeden; het heeft
voorspellende en/of feedbackwaarde.
Getrouwe weergave (faithful representation): Vereist dat de informatie volledig, neutraal
en vrij van fouten is.
Aanname van afzonderlijke entiteit (separate entity assumption): Stelt dat zakelijke
transacties gescheiden zijn van de transacties van de eigenaren.
Continuïteitsveronderstelling (Going Concern Assumption): Stelt dat bedrijven geacht
worden in de voorzienbare toekomst te blijven opereren (ook wel Continuity assumption
genoemd).
Aanname van monetaire eenheid: Stelt dat boekhoudkundige informatie moet worden
gemeten en gerapporteerd in de nationale munteenheid zonder enige aanpassing voor
veranderingen in koopkracht.
Mixed-attribute waarderingsmodel: Toegepast op het meten van verschillende activa en
passiva van de balans.
Kostprijs (historische kostprijs): De contante waarde van een actief op de transactiedatum.
Ingehouden winsten (Retained Earnings): Cumulatieve inkomsten van een bedrijf die niet
worden uitgekeerd aan de eigenaren en opnieuw worden geïnvesteerd in het bedrijf.
Transactie:
- Een uitwisseling tussen een bedrijf en een of meer externe partijen bij een bedrijf.
- Een meetbare interne gebeurtenis zoals het gebruik van activa in operaties.
Externe gebeurtenissen: Dit zijn uitwisselingen van activa, goederen of diensten door een
partij voor activa, diensten of beloften om (verplichtingen) te betalen van een of meer
andere partijen.
Interne gebeurtenissen: Dit zijn onder meer bepaalde gebeurtenissen die geen
uitwisselingen zijn tussen de onderneming en andere partijen, maar niettemin een direct en
meetbaar effect hebben op de entiteit.
Rekening: Een gestandaardiseerd formaat dat organisaties gebruiken om het dollareffect
van transacties op elk financieel overzichtsitem te accumuleren.
Transactieanalyse: Het proces van het bestuderen van een transactie om het economische
effect op het bedrijf te bepalen in termen van de boekhoudkundige vergelijking.
, Nominale waarde (Par value):
- De nominale waarde per aandeel van de voorraad
- Een andere naam voor obligaties opdrachtgever, of de looptijd van een obligatie
We kunnen het Eigen Vermogen splitsen:
- Ingebracht kapitaal (Contributed Capital):
o Gewone aandelen (common stock): De basis-stemgerechtigde aandelen
uitgegeven door een vennootschap.
o Agioreserve (additional paid-in capital): het bedrag van het ingebrachte
kapitaal minus de nominale waarde van de aandelen.
- Verdiend kapitaal (Earned Capital):
o Ingehouden Winstreserve (Retained Earnings)
Boekhoudcyclus: Het proces dat door entiteiten wordt gebruikt om transacties te analyseren
en vast te leggen, de records aan het einde van de periode aan te passen, financiële
overzichten op te stellen en de records voor de volgende cyclus voor te bereiden.
Memoriaal journal (General journal): Een chronologische volgorde van de effecten van elke
transactie.
Grootboek (general ledger): Een overzicht van de effecten op en saldi van elke rekening.
Journaalpost (Journal Entry): een boekhoudmethode voor het uitdrukken van de effecten
van een transactie op rekeningen in een debet-gelijk-credit formaat.
Crediteuren (VV-) - 500 euro
AAN Bank (B+) + 500 euro
T-account (grootboekrekening): Een hulpmiddel voor het samenvatten van transactie-
effecten voor elke rekening, het bepalen van saldi en het trekken van conclusies over de
activiteiten van een bedrijf.
Van balans 500 Naar balans 580
A 80
Proefbalans (Trial balance): Een lijst van alle rekeningen met hun saldi om de gelijkheid van
debet- en credits te controleren.
Vaste activa (Noncurrent assets): Activa die langer dan een jaar meegaan.
Vlottende activa (Current Assets): Activa die in het komende jaar worden gebruikt of in
contanten worden omgezet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NoavanDijk2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.