100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Vennootschapsrecht $5.54   Add to cart

Summary

Samenvatting Vennootschapsrecht

 43 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In het document staan alle notities, die Prof Vanhees ook maakt in de colleges, met bijkomende extra info die hij verteld heeft.

Preview 4 out of 35  pages

  • January 18, 2022
  • 35
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Vennootschapsrecht
Redenen om een vennootschap op te richten
- U wil uw geld investeren met iemand die een goed idee heeft
- Fiscale redenen
a. Laag loon voor uzelf, maar grote jaarlijkse winstuitkering  minder fiscale
last op een dividend dan op lonen
b. Doorgeven van vermogen naar volgende generatie, makkelijker
2 belangrijke redenen:
1. Ideale samenwerkingsvorm tussen mensen: samenwerkingsverband met iemand,
met een juridische structuur. Welke?
a. Arbeidsovereenkomst? Niet zo interessant, altijd ondergeschikte en een baas.
Geen gelijkheid
b. Vennootschap is ideaal: gelijkheid. Vennoten zijn volledig gelijkwaardig aan
elkaar. bv. aantal aandelen kopen van Colruyt. U wordt aandeelhouder, dus
bent u volledig gelijkwaardig aan alle andere aandeelhouders. Desondanks
dat u er vele minder heeft. Uw pakket aandelen bepaald wel uw macht. U
mag een vraag stellen aan het bestuur, maar ze hoeven daar niets mee te
doen, aangezien u een zware minderheid heeft. U kan niet zomaar
beslissingen gaan nemen.
2. Beperking van uw aansprakelijkheid
a. Onderneming kan failliet verklaart worden: risico zonder juridische structuur
 u kan alles kwijt geraken, schuldeisers mogen aanspraak maken op uw
persoonlijke spullen (huis, laptop,…)
b. Vennootschap biedt u de mogelijkheid om uw aansprakelijkheid te beperken:
stukje van uw vermogen beschermen.

Bronnen van het vennootschapsrecht
Wetswijziging (1 mei 2019): nieuw wetboek
1. Redenen voor de hervorming:
- # Types vennootschappen verminderd
- Minimum kapitaal, groot probleem voor vele jonge starters
- Heel strikte reglementering  nu versoepeld (veel regels nu van suppletief recht ipv
dwingend recht)
- vroeger burgerlijke vennootschap (geen handelsactiviteit) en handelsvennootschap
(economische activiteit)  nu geen onderscheid meer, alle vennootschappen zijn
ondernemingen en zijn onderworpen aan dezelfde regels




1

,Verschillende niveaus
1. Nationale niveau
- WVV (Wetboek van Verenigingen en Vennootschappen)
- overeenkomstenrecht: tot 2019 vennootschap=overeenkomst 
geldigheidsvereisten voor een overeenkomst gelden ook nog voor een
vennootschap, dus blijft toepasbaar
2. Europese niveau
- richtlijnen: stellen doel op, doelstelling = harmoniseren van nationale wetgeving
- verordeningen: moet niet meer omgezet worden, direct toepasbaar
- VWEU (Verdrag Inzake Werking vd EU): bevat o.a. kartelregels, de 4 vrijheden
(diensten, kapitaal, mensen, goederen), vrije vestiging (vennootschappen moeten
zich kunnen verplaatsen)
3. Internationale niveau (minder belangrijk, weinig aandacht aan)
- verdragen

Mogelijkheden
Vroeger (voor 1 mei 2019): vennootschap = overeenkomst  min. 2 pers. om op te richten
Nu: u kan alleen een vennootschap oprichten
 NV en BV, de rest nog steeds min. 2 pers. (behalve CV: min. 3 pers.)

Wat is een vennootschap? art.1:1 WVV
Als u vennoot wil worden, moet u een inbreng doen!
Wat? Verschilt van vennootschap tot vennootschap. bv. sportschoenen en trainer, kennis
Als u een aandeel koopt, dan doet u een inbreng  u betaald ervoor
<-> vzw, daarin moet u niets inbrengen
Winstoogmerk en winstverdeling: doelstelling = winst maken en uitkeren aan de vennoten
 in praktijk niet altijd waar

Onderscheid vennootschap en andere rechtsfiguren
1. Vennootschap <-> onderneming
- inbreng
- winstoogmerk + verdeling
2. Vennootschap <-> onverdeeldheid
- geen gemeenschappelijk doel bij onverdeeldheid
- bv. goederen die u erft komen in onverdeeldheid ≠ onderneming
3. Vennootschap <-> vereniging 1:2
- vereniging wordt opgericht door overeenkomst (min. 2 pers.)
- vereniging heeft belangeloos doel, winstoogmerk ≠ hoofddoel
4. Vennootschap <-> stichting 1:3



2

,Basisvormen
Vroeger 15 vennootschapsvormen, nu 4:
1. Maatschap
2. BV (Besloten Vennootschap)
3. NV (Naamloze Vennootschap)
4. CV (Coöperatieve Vennootschap)
Pas op: ook nog enkele Europese vennootschapsvormen (gecreëerd voor alle lidstaten v EU)
1. Europese vennootschap (Europese NV)
2. Europese CV
3. EESV (Europees economisch samenwerkingsverband)

Verschillende vennootschapstypes art.1:5 WVV
§1
Vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid
§2
Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid
§3
EESV, als rechtspersoon

Typedwang of gesloten systeem
U mag alleen de types kiezen, die de wet voorziet!
Als u iets anders zou creëren, dan gaat men u herleiden naar een van de types. Dit kan
juridische gevolgen hebben, dus moet u mee oppassen.

Wat is rechtspersoonlijkheid?
Fysiek persoon: naam (identificeerbaar), nationaliteit, vermogen, adres,
handelingsbekwaam (u kan overeenkomsten sluiten, iemand voor de rechtbank dagvaarden
of zelf gedagvaard worden)
Rechtspersoon: entiteit die in het juridisch systeem exact gelijk is als een fysiek persoon.
Bestaat, maar is niet zichtbaar.
bv. 3 personen richten een vennootschap met rechtspersoonlijkheid op. Entiteit wordt
opgericht, losstaand van de 3 personen, met dezelfde kenmerken als een fysiek persoon.
De vennootschap kan alles doen wat u ook kan doen; dagvaarden etc.
Zonder rechtspersoonlijkheid? Geen aparte entiteit, ligt in het verlengde van de 3 personen.
Geen onverdeeldheid, maar u creëert iets dat onverdeeld is maar geen eigen entiteit heeft.




3

, Rechtspersoonlijkheid ≠ beperkte aansprakelijkheid
1. Zonder rechtspersoonlijkheid
a. vennoot 1 heeft persoonlijke schulden
 waar kunnen persoonlijke SE beslag op nemen? Persoonlijk vermogen van
V1, maar kunnen niet zomaar aan gemeenschappelijke pot (onverdeeldheid)
vd 3 vennoten
b. vennootschap heeft schulden
 SE zullen eerst beslag nemen op gemeenschappelijke pot, maar meestal
zit daar niet genoeg in. SE mogen dan naar het vermogen vd vennoten zelf
gaan. Onbeperkte aansprakelijkheid, geen entiteit gecreëerd die losstaat vd
vennoten.
2. Met rechtspersoonlijkheid
a. vennoot 1 heeft persoonlijke schulden
 SE nemen beslag op persoonlijk vermogen van V1. Onmogelijk dat SE rest
vd schulden uit de pot vd rechtspersoon neemt. (bv. aandelen van Colruyt en
schulden, deurwaarder zal niet naar Colruyt kunnen gaan voor uw schulden.)
b. vennootschap (RP) heeft schulden
 SE zullen eerst beslag nemen op de goederen vd RP, kan SE gaan naar
vermogen vd vennoten als de RP niet volstaat?
i. beperkte aansprakelijkh.: SE kunnen niet naar vermogen vd vennoten
1. BV
2. NV
ii. onbeperkte aansprakelijkh.: SE kunnen naar vermogen vd vennoten
1. VOF
Ontstaan van rechtspersoonlijkheid art. 2:6  art. 2:8

Begrippen
Iedere vennootschap (met/ zonder RP) = onderneming
Burgerlijke vennootschap – handelsvennootschap: geen onderscheid meer sinds 2019
Vennootschappen met (art. 1:5 §2) en zonder (art. 1:5 §1) RP
Personenvennootschappen (bv. VOF, maatschap) <-> kapitaalvennootschappen (bv. NV)
- Personenvennootschap
o Kan u vergelijken met een intuitu personae overeenkomst: waarin de
hoedanigheid vd personen essentieel is. U gaat de overeenkomst aan omdat
u het met die bepaalde persoon wilt sluiten.
o U heeft vertrouwen in uw medevennoten en hun persoonlijkheid is
determinerend voor het oprichten van uw vennootschap.
- Kapitaalvennootschap
o Doet er niet toe wie uw medevennoot is, enige interesse is: de vennoot die
erin stapt moet middelen ter beschikking stellen vd vennootschap


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maximeopsomer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.54. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.54
  • (0)
  Add to cart