100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting definities en termen sociologie $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting definities en termen sociologie

 9 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

alle tegengekomen begrippen

Preview 3 out of 13  pages

  • January 18, 2022
  • 13
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Begrippenlijst sociologie
Hoofdstuk 1
Contigent: niet noodzakelijk/onmogelijk
Arbitrair: willekeurig
Rechtspositivisme: ongeacht de inhoud of doelen de wet respecteren zolang deze tot stand is
gekomen op een correcte manier

Meerderheidsregel: als de meerderheid hierop heeft ingestemd, wordt het aanvaard
Civiele religies: (Rousseau) religies die aandacht voor burgerdeugd centraal stellen
Religie van de mensheid: streven naar maatschappelijke orde


Hoofdstuk 2
Empirisch-analytische taak: samenlevingsvormen, organisaties, groepen, … in beeld brengen,
inzicht verwerven in de samenhangen die zich daarin voordoen en vat krijgen op de regelmaten en
oorzaak-gevolgrelaties die zich erin aftekenen

 Niet veronderstellen dat, maar onderzoeken wat waar wanneer

De kritische taak: problematiseren van het zelfsprekende, dieperliggende werkelijkheid aantonen
die men soms niet onder ogen wilt zien

De praktische taak: iets menselijkere aanpak, focust op het leren begrijpen, waarderen en genieten
Gifteconomie: baseert zich op drie principes: het geven, het accepteren en op lange termijn het
terugschenken van gifts (diensten, goederen, ...)

 Is een sociaal verschijnsel met drie functies
- Politieke functie: hiërarchische verhouding van schuldeigenaar en schuldeiser
- Religieuze functie: morele regels
- Economische functie: circulatie van geschenken



Hoofdstuk 3
Empiricisme: niet a priori nemen wat de mens is en doet, maar observeren -> samenlevingen gaan
zicht werpen op zichzelf

Utilitarisme: (Hume en Bentham) morele waarde van een handeling wordt afgemeten aan de
bijdrage die deze handeling levert aan het algemeen nut, waarbij onder algemeen nut het welzijn en
geluk van alle mensen wordt verstaan. Doel: pijn minimaliseren en plezier maximaliseren -> ultieme
doel van de mens: nut (plezier-pijn)

 De mens wordt gedreven door passies en rede

,Averechtse moraal: goedbedoelde moraal; iemand die gelukt heeft wordt beloond, iemand die
ongeluk heeft wordt gestraft

Mattheüs-effect: (Robert Merton) aan hen die heeft, zal gegeven worden. Van wie niets heeft, zal
het weinige dat hij heeft ontnomen worden

 Pervers effect: (Boudon) onbedoeld, ongewenste gevolg



Self-denying prophecy: zelfvernietigende voorspelling
 Als men teveel een voorspelling gaat volgen, zal het de voorspelling ontkrachten
(voorspelling van veel nood aan architecten binnen 5 jaar -> meer mensen gaan architectuur
studeren -> teveel architecten op de markt)

Self-fulfilling prophecy: zelfbevestigende voorspelling
 Een foute voorspelling geloven kan ervoor zorgen dat men zal handelen zoals de
voorspelling, en dit uiteindelijk bevestigen

Individualisme: gedachtegang en rechten van het individu gaan boven het belang van de
samenleving

 Het rationeel handelen zorgt soms voor onbedoelde perverse effecten

Collectieve actie: verwijst naar actie die samen wordt ondernomen door een groep mensen wiens
doel het is hun toestand te verbeteren en een gemeenschappelijk doel te bereiken

Normatief: geeft aan hoe het hoort


Hoofdstuk 4
Eenheid-individu maatschappij: (durkheim) individuen zijn product van de samenleving, de
samenleving wordt gecreëerd door hun handelen en denken. Maar het geheel (de samenleving) is
meer dan de som van de samenstellende delen (de individuen)

 Het begrip dat er voor een normale maatschappij een eenheid moet komen tussen
individuen en de samenleving

De ziekterol: (talcott parsons) wordt beschreven adhv twee kenmerken:
- Ziekterol wordt toegekend: de persoon is niet in staat om normaal te functioneren
↳ De rol kan worden toegekend door hoger liggende personen (moeder, arts, …)
↳ Laatste woord ligt bij arts
- De zieke wordt niet gestraft voor de onbekwaamheid, maar moet wel meewerken aan
zijn genezing

Individualistische kijk op de ziekte: probleem in het organisme

Collectivistische kijk op ziekte: zien welke rol er wordt gegeven aan ons als zieke en welke taken we
moeten vervullen

Reductionistisch: kijken naar de fundamentele delen in plaats van het geheel

,  Fysieke toestand is fundamenteel gegeven
 Kijken nr wetenschap om ziekte te bepalen



Emergentisme: kijken naar alle componenten (is complementair aan reductionisme)
 Ziekte wordt beïnvloed door toestand en ziekterol
 Kijken naar hoe de samenleving en alle componenten errond ziekte zien

Collectivisme: nadruk leggen op de samenhang tussen mensen in groepsverband, collectivistische
waarden hechten zich vooral aan traditie, veiligheid, sociaal gedrag en conformisme (= zich houden
aan de regels)

 Collectivistische samenleving bestaat uit rollen, normen, patronen van verwachtingen
 Eenheid tussen individu en samenleving is van belang



Hoofdstuk 5
Rol: bundel van verwachtingen die kenmerken geeft van de positie, nodig voor bepaalde sociale
stabiele relaties

Rollenset: het geheel van rollen die aan 1 positie is verbonden
Vb: positie: student -> rol naar: medestudenten, proffen, vrienden, ouders, …

 Het vervullen van verschillende rollen zorgt voor een rollenconflict

Functionalisme: stroming in de sociologie en culturele antropologie die uitgaat van de
veronderstelling dat sociale verschijnselen een bepaalde functie vervullen in de samenleving en dat
sociale verschijnselen onderling samenhang vertonen.




Conflictsociologie: elk sociaal systeem wordt niet gekenmerkt door consensus, maar door conflict
- Conflicttheorie 1: sociaaldarwinisme
= geloof dat vooruitgang enkel kan worden gemaakt door conflict en competentie tussen
groepen en dat bevoorrechte groepen daarom een biologische superioriteit hebben
 Mens is een berekende egoïst die zich niet door waarden en normen laat remmen

Struggle for existence: universele drijfveer van het menselijk handelen (gebaseerd op
struggle for life)

- Conflicttheorie 2: marxisme
 Kapitalistische samenleving is gebaseerd op competitie en conflict nr meer privébezit



Westerse dramaturgische theorie: de persoon is belangrijk, rol is oppervlakking en kan opzij
worden geschoven

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sabinadenaeyer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71184 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  1x  sold
  • (0)
  Add to cart