Alle hoorcollege aantekeningen van Development, Learning, and Behavior
All for this textbook (1)
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Psychologie
Ontwikkelings- En Onderwijspsychologie (6461PS007)
All documents for this subject (33)
Seller
Follow
Mehmett
Reviews received
Content preview
College 1
How children develop - CH. 02 (44-70)
Prenatale ontwikkeling
Epigenese → het verschijnen van nieuwe structuren/functies tijdens de ontwikkeling
Conceptie
- het samensmelten van een ei- en zaadcel (23 + 23 = 46 chromosomen)
- hierdoor ontstaat er een zygote (0 - 2 weken)
- zygote nestelt zich in de baarmoederwand
Ontwikkelingsprocessen
Celdeling (mitose) → cel splitst zich op in twee identieke dochtercellen (constant na
de conceptie)
Celmigratie → cellen verplaatsen zich binnen het embryo
Celdifferentiatie → een cel krijgt een specifieke bestemming en een bijbehorende
specifieke functie
Apoptose → “geprogrammeerde” celzelfdoding
Tweelingen
Eeneiige tweeling → ontstaat wanneer de celmassa zich splitst
- tweeling is genetisch identiek
Twee-eiige tweeling → ontstaat bij de conceptie (aanwezigheid van twee eicellen die
worden bevrucht door twee verschillende spermacellen)
Embryo (3 - 8 weken)
- De celmassa vormt drie lagen → dit zijn de drie delen van het lichaam
- De vorming van de neurale buis (hersenen en ruggenmerg) vindt plaats
- Het supportsysteem ontwikkelt zich tevens:
- de placenta met navelstreng groeit aan het embryo
- de vruchtwaterzak waarin het embryo ligt (ter bescherming tegen stoten en
temperatuurverschillen)
↺ Omdat de orgaansystemen zich ontwikkelen in deze fase zijn ze het meest
kwetsbaar tegen teratogenen → omgevingsinvloeden
,Foetus (9 weken - geboorte)
- hierin vindt de verdere ontwikkeling van organen en systemen plaats
Er vindt ook cephalocaudale ontwikkeling plaats
- patroon van groei waarbij gebieden rondom het hoofd eerder ontwikkelen dan
gebieden die ver van het hoofd afliggen
- Voornamelijk vindt er een groei van het onderstelde deel van het lichaam plaats
Gedragingen van een foetus
- Een embryo begint na 5 tot 6 weken na de conceptie met bewegen
- Een embryo krijgt na 7 weken last van de hik → ruimte maken voor melk
- Een embryo begint in week 10 met ‘ademen’ → vruchtwater longen in en uit
- In week 12 zijn alle bewegingen van een pasgeboren baby aanwezig
Ervaringen van een foetus
- Weinig visuele prikkels
- Veel tactiele stimulatie door de eigen bewegingen van de foetus
- Het vruchtwater neemt de smaak/geur aan van eten
- een foetus heeft een voorkeur voor zoete smaken
Leergedragingen
Habituatie → een afname in response na een herhaaldelijke stimulatie van een
stimulus
Dishabituatie → als een waarnaambare verandering in de stimulus plaatsvindt en
deze weer gestimuleerd wordt, is er weer een respons
Fylogenetische continuïteit
- door de gedeelde evolutionaire geschiedenis deelt de mens veel karakteristieken,
processen met dieren (voornamelijk zoogdieren)
Gevaren bij de prenatale ontwikkeling
Teratogenen
- omgevingsinvloeden die tijdens de prenatale ontwikkeling tot beschadiging of
dood van het embryo kan leiden
- dit gebeurt dan meestal in de sensitieve perioden van de ontwikkeling van
organen
- dosis-respons relatie (ernst en duur van de blootstelling)
- hoe groter de blootstelling is aan het teratogen, hoe groter de kans dat de
blootstelling leidt tot schade bij embryo/foetus
- Een zygote is onaantastbaar (dus tijdens de eerste twee weken)
,Schadelijke stoffen
- Antidepressiva
- Opioiden
- Wiet, sigaretten
- Alcohol → kan leiden tot het foetale alcoholsyndroom (beschadigde, verkleinde
hersenen)
Moederlijke factoren
- Leeftijd → baby’s van moeders die 15 jaar of jongers zijn hebben een 3 tot 4 maal
grotere kans om voor hun eerste verjaardag te overlijden dan moeders tussen de 23
en 29 jaar.
- Ziektes en infecties → leiden vaak/altijd tot negatieve gevolgen voor de foetus
- De geestelijke gezondheid → stress en depressie leiden ook vaak tot negatieve
gevolgen
How children develop - CH. 11 (465-480)
Attachment (hechting) → de hechte, voortdurende band tussen kind en verzorger
De verzorger-kind attachmentrelatie
Attachmenttheorie
- kinderen zijn aangelegd om zich te hechten aan hun verzorgers om hun kans op
overleving te vergroten
- kinderen hebben bij de verzorger een secure base
- hierin kan een kind de omgeving veilig ontdekken
- hechting zorgt tevens voor co-regulatie
- kinderen worden geholpen om hun opwinding en hun emoties te beheren en te
‘levelen’
Er zijn vier stadia waarin attachment ontwikkelt
1. Pre-attachment (0-6 weken) → baby communiceert met aangeboren signalen
(bv. huilen)
2. Attachment-in-the-making (6 weken-6/8 maanden) → een baby ontwikkelt een
voorkeur voor bekenden, ook een vertrouwensband met verzorger
3. Clear-cut attachment (8-18 maanden) → kind maakt actief contact met hun
verzorgers, vertoont verlatingsangst
4. Wederzijdse relaties (1,5/2 jaar - ∞) → kind heeft begrip voor andermans
emoties, motieven
Een kind ontwikkelt hiermee een interne werkmodel van attachment
- een mentale representatie van zichzelf, de “figuren” waarmee ze een hechting
hebben en relaties in het algemeen
- dit helpt bij het interacteren
, Ouderlijke sensitiviteit heeft invloed op de mate van attachment
- het vertonen van zorgverlenend gedrag aan de hand van de expressie van warme
en een consistentie in responsiviteit naar het kind toe gericht
Strange Situation - test
- het meten van de mate van attachment tussen kind en ouder
- er wordt gekeken naar de reactie van het kind nadat het in contact komt met de
ouder, een vreemde, wanneer de ouder de kamer verlaat en vervolgens weer
terugkomt
Hierin zijn twee hoofdcategorieën te vinden
Secure attachment
- kinderen hebben een positieve en vertrouwelijke relatie met hun hechtingsfiguur
- in SS-T: raken van streek als de ouder de kamer verlaat en maar erg blij als de
ouder weer terugkomt → gebruiken hun ouder als secure base (om de omgeving te
ontdekken)
Insecure attachment
- een minder positieve hechting tussen kind en verzorger (minder dan de secure
attachment-kids)
Hierin bestaan weer drie soorten:
- Insecure/resistant of ambivalent attached
- erg plakkerig bij de ouders, blijven dichtbij ouders in plaats van de
omgeving te ontdekken
- als ouders kamer verlaten erg verdrietig en moeilijk te troosten als
ouders terugkomen
- Insecure/avoidant attached
- kind gedraagt zich lauw tegen de verzorger, negeert/ontwijkt
misschien zelfs de verzorger
- ontwijkend/lauw als verzorger de kamer verlaat en weer terugkomt
- Gedesorienteerde/ongeorganiseerd attached
- geen consistente manier van omgaan met stress
- het vertoonde gedrag is tegenstrijdig en verwarmend
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mehmett. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.