Grondige en volledige samenvatting van het vak Arbeidsrecht gedoceerd door Alexander De Becker. De samenvatting bestaat uit lesnotities van alle hoorcolleges aangevuld met de syllabus
Inleiding
Arbeidsrecht zit onder sociaal recht
-> vooral focus op de relatie tussen WG en WN
Werknemers -> collectieve arbeidsovereenkomsten
Sociaal handhavingsrecht: controle die vanuit de overheid wordt gedaan op het feit dat u
arbeidsrechtelijke regels gaat respecteren of niet
Vb. verbod op zwartwerk:luister je mag niemand te werkstellen en dat je hem zo gaat betalen zonder
dat iemand het moet weten. Gevolgen voor de WN zijn groot. Stel dat WN een arbeidsongeval krijgt
dan zal er geen verzekering zijn die de arbeidsongevallen zal gaan dekken. Het werkt ook
marktverstorend omdat het bedrijf dat zich niet aan de regels houdt kan goedkopere diensten geven
dan iemand die zich wel aan de regels houdt (bijdragen, …)
Controle en wordt niet voldaan aan de regels dan kunnen sancties gegeven worden aan de WG
(penale sanctie of gewone sancties)
1 Arbeid en recht
-> 2 aparte principes
Arbeid werd los gezien van de regels die aanwezig waren (tot 19e eeuw)
Vb. werken op het land dat deden ze omdat ze in hun eigen noden konden voorzien en
indien ze iets overhielden konden ze dit verkopen. Arbeid was dus niet aan heel veel regels
onderworpen
Pas bij industriële revolutie zijn er regels gekomen omtrent arbeid en recht
Men wil hiermee de groep van “werknemers” beschermen
Eind 19e eeuw -> kwam je aan de poort van de fabriek en werd gezegd of je werk had of niet
2 Arbeid in de 21e eeuw
2.1 Wie?
Groep van werknemers valt onder arbeid
Veel meer groepen gaan worden beschermd
Vb. Uber, deliveroo, freelancers, …
Vb. Uber fietser is dat een WN of werkt die op zelfstandige basis?
2.2 Waar?
Van toepassing op Belgisch grondgebied
Federale materie: in grote mate zal federale regelgeving gelden
Geldt niet voor levenslang leren
2.3 Wanneer en hoelang?
Wetten: onbepaalde tijd
Arbeidsovereenkomsten: onbepaalde tijd
CAO: overeenkomsten die gemaakt worden tussen WG’s (organisatie’s) en werknemersorganisaties
(vakbonden)
Kunnen beperkt of onbeperkt geldig zijn in de tijd
Periode hangt af van de regelgeving die wordt uitgevaardigd
2.4 Hoe?
1
, Wetgeving wordt goedgekeurd door het parlement en verschijnt dan in BS
Codex welzijn op het werk -> KB
CAO -> is het gesloten op ondernemingsvlak, sectoraal vlak, nationaal (geldt voor gehele
grondgebied)
2.5 Voor wie?
Verschilt naargelang de regel van CAO
Geldt enkel voor WN! -> iedereen die onder werknemersstatuut valt
NIET voor zelfstandigen of ambtenaren!
Tenzij wetgeving anders bepaalt
2.6 Wat?
Arbeidsverhoudingen en alles wat over arbeid relatie tussen WG en WN gaat
3 Arbeidsrecht als instrument: 20e eeuw
Het vertrok van de gedachte dat er grote ondernemingen waren waar mensen gingen werken en
waar mensen hun gehele loopbaan gaan slijten en die niet in staat waren om zelf voor hun eigen
rechten individueel konden opkomen en daardoor een vakbond (collectiviteit) nodig hadden om voor
hun rechten op te komen.
Deze opvatting geldt niet meer
Uniformisering kan niet meer ten volle gelden
De rol die vakbonden opnemen is moeilijker te omschrijven dan in de 20e eeuw
Vakbonden waren vroeger vertegenwoordigers van de grote bedrijven waar ze ook werkten
Nu moeten vakbonden veel meer personen vertegenwoordigen
Vb. discussie Uber zijn ze zelfstandig of werknemer? Als ze als zelfstandige worden aanzien dan
kunnen ze volledig zelfstandig hun ritten uit stippelen en zelf ritten aanvaarden maar dat is niet zo.
Zij krijgen namelijk ritten aangeboden en ze moeten gedurende de spits meer ritten rijden zodat ze
de volgende keer ook meer ritten krijgen, hierdoor kunnen ze als werknemer worden aanzien.
4 Kennisoverdracht
Voorbeeld 1: dagen
Gewoon dagen -> kalenderdagen!
Art. 70 WAO: je krijgt de eerste 30 kalenderdagen (maand) uw loon verder uitbetaald
Art 35 WAO: werkdagen (maandag tot zaterdag)
Zondag is de enige arbeidsrechtelijke rustdag!
Voorbeeld 2: ploegenarbeid
Art. 17 WAO: nagaan of er 18u vrij is op zondag en is er een onderbreking gedurende 24 uur!
Voorbeeld 3: semantiek
De werknemers die zich niet inspannen, zullen worden ontslagen
o Enkel de groep die zich niet inspant gaat worden ontslagen
De werknemers, die zich niet inspannen, zullen worden ontslagen
o Geen enkele werknemer gaat zich inspannen dus iedereen wordt ontslagen
5 Soort examenvragen
Examen (17/20), kennisclip (3/20)
Open vragen: meerdere artikelen geven uit verschillende wetgeving
Keuzevragen
2
, Gemotiveerde keuzevragen die peilen
o Niet naar geheugen
o Maar naar leesvaardigheid, inzicht, verbanden, toepassingen enz.
Is dit correct/niet correct: aankruisen
Korte motivering (max. 5 regels) is vereist en moet een juiste verantwoording zijn van de
keuze
Geen giscorrectie
Casus
Kennisclip (3/20)
Kennisclip in groep over casus
Individuele feedback op andere kennisclip
Bespreking van kennisclips in interactieve les
Meer informatie in lesweek 3
3
, I. Algemeen: ontstaan en finaliteit
1 Ontstaan en finaliteit
1.1 Historische inleiding
Arbeidsrecht is een jonge rechtstak
Franse revolutie: introductie van vrijheid van nijverheid
Decreet D’Allarde van 2 maart 1791
Vrijheid van ondernemen
Absolutie vrijheid betekent ook dat er een totale vrijheid was om de arbeidsvoorwaarden te
regelen
Absolute vrijheid: vrijheid om arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden te bepalen
Negentiende eeuw: misbruik van de vrijheid van nijverheid
Gentse katoenindustrie: werkdagen van 12 tot 14 uur
Zeer slechte werkomstandigheden
Kinderarbeid
Juridische patstelling:
Art. 415 Sw. tot 1866 (coalitieverbod)
o Er mochten geen vakbonden worden opgericht!
o Voordeel men kon de WN’s tegen elkaar uitspelen
Art. 310 Sw. (Stakingspostenverbod – vanaf 1866 tot 1921)
o Blijft tot 1921 een verbod op stakingsposten bestaan
o Je kon misschien wel vakbonden gaan oprichten maar je mocht niet staken
Verbod druk op werkwilligen (vanaf 1892)
o Je mocht geen posten meer opstellen je mag ook geen mensen verhinderen om te
gaan werken, je mag ze wel beïnvloeden
Werkboekje
o Er kwamen afspraken op papier
o Toonde aan dat er een arbeidsovereenkomst was
1781 BW.
o Discussie over loon dan werd de WG op zijn woord geloofd, wat de WN zei werd niet
geloofd tenzij hij dat kon bewijzen
Feitelijke elementen:
1860: eerste vakorganisatie
1885: BWP
1866: sociale ontlusten
KB 15 april 1886: commissie voor Nijverheidsarbeid
Einde negentiende eeuw en begin van twintigste eeuw eerste sociale wetten
1887: verbod op truck systeem
o Je loon werd uitbetaald in geld
o Je moet in die winkels bepaalde zaken gaan kopen en dat werd voor u gefinancierd
o Je bepaald niet wat je met u geld kon doen
1889: verbod op vrouwen – en kinderarbeid
o Vrouwen moesten in ongunstigere omstandigheden gaan werken
o Hierdoor kwam er een regelgeving verbod op arbeid van vrouwen in ongunstige
omstandigheden
o Kinderen mogen ook niet werken en hiervoor een loon krijgen
1896: werkplaatsreglement
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentUgent0152896. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.36. You're not tied to anything after your purchase.