HOOFDSTUK 3: BASIS CHIRURGISCHE TECHNIEKEN – HALSTED PRINCIPES
Je moet van dit hoofdstuk de principes van Halsted kunnen (her)kennen, de juiste manier om een
incisie, dissectie of excisie te maken met de juiste instrumenten en technieken, hemostase kennen,
handelingen om chirurgische hemostase te bereiken, weefsels correct manipuleren en vochtig
houden en als laatste de principes en toepassingen van bijzondere chirurgische technieken.
3.1 PRINCIPES VAN HALSTED
De principes van Halsted pas je bij alle chirurgische ingrepen toe.
Principes van Haltsted
1. Strikte asepsie tijdens de voorbereiding en de ingreep zelf
2. Goede hemostase
3. Minimaliseren van weefselschade
4. Waarborgen van bloedtoevoer
5. Accurate apositie van het weefsel
6. Vermijden van dode ruimte
3.2 HEMOSTASE
Hemostase = bloedstolling en weinig bloedverlies. Enorm veel bloed in een incisie belemmert je zicht.
Als de wondranden te ver uit elkaar liggen (te veel bloed ertussen) zal de wondheling langzamer
gaan. Bloed = bodem voor micro-organismen.
https://www.youtube.com/watch?v=GAcAPDVD3C0
In dit filmpje wordt het proces van hemostase schematisch uitgelegd.
Hemostase bestaat uit drie fasen:
- Primaire hemostase
o Vasoconstrictie van het beschadigde bloedvat
o Vorming van klonter van bloedplaatjes (tijdelijke klonter)
- Secundaire hemostase
o Activatie van de coagulatiecascade en versterken van de coagulatie en klonter met
de vorming van fibrine (stabiele klonter)
- Tertiaire hemostase
o Veranderingen in de klonter, oplossen van de klonter, herstel bloedvatwand,
hernemen van de normale bloedvloei
Primaire hemostase
De kapotte endotheelcellen van het bloedvat zullen
endotheline gaan vrijstellen. Dit zal zorgen voor vasoconstrictie
en een vertragen van de bloedstoom. Endotheline wordt echter
niet oneindig vrijgesteld, daarom is een dichten van het gat
belangrijk. Door de tragere bloedstroom kunnen
bloedplaatjes makkelijker samen een klonter vormen. Door
de lagere bloedvloei is er ook minder bloedverlies.
Omdat de endotheelcellen zijn verdwenen, komt er nu
onderliggend bindweefsel bloot te liggen. Hierin ligt de von
Willebrandt factor (vWF). De traagrollende bloedplaatjes
, hebben receptoren (GPiB-IX) die hierop kunnen vasthechten. Hierna wordt een cascade in gang gezet
waarbij de bloedplaatjes veranderingen ondergaan. Ze veranderen van een ronde vorm naar een
vorm met uitlopers = betere aanhechting aan elkaar en het oppervlak. Zo kunnen ze ook andere
bloedplaatjes makkelijker staande houden.
Om nog meer bloedplaatjes te gaan aantrekken worden er ook cytokinen vrijgesteld. Ze brengen de
receptor GPIIb-IIIa tot expressie: deze zal fibrinogeen gaan binden. Fibrinogeen komt voor in het
bloed en is aangemaakt in de lever. Andere stoffen die nog helpen met het rekruteren van
bloedplaatjes: ADP, serotonine, tromboxaan en PAF).
Op dit moment hebben we een klonter, maar die
is niet heel stabiel. De bloedplaatjes liggen
namelijk nog redelijk los, evenals het fibrinogeen
hiertussen.
Secundaire hemostase
Dit is een periode waarbij we een stabiele klonter
gaan vormen. Voordat we dit bereiken zijn we
zo’n 5-10 minuten verder. Na 10 minuten na het
letsel heb je in normale omstandigheden een
stabiele, verankerde klonter in de bloedvatwand
zitten.
Het vormen van de stabiele klonter gebeurt via
een coagulatiecascade. Je ziet thrombine dat zorgt
voor de omzetting van fibrinogeen naar fibrine.
Fibrine is veel steviger dan fibrinogeen en is in
staat de bloedplaatjes echt goed vast te metselen
tot een stabiele klonter (zie plaatje met bloedvat)
Het starten van deze cascade gebeurt ter hoogte
van fibrinogeen door een weefselfactor. Zo zal de
cascade alleen gebeuren waar het echt nodig is.
Tertiaire hemostase
De klonter moet na een tijdje ook weer gaan verdwijnen als alles inmiddels weer is gaan herstellen.
Tijdens de vorige stap was plasminogeen al gaan binden op fibrine. Het is nu tijd dat de
endotheelcellen zich gaan herstellen onder de nu gevormde klonter. Pas als dit helemaal klaar is, zal
de plasminogeenactivator (t-PA) vrijgesteld worden uit dit nieuwe weefsel. Deze
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller koetjesUA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.