100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefententamen + antwoorden Financieel management 3 / Bedrijfseconomie Facility management $3.71
Add to cart

Exam (elaborations)

Oefententamen + antwoorden Financieel management 3 / Bedrijfseconomie Facility management

 29 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een oefententamen van het vak financieel management 3/ bedrijfseconomie. Onder de vragen staan de antwoorden met uitleg. Onderwerpen onder andere: bruto contante waarde, netto contante waarde, annuïteitenhypotheek, lineaire hypotheek, totale facilitaire kosten, 2 hoofdvormen van lease, type...

[Show more]

Preview 2 out of 7  pages

  • January 18, 2022
  • 7
  • 2021/2022
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Oefententamen Financieel management 3
Als de vraag luidt: bereken, of als er een berekening wordt gevraagd, berekening toevoegen.
Gebruik zo nodig de rentetafels uit de bijlage.
Alle vragen (m.u.v. 1b) 3 punten. Vraag 1b: 6 punten

Opgave 1.
Een recreatiebedrijf gelegen in een bosrijke omgeving staat na een uitgebreid
marktonderzoek voor de investeringsbeslissing om tien vakantiehuizen te gaan bouwen.
De volgende gegevens staan ter beschikking:
- grondaankoop € 250.000,-
- vakantiehuizen € 150.000,- per stuk, af te schrijven in 10 jaar tot een restwaarde van
€ 50.000,-
- inventaris € 15.000,- per huis, af te schrijven in 10 jaar tot een restwaarde van € 500,-
- de vermogenskostenvoet (te gebruiken rentepercentage) is 4,25%
- de jaarlijkse onderhoud- en schoonmaakuitgaven bedragen € 5.000,- per huis
- de jaarlijkse ontvangst uit verhuur zal naar verwachting € 25.000,- per huis bedragen

Bij de berekeningen mag worden aangenomen dat de uitgaven en ontvangsten steeds aan het
eind van het jaar plaats vinden.

De eigenaar is van plan om na 10 jaar alle bezittingen te verkopen.

a. Wat wordt verstaan onder de bruto contante waarde bij de netto contante waarde
methode?
b. Bereken de netto contante waarde (NCW) van dit investeringsproject.
c. Hoe verhoudt de IRR (Internal Rate of Return) van dit investeringsproject zich tot
het gebruikte rentepercentage van 4,25%? Leg uit.

Een consument overweegt een dergelijk huis te kopen.
Koopprijs: €195.000
Rentepercentage in alle calculaties: 4,25%
Looptijd hypotheek: 30 jaar
Alle uitgaven samenhangend met de hypotheek vinden plaats aan het eind van ieder jaar.
Rond af in hele euro’s.

d. Bereken de hypotheeklasten (rente + aflossing) van het tweede jaar als er sprake is van
een annuïteitenhypotheek.
e. Bereken de restschuld aan het eind van het tweede jaar als er sprake is van een
annuïteitenhypotheek.
f. Bereken de hypotheeklasten (rente + aflossing) van het tweede jaar als er sprake is van
een lineaire hypotheek.

, Opgave 2.
Gegevens:
Nieuwbouw kantoor 17.000 m2 BVO
Functionele levensduur 30 jaar
600 werkplekken

Vastgoed- en Facilitaire kengetallen
Investeringskosten casco (rubricering conform NEN 2699) €1.800 per m2 BVO
Investeringskosten inbouwpakket (rubricering conform NEN 2699) €700 per m2 BVO

Oppervlakteverhouding BVO 100% VVO 85%
Facilitaire kosten administratieve organisatie ‘Gebouw en infrastructuur’ (rubricering conform
NEN –EN-15221) €266 per m2 VVO per jaar
Facilitaire kosten administratieve organisatie ‘Mens en organisatie’ (rubricering conform NEN –
EN-15221) €266 per m2 VVO per jaar

a. Wat kost de nieuwbouw?
b. Bereken de totale facilitaire kosten ‘Gebouw en infrastructuur’ gedurende de
functionele levensduur.
c. Bereken de totale facilitaire kosten per m2 BVO per jaar.
d. Bereken de facilitaire kosten ‘Gebouw en infrastructuur’ per werkplek per jaar.
e. Er bestaan twee hoofdvormen van lease van huisvesting. Noem ze.
f. Noem naast de functionele levensduur 3 andere typen levensduur.
g. Geef de definitie die de NEN 2699 hanteert van:
- 'Bedrijfswaarde'
- ‘Afsluitkosten’
- ‘Energiebaten’


Opgave 3
Gegeven in combinatie met Bijlage I Balans en Resultatenrekening Bridge United:
In 2014 is één van de locaties verkocht voor een bedrag van 5.000 (x 1.000) (Desinvestering)


a. Voor welk bedrag is er in 2014 geïnvesteerd in nieuwe bedrijfspanden?
b. Welke elementen in de Dupont-chart veranderen als Bridge United er voor kiest om haar
bedrijfspanden te verkopen om deze vervolgens te gaan huren. Noem er drie en geef per
element een toelichting waaruit blijkt waarom dit element verandert.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xninaxx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.71
  • (0)
Add to cart
Added