100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economische bedrijfsomgeving - Algemene economie en bedrijfsomgeving H2 tm H6 + H19 + H24 $6.06   Add to cart

Summary

Samenvatting Economische bedrijfsomgeving - Algemene economie en bedrijfsomgeving H2 tm H6 + H19 + H24

 5 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Hoofdstuk 2, 3, 4, 5, 6, 19 en 24 van het boek Algemene economie en bedrijfsomgeving voor het vak Economische bedrijfsomgeving

Preview 3 out of 28  pages

  • No
  • H2 t/m h6 + h19 + h24
  • January 18, 2022
  • 28
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1: Externe verslaggeving: relaties met andere vakgebieden en ontwikkeling

Doelen organisaties:
 Winst
 Marktpositie
 Maatschappelijk belang

Soorten belanghebbenden:
 Leiding en werknemers
 Eigenaren; aandeelhouders
 Vermogensverschaffers
 Afnemers en leveranciers
 Overheid; fiscus
 Vakbonden

Interne informatieverschaffing – gericht op management
 Management accounting
 Beslissingen en beheersen bedrijfsproces
 Geen wettelijke regels

Externe informatieverschaffing – gericht op derden
 Informatiebehoefte voor hun oordeelsvorming en/of besluitvorming t.a.v. de organisatie
 Derden: alle belanghebbenden behalve de leiding
 Jaarverslaggeving, tussentijdse berichtgeving of persbericht n.a.v. opvallende gebeurtenissen
 Financial accounting
 Wetgeving (Titel 9 boek 2 Burgerlijk Wetboek)

Interne informatieverschaffing Externe informatieverschaffing
Doorlopend – actuele informatie Minder grote frequentie
Gedetailleerd Minder specifiek
Sneller beschikbaar voor management Minder snel beschikbaar voor belanghebbenden
Toekomstgericht (actueel) Gericht op het verleden
Minder kans op verbloeming van de werkelijkheid Grotere kans op creative accounting

Financial accounting staat in verband met: bedrijfsadministratie, ondernemingsrecht, (belastingrecht), financiering

Externe verslaggeving
 Jaarrekening
 Balans
 Winst- en verliesrekening (ofwel: resultatenrekening)
 Pagina 20 – weergave balans en resultatenrekening

Balans – een momentopname van de waarde van de activa en passiva van de onderneming
 Je kent de basis, maar enkele details om te onthouden:
 Vlottende activa komen in principe op korte termijn in geldvorm vrij – liquiditeit
 Eigen vermogen is risicodragend vermogen ofwel ondernemend vermogen – de vergoeding is
afhankelijk van het presteren van de onderneming
 Vreemd vermogen is risicomijdend vermogen – de vergoeding is in principe onafhankelijk van het
presteren van de onderneming en de vreemdvermogenverschaffers komen bij liquidatie als eerst
aan bod
 Voorzieningen worden gerekend als vreemd vermogen
 Monetaire posten – hierbij hoeft de vertaalslag naar geld niet gemaakt te worden (zoals wel het
geval is bij materiële activa als productiemiddelen en voorraden)

Resultatenrekening – een overzicht van de opbrengsten en kosten gedurende een bepaalde periode en geeft over
deze periode het behaalde resultaat weer

,  Periode- ofwel stroomgrootheden
 Opbrengsten en kosten is niet (persé) ontvangsten en uitgaven
 Voorbeeld: de huur over december, te betalen in januari

Voorbeeld 1.1 (pagina 21) – verband tussen de balans en resultatenrekening
 Winstbepaling kan op twee manieren:
 Vanuit de resultatenrekening – verschil opbrengsten en kosten
 Vanuit de balans – toename (of afname) eigen vermogen
 Let op: kapitaalstortingen en -onttrekkingen vallen niet onder winst of verlies, deze reken je
dus niet mee

Eigen vermogen einde periode €…
Eigen vermogen begin periode - €…
----
Vermogenstoename €…
Kapitaalstortingen - €…
Kapitaalonttrekkingen + €…
----
Winst €…


 Verder wordt het verband tussen balans en resultatenrekening in sommige gevallen onderbroken door
rechtstreekse vermogensmutaties – dat wil zeggen dat mutaties in het eigen vermogen niet via de
resultatenrekening lopen

Rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit

Rentabiliteit (profitability) – de verhouding tussen een inkomen (winst) en het vermogen dat dit inkomen heeft
verdiend
 Beoordeling winstgevendheid en bepalen beleidsvorming op de lange termijn
 Kan worden gerelateerd aan de omzet

Rentabiliteit Totaal Vermogen (RTV)
 Totale vermogensopbrengst (winst vóór aftrek interest en belasting) uitdrukken in een % van het gemiddeld
totaal vermogen gedurende het boekjaar
 Ter beoordeling van winstgevendheid van het transformatieproces; de wijze van financiering van de activa
speelt hierbij geen rol

Bedrijfsresultaat
RTV = × 100 %
Gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen

Rentabiliteit Eigen Vermogen (REV)
 Nettowinst uitdrukken in een % van het gemiddelde eigen vermogen gedurende het boekjaar
 Winst na aftrek van belasting

Winst na aftrek van(interest en)belasting
REV = ×100 %
Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen

Gemiddelde rentabiliteit van het vreemd vermogen (RVV)
 Rentelasten uitdrukken in een % van het gemiddeld vreemd vermogen gedurende het boekjaar

Betaalde interest
RVV = × 100 %
gemiddeld geïnvesteerd vreemd vermogen

Het hefboomeffect
Het RTV betreft zowel de vreemd- als de eigenvermogenverschaffers. De RVV ligt vast (door de vastgestelde rente)
en de REV is afhankelijk van de prestatie van de onderneming en dus van de RTV. Indien de RTV hoger is dan de RVV,

, komt dit verschil ten goede aan de eigenvermogenverschaffers en zal de REV vóór aftrek van belasting hoger zijn dan
de RTV. Dan is er sprake van een positieve financiële hefboomwerking.

Solvabiliteit – de mate waarin de onderneming in staat is aan haar verplichtingen jegens de schuldeisers te voldoen
 De bufferfunctie van het eigen vermogen staat hier centraal
 Hoe groter de relatieve omvang van het eigen vermogen, des te beter de solvabiliteit
 Verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen

( Gemiddeld ) eigen vermogen
Solvabiliteit=
( Gemiddeld ) totaal vermogen

 Vuistregel: 1/3 voor industriële ondernemingen en 1/4 voor arbeidsintensieve ondernemingen

De bufferfunctie kan ook bestaan uit bijvoorbeeld:
 Een achtergestelde lening – leningen waarop pas afgelost wordt als aan de verplichtingen ten opzichte van
de andere schuldeisers voldaan is
 Deze en andere manieren noemt men een garantievermogen

Liquiditeit – de mate waarin de onderneming in staat is aan haar lopende betalingsverplichtingen te voldoen
 Dynamische liquiditeit – een prognose van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de komende periode
(= liquiditeitsbegroting, maar deze wordt in het kader van externe verslaggeving zelfden verstrekt)
 Statistische liquiditeit – kan eventueel uit de balans gehaald worden, door bijvoorbeeld te kijken naar de
verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende verplichtingen (= current ratio). Kan door
belanghebbenden dus berekend worden in het geval dat zij belang hebben bij deze informatie

Vlottende activa
Current ratio=
Kortlopende schulden

 Vuistregel = 1.5 – 2, maar gezien de beperkingen is hier echter een moeilijke indicatie voor te geven
 Window dressing – vóór berekening nog snel aflossingen doen op kortlopende schulden

Paragraaf 3 – geschiedenis van de externe verslaggeving. Deze eventueel doorlezen voor de toets.

Jaarrekening modellen – stamt deels uit de geschiedenis
 Bezitsmodel
 Geen sprake van scheiding tussen leiding en eigendom
 Doel beperkt zich tot vergroten van kapitaal
 Ondernemer en fiscus zijn de voornaamste belanghebbenden
 Er wordt naast de fiscale jaarrekening vaak geen externe jaarrekening opgesteld
 Eenmanszaak en VOF

 Klassieke of gesloten model
 Scheiding tussen leiding en eigendom
 Twee partijen: kapitaalverschaffer en kapitaalbeheerder
 Verantwoordingsfunctie naar kapitaalverschaffer

 Moderne of open model
 Beursgenoteerde ondernemingen, die voor hun kapitaalbehoefte een beroep doen op beleggers
 Onderneming is een coalitie van meerdere partijen
 Informatieverschaffing naar alle belanghebbende partijen
 Ook behoefte aan niet-financiële informatie, zoals sociale jaarverslagen en milieujaarverslagen

Kwaliteitskenmerken van de jaarrekening
 Relevantie
 Betrouwbaarheid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TGK. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.06  1x  sold
  • (0)
  Add to cart