Overheidsmacht→ overheidsgezag: gelegitimeerde macht.
Beginselen democratische rechtsstaat: het recht beschermd vrijheid individuele burgers:
• Legaliteitsbeginsel: +: overheidsoptreden moet wettelijke grondslag hebben: berusten op wet in formele
zin. & −: binnen grenzen recht, grondslag moet bestaan uit algemeen geformuleerde normen. Door basis
creëren in overheidsoptreden→ overheidsoptreden mogelijk. Stelt beperkingen aan bevoegdheden
bestuur. Zonder legaliteit geen rechtszekerheid, gelijkheid.
• Machtsverdeling: overheidsbevoegdheid verdeeld in 3 machten: Trias politica: regelgeving en
uitvoering mag niet door zelfde persoon gebeuren. Macht niet geconcentreerd in 1 orgaan→ geen
misbruik. Maar in Nederland niet strikt gescheiden: checks and balances.
• Grondrechten: fundamenteel, overheid mag er vrijwel niet aankomen.
• Rechterlijke controle: onafhankelijke toezichthouder op onafhankelijke rechtsstaat →wettelijke
basis. Naleving wetten. Controleert ook op abbb en ongeschreven rechtsbeginselen.
• Democratie: burgers inspraak op ingrijpend overheidshandelen: macht die over hen wordt
uitgeoefend Kiesrecht →grondrecht. Meerderheid beslist, minderheden worden niet beperkt.
Democratie beschermd meerderheid, en hij legitimeert.
Grondrechten zijn er voor minderheden.
Kiesrecht is een grondrecht vooral voor meerderheid→ participatie bevolking. Kiesrecht is een burgerrecht,
geen mensenrecht. Actief kiesrecht: recht om te stemmen. Passief kiesrecht: recht om gekozen te worden.
Kwaliteit van overheidsbeslissingen nemen toe door grondrechten→ dwingen overheid zich te
verantwoorden en zorgvuldig te zijn. → grondrechten voor ons allemaal.
Grondrechten alleen niet genoeg→ internationale samenwerkingsverbanden: VN, Raad v Europa, EU
Universele Verklaring Rechten van de Mens: verdragen als dit alleen niet bindend.
Handvest van de Grondrechten van de EU: tegenwoordig wel bindend. Uitspraken van Europese Hof zijn heel
gezaghebbend. Bij deze uitspraken komt een rechter aan te pas.
Raad van Europa is veel invloedrijker van de EU.
Strafrechtelijke legaliteitsbeginsel: onderdeel staatsrechtelijke legaliteitsbeginsel: al het overheidsoptreden.
Staatsrechtelijke minder zekerheid. Bij strafrechtelijke: straffen pas als het vooraf in de wet stond.
Staatsrechtelijke kan met terugwerkende kracht.
Staatsrecht: besluiten van hoogste staatsorganen en hun structuur. Organisatie van besluitvorming van onze
formele wetgever. Het scheppen van bevoegdheden. De staat in rust
Bestuursrecht: besluiten van organen gericht op burgers specifieke terreinen. En structuur van deze organen.
Deze besluiten: op grondslag van formele wetgever. Regels als staat met de gecreëerde bevoegdheden gaat
werken. De staat in beweging
Mogelijkheid vervanging van macht: oppositie, kenmerk democratie
, Kiesstelsel:
• Stelsel van evenredige vertegenwoordiging: Nederland: Percentage van behaalde zetels is evenredig
met percentage van bepaalde stemmen: partij met 20% van de stemmen behaalt 20% van totaal
behaalde zetels. Voordeel: geen stem gaat verloren, eerlijk. Nadeel: versplintering: veel fracties.
Langdurige kabinetsformatie als gevolg.
Meerderheidsstelsel: partij met meer dan 50% van de stemmen wint. UK: relatief
meerderheidsstelsel: partij met duidelijke meerderheid van stemmen dan de rest wint.
Districtenstelsel: land verdeeld in districten: waarin partijen strijden om meerderheid te behalen.
Resultaat: gering aantal partijen in parlement.
• Lijstenstelsel: eerste persoon op lijst meer stemmen dan kiesdrempel→ overige stemmen naar
volgende op lijst. Kiezer kan wel voorkeursstem uitbrengen op bepaalde kandidaat.
Verbod van last: Art lid 3 GW: vertegenwoordigers moeten obv eigen inzicht een oordeel vellen. Mogen niet
een opgedragen standpunt innemen.
Nederlandse politieke organen op centraal niveau
Regering:
• Koning:
- Deel van regering
- Privépersoon
- Staatshoofd
• Ministers: samen ministerraad: besluit over algemeen regeringsbeleid en bevordert eenheid van dat
beleid. Minister: leiding van ministerie. Ze zijn bevoegd tot ontslaan/aannemen van ambtenaren en
richtlijnen en beleidsregels uitvaardigen voor wettelijke bestuurstaken van ministers.
Parlement: Staten-Generaal Art. 50 GW:
• Eerste kamer: 75 leden: gekozen door provinciale staten: gekozen door burgers. 1 e kamer moet
wetsvoorstel van 2e kamer goedkeuren/verwerpen, kunnen geen wijziging aanbrengen.
• Tweede kamer: 150 leden. Controleert regering en maakt wetten. → budgetrecht/begrotingsrecht
Kabinet: alle ministers + staatsecretarissen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller peresbugter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.11. You're not tied to anything after your purchase.