Samenvatting en collegeaantekeningen M. Sandel: Justice (incl. voorbeeld tentamenvragen)
18 views 2 purchases
Course
Ethiek
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
Book
Justice
Deze samenvatting is aangevuld met aantekeningen uit de colleges en is daarmee ideaal om jezelf voor te bereiden op het tentamen voor Ethiek bij de minor van Fontys. De belangrijkste begrippen zijn overgenomen en de definities daarvan beschreven. Alles is zo kort en bondig mogelijk beschreven om ov...
Inhoud
Leerdoelen van dit vak ............................................................................................................................ 2
Inleiding ................................................................................................................................................... 3
Ethische analyse .................................................................................................................................. 3
Tradities ............................................................................................................................................... 3
Twee opvattingen over de rol van de overheid .................................................................................. 3
Sociale ongelijkheid ............................................................................................................................. 4
Doelethiek ............................................................................................................................................... 6
Jeremy Bentham.................................................................................................................................. 6
John Stuart Mill ................................................................................................................................... 6
Peter Singer ......................................................................................................................................... 7
Plichtethiek .............................................................................................................................................. 9
Robert Nozick ...................................................................................................................................... 9
Immanuel Kant .................................................................................................................................... 9
John Rawls ......................................................................................................................................... 10
Deugdethiek .......................................................................................................................................... 12
Aristoteles ......................................................................................................................................... 12
Communitarisme (Alasdair MacIntyre) ............................................................................................. 13
Cheatsheet ............................................................................................................................................ 14
Voorbeeldvragen tentamen .................................................................................................................. 16
Analyse van de kwestie (dilemma’s) ..................................................................................................... 27
,Leerdoelen van dit vak
De student kan:
• verschillende visies op rechtvaardigheid, mensenrechten en sociale ongelijkheid verwoorden
en toepassen op hedendaagse maatschappelijke casussen.
• de morele dilemma’s en achter zijn beleidsvoorstel in kaart brengen en deze toetsen aan de
verschillende visies op rechtvaardigheid, mensenrechten en sociale ongelijkheid.
• analyseren welke morele visies schuil gaan achter de opvattingen van beleidsmakers en poli-
tici ten aanzien van hedendaagse maatschappelijke vraagstukken.
• verwoorden welke morele visie schuil gaat achter het beleidsvoorstel dat zij zelf schrijven en
de gemaakte keuzes moreel onderbouwen.
• bij actuele casussen een standpunt innemen en deze onderbouwen aan de hand van morele
argumenten (waarden/normen/deugden).
Literatuur:
Sandel, Michael J. (2009). Justice: What's the Right Thing to Do? (1e druk). New York: Farrar, Straus
and Giroux. ISBN: 9781429952682.
,Inleiding
Ethiek is de filosofie rondom de vraag: Wat is de meest rechtvaardige manier van handelen? Voor het
individu? Voor de overheid? De aanpak van Michael Sandel is door te oordelen volgens een principe.
Aan de hand van dilemma’s leer je principes te ontdekken.
Een ethisch dilemma is een situatie waarbij iemand verschillende keuzen tot handelen heeft die be-
trekking hebben op moraliteit. Bij dilemma’s met tegenstrijdige morele principes of met onbekende
omstandigheden is het moeilijk om tot een goed antwoord te komen. Heel vaak kunnen we de gevol-
gen van onze acties niet overzien. Een beslissing kan dus uitmonden in onwenselijke situaties.
Als we de gevolgen niet weten, welke plichten hebben we dan? Welke handelingen moeten we nemen
zonder de gevolgen in acht te nemen? Intenties en gevolgen staan heel vaak tegenover elkaar. Een
ethisch dilemma bevat altijd verschillende waarden. Hypothetische dilemma’s (geen onbekende om-
standigheden) moeten helpen om deze morele principes te ontdekken.
Je kunt denken in plichten of in gevolgen. Elke keuze heeft ethische voor- en nadelen. Daarmee wordt
bedoeld dat de juistheid van iedere keuze die je maakt, afhankelijk is van het ethisch perspectief. Alle-
bei de uitkomsten kunnen bekritiseerd worden binnen de ethiek.
Ethische analyse
In deze cursus leer je om de onderstaande stappen te doorlopen.
1. identificeer en beschrijf duidelijk de feiten
2. definieer het conflict of dilemma en identificeer de betrokken waarden
3. identificeer de belanghebbenden
4. identificeer de opties
5. identificeer de mogelijke gevolgen van de opties
Tradities
Plato theoretiseerde dat elke menselijke ziel uit drie delen bestaat: het rationele, het 'bezielde' en het
gepassioneerde. Als we praten over ethiek zijn dit de drie globale tradities. Vanuit de drie verschillende
ethische stromingen onderzoeken we welke visies er bestaan op rechtvaardigheid en hoe deze princi-
pes vertaalt kunnen worden naar onze eigen beroepspraktijk en het plan van aanpak.
Doelethiek De gevolgen van de handeling staan centraal. Of een handeling recht-
(teleologie; welzijn) vaardig is, is afhankelijk van het doel dat er mee bereikt wordt.
Plichtethiek Mensen hebben morele plichten: Er zijn normen waar ieder mens zich
(deontologie; vrijheid) aan dient te houden. De intentie van de handeling staat centraal.
Deugdethiek Het juiste karakter van de persoon staat voorop. Een goed persoon
(deugd) kan zelf bepalen wat de juiste keuze is en deugdzame mensen dienen
als voorbeeld voor anderen.
Twee opvattingen over de rol van de overheid
Iedereen vindt dat de overheid neutraal moet zijn. De overheid heeft veel invloed op de verdeling van
welvaart en kansen. Ze is ervoor om te zorgen dat iedereen vrij is en eigen keuzes mag maken. Maar
dat is niet altijd vol te houden. Er moeten altijd keuzes gemaakt worden. Politieke keuzes hebben een
,invloed op het leven, de vrijheid, de kansen of het welzijn van mensen. Overheidsbeleid is niet neutraal
of objectief, want daar is geen neutraal antwoord op te geven. Het gaat over wat we accepteren van
anderen en wat niet.
Elk antwoord dat je geeft, geeft aan wat je belangrijk vindt. Het antwoord op de vraag of beleid gezien
kan worden als rechtvaardig of juist, is afhankelijk van de morele opvattingen en de belangen van de
betrokken partijen. Bijvoorbeeld vreemdgaan is wellicht onrechtvaardig van een individu, daarom is
het nog niet vanzelfsprekend dat de overheid vreemdgaan ook zou moeten verbieden. Wie zijn wij om
de keuzevrijheid van anderen weg te nemen om onacceptabele dingen te doen? Er is altijd een be-
paalde waarde die voorrang moet hebben. Welke waarde je voorrang geeft, daar kom je achter door
vanuit ethisch perspectief te kijken.
Klassieke filosofie De overheid dient ervoor te zorgen dat mensen het goede leven lei-
den: de overheid moet het karakter van mensen vormen en ze de
juiste richting in leiden (het vergoten van de deugdzaamheid).
Moderne en hedendaagse Mensen hebben verschillende opvattingen over wat een goed leven
filosofie is. De overheid dient omstandigheden te creëren waardoor burgers
hun versie van het juiste leven kunnen nastreven.
Sociale ongelijkheid
Binnen een samenleving zijn allerlei schaarse zaken, die mensen nodig hebben om een goed leven te
kunnen leiden, ongelijk verdeeld. Sommige mensen hebben minder kansen en toegang tot belangrijke
zaken dan anderen. Het is van alle tijden; dit is ontstaan vanaf het moment dat de mens is begonnen
met landbouw.
Bij dieren zien we ongelijkheid terugkomen: de leider is de grootste en de sterkste van de groep. Je
zou kunnen stellen dat het daarom natuurlijk is en dat het ook voor mensen geldt. Sociale ongelijkheid
is niet hetzelfde als natuurlijke ongelijkheid. Het feit dat je als prinses geboren wordt en vervolgens
een leven vol luxe leidt, dat komt in de natuur niet voor. Verschillende samenlevingen waarderen
verschillende prestaties.
Sociale privileges zijn in beperkte mate het gevolg van eigen prestaties, maar grotendeels door de
gegeven positie. In de sociologie noemen ze de gegeven positie cultureel kapitaal. Dat gaat over wat
voor normen, waarden en idealen geven je ouders je van huis uit mee. Dus: is studeren belangrijk,
welke onderwerpen worden thuis aan tafel besproken, kunnen de ouders collegegeld betalen, welk
gedrag leer je thuis te vertonen tegen autoriteiten (denk aan leraren)? Prestaties en bekwaamheden
worden op deze manier grotendeels bepaald door afkomst. Als onze ouders hoog op de sociale ladder
staan1, dan is de kans groot dat wij de sociale positie van onze ouders overnemen, zo blijkt uit onder-
zoek van de onderwijsinspectie.
Sociale ongelijkheid kent sterke politieke, culturele en maatschappelijke factoren. Er zitten hele
grote verschillen tussen landen in hoe de sociale ongelijkheid vormgegeven wordt, hoe groot die soci-
ale ongelijkheid is en hoe duurzaam die sociale ongelijkheid is – kunnen ze bewegen in die ladder.
Sociale ongelijkheid is onvermijdelijk, maar de mate en de rigiditeit van deze ongelijkheid is deels
het gevolg van politieke en maatschappelijke keuzes. Veel ethische overheidsvraagstukken gaan over
hoeveel ongelijkheid wij als samenleving willen toestaan; hoeveel ongelijkheid wij rechtvaardig vinden;
,hoeveel ongelijkheid wij effectief of efficiënt vinden; hoeveel een overheid überhaupt mag/moet in-
grijpen. Inhoudelijke keuzes hebben morele achtergrond, en morele consequenties. In landen als India
bepaalt de geboorteplaats welk werk je gaat doen en waar je op de ladder staat. In landen als Neder-
land en Zweden zijn je opleidingsniveau en talenten heel belangrijk zijn om te bepalen waar je terecht
komt.
Vanuit een ethisch perspectief kunnen we de vraag stellen: is dit nu eenmaal hoe het is, als je in het
verkeerde nestje bent geboren, dan heb je pech en moet je maar harder werken dan een ander; of
hebben wij als samenleving een plicht om de kansen tussen mensen gelijker en eerlijker te maken. Om
kansen gelijk te maken, moet je als overheid misschien wel ingrijpen in de samenleving en vrijheden
in moeten perken.
, Doelethiek
De rechtvaardigheid van een handeling is, volgens utilisten, afhankelijk van het doel dat ermee be-
oogd/bereikt wordt. Het utilisme is daarmee een teleologische theorie; het doel staat centraal2.
In het boek behandelt Sandel twee vertegenwoordigers van het utilisme/utilitarisme. De laatste is een
hedendaagse utilist die in een college is behandeld. Het gaat om:
• Jeremy Bentham (1748 – 1832)
• John Stuart Mill (1806 – 1873)
• Peter Singer (1946)
Als we het over utilisme hebben, verwijzen we naar Jeremy Bentham. John Stuart Mill neigt meer naar
het liberalisme.
Jeremy Bentham
Vanuit het utilistisch perspectief van Jeremy Bentham kijk je naar wat het meeste oplevert. Bentham
zegt dat de mens hedonistisch3 is. Rechtvaardig is hierin het voorkomen van lijden, en het vergroten
van genot. Hoe meer geluk ten opzichte van lijden, hoe beter.
Maximale utiliteit (nut) is het uitgangspunt voor beleidsmakers. Door een hedonistische calculus toe
te passen, kan men uitrekenen welke handelingsalternatief de juiste is. Volgens Bentham zijn er zeven
dimensies waarmee je rekening behoort te houden: intensiteit, duur, zekerheid, nabijheid, vruchtbaar-
heid, zuiverheid en uitgebreidheid.
Kritiekpunt 1 Er is geen gemeenschappelijke munt te berekenen om verschillende
waarden/doelstellingen met elkaar te vergelijken.
Bijvoorbeeld: is het moreel acceptabel mensen te waarderen in geld?
Kritiekpunt 2 De individuele waardigheid, en individuele rechten worden gene-
geerd.
Bijvoorbeeld: is martelen ooit te rechtvaardigen?
Kritiekpunt 3 De uitkomsten van keuzes zijn moeilijk te voorspellen.
Bijvoorbeeld: niemand gaat nog naar het ziekenhuis als ze een dode-
lijk spuitje kunnen verwachten zonder daar toestemming voor te ge-
ven.
John Stuart Mill
De bezwaren tegen de visie van Bentham heeft sociaalliberaal John Stuart Mill in zijn theorie verwerkt.
Het utilisme van Jeremy Bentham, gaat over het genot voor het individu. Mill, daarentegen, streeft
naar zoveel mogelijk genot voor zoveel mogelijk mensen. Dat creëer je door naar de lange termijn te
kijken, en door het garanderen en stimuleren van individuele vrijheid (en dus uitgebreide individuele
rechten). Mill zegt dat we in dienst staan van de samenleving. We moeten mensen respecteren, zodat
mensen de vrijheid hebben om te kunnen leven zoals ze dat willen, want dat komt ten goede voor de
samenleving op de lange termijn. Om nieuwe paden te bewandelen, jezelf te ontwikkelen en de beste
versie van jezelf te worden, heb je vrijheid nodig. Zonder vrijheid kan men zijn eigen geluk niet vinden.
2
Telos is Grieks voor doel.
3
Genotzuchtig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Gaantje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.