Deel 2 – De babytijd
5.1 Groei en ontwikkeling
5.1.1 Fysieke groei: de snelle schreden van
de babytijd
De eerste 2 jaar van zijn leven groeit een mens
razendsnel. Aan het eind van het 2e jaar weegt het kind
ongeveer vier keer zoveel als bij zijn geboorte. Tijdens
het 1e jaar worden de lengte en het gewicht van de
baby op het consultatiebureau regelmatig
gecontroleerd, om problemen in de ontwikkeling tijdig
te kunnen signaleren.
Niet alle delen van het lichaam van een baby groeien
even hard. Het hoofd vormt maar liefst ¼ deel van de
totale lichaamsomvang van een baby. In de eerste 2
jaar begint de rest van het lichaam aan een inhaalslag.
Vier principes van groei:
Deze principes vormen een verklaring voor de
patronen aan de hand van waarvan onze zich voltrekt;
Cefalocaudale principe; het principe dat groei een
patroon volgt dat begint met het hoofd en de
bovenste lichaamsdelen en zich vervolgens uitstrekt
naar de rest van het lichaam. Het woord
cefalocaudaal is afgeleid van het Grieks en het
latijn en betekent letterlijk ‘van hoofd tot staart’.
Proximodistale principe; het principe dat de
ontwikkeling zich vanuit het centrum van ons lichaam naar buiten toe voltrekt.
Proximodistaal is gebaseerd op de Latijnse woorden voor ‘dichtbij’ en ‘ver weg’.
Principe van hiërarchische integratie; het principe dat eenvoudige vaardigheden zich
doorgaans afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar ontwikkelen, en later geïntegreerd
worden in complexere vaardigheden.
Principe van de onafhankelijkheid van systemen; het principe dat verschillende
lichaamssystemen een verschillend groeitempo kennen.
,5.1.2 Het zenuwstelsel en de
hersenen: de fundamenten van
onze ontwikkeling
Het zenuwstelsel bestaat uit de
hersenen en de zenuwen die zich door
het hele lichaam bevinden.
Neuronen zijn de basiscellen van het
zenuwstelsel. Net als alle andere cellen
in ons lichaam hebben neuronen een
cellichaam dat een nucleus, celkern,
bevat. Neuronen hebben 1 vermogen
dat ze onderscheidt van andere cellen;
ze kunnen met andere neuronen
communiceren.
Om te communiceren hebben ze aan
één uiteinde een cluster van
vertakkingen; dendrieten. Dendrieten
ontvangen de boodschappen van
andere cellen.
Aan de andere kant hebben neuronen
een lang uiteinde dat een axon heet, dit
is het deel van het neuron dat
boodschappen bevat die bestemd zijn
voor andere neuronen.
Dit communiceren gebeurt via
chemische boodschappers,
neurotransmitters. Neurotransmitters
reizen door de minuscule ruimten
tussen neuronen, deze minuscule
ruimten worden synapsen genoemd.
Bij de geboorte hebben de meeste
neuronen in de hersenen van een baby
relatief weinig verbindingen met andere
neuronen. In de eerste 2 jaar brengen
de babyhersenen miljarden nieuwe verbindingen tussen neuronen tot stand. Het netwerk
van neuronen wordt steeds complexer. De complexiteit van de neuronenverbindingen blijft
je hele leven toenemen. Ons hele leven lang ontstaan er nieuwe synapsen als gevolg van
onze veranderende ervaringen.
De uiteindelijke capaciteiten van de hersenen worden gedeeltelijk bepaald door het
‘snoeien’ van overbodige neuronen. Neuronen die geen verbindingen vormen met andere
neuronen raken overbodig. Als de ervaringen die de baby opdoet bepaalde
zenuwverbindingen niet stimuleren, worden deze, net als ongebruikte neuronen,
geëlimineerd en sterven ze af. Dit noemen we snoeien van synapsen. Het resultaat is dat
wel geactiveerde neuronen uitgebreidere communicatienetwerken kunnen vormen met
andere neuronen en het zenuwstelsel efficiënter wordt. Na de geboorte blijft het aantal
,neuronen toenemen. Ze krijgen steeds meer dendrieten en hun axonen worden bedekt met
myeline; een vettige substantie die bescherming biedt en de overdracht van zenuwsignalen
versnelt. Tijdens het groeien zijn de neuronen van een baby in beweging, ze groeperen zich
naar functie. Sommige neuronen verplaatsen zich naar de hersenschors; de bovenste laag
van de hersenen. Andere neuronen komen terecht op subcorticale niveaus, onder de
hersenschors. Deze subcorticale niveaus; zijn verantwoordelijk voor basale activiteiten zoals
ademhaling en hartslag. Deze niveaus zijn bij de geboorte het meest ontwikkeld.
De synapsen en myelinisering maken na 3 a 4 maanden een groeispurt door in het gebied
van de hersenschors dat betrokken is bij auditieve en visuele vaardigheden. Deze gebieden
worden de auditieve en visuele hersenschors genoemd.
Shakenbabysyndroom
Dit syndroom kan zich voordoen als een verzorger een baby hardhandig door elkaar schudt,
doorgaans uit onmacht, frustratie of woede over het onophoudelijk huilen.
De baby wordt zodanig geschud dat het hoofdje wil heen en weer beweegt, wat leidt tot
beschadigingen van hersenen, bloedvaten en zenuwen. Mogelijke gevolgen kunnen hiervan
zijn; blindheid, gehoorverlies en spraakstoornissen. Sommige kinderen ervaren
leerproblemen en gedragsstoornissen. In het ergste geval heeft het schudden een dodelijke
afloop.
Omgevingsinvloeden op de ontwikkeling van de hersenen
Plasticiteit, de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur
veranderbaar is, vooral als gevolg van ervaringen, is een belangrijk kenmerk van de
hersenen. Zonder plasticiteit is het onmogelijk om opgedane kennis op te slaan. Tijdens de 1 e
paar levensjaren is de plasticiteit het grootst. Omdat veel gebieden van de hersenen nog niet
voor specifieke taken ontwikkeld zijn, kan indien nodig de taak van een gekwetst gebied
door andere gebieden worden overgenomen.
De zintuiglijke ervaringen van een kind zijn van invloed op zowel de omvang van de
individuele neuronen als op de structuur van hun onderlinge verbindingen. De
hersenstructuur en gewicht van de hersenen van kinderen uit een prikkelarme omgeving zijn
hierdoor anders dan die van kinderen uit een stimulerende omgeving.
5.1.3 Integratie van lichaamssystemen: cycli van de babytijd
In de 1e dagen van het leven van een baby bepaalt het ritme van zijn lichaam zijn gedrag.
Verschillende lichaamssystemen sturen deze basale activiteiten aan.
Ritmen en stadia
Een baby ontwikkelt verschillende lichaamsritmen; herhalende, cyclische gedragspatronen.
Sommige ritmen zijn direct zichtbaar, zoals de overgang van waken naar slapen.
Ademhalings- en zuigpatronen zijn minder gemakkelijk op te merken. Weer andere ritmen
zijn alleen zichtbaar na zorgvuldige observatie. Sommige ritmen zijn direct na de geboorte
aanwezig en andere ontwikkelen zich langzaam door het eerste jaar heen, naar mate het
zenuwstelsel verder geïntegreerd raakt.
Ook heeft een baby verschillende stadia van waken, zoals alertheid, agitatie en huilen, en
verschillende stadia van slapen. Hierin wordt de gedragstoestand van een baby duidelijk.
, De gedragstoestand is de mate waarin hij zich bewust is van zowel interne als externe
stimulatie. Een verandering in een gedragstoestand zorgt ervoor dat de hoeveelheid
stimulatie die nodig is om de aandacht van het kind te trekken ook verandert.
Slaap
Achter de ogenschijnlijke rustige slaap van baby’s schuilt een cyclisch patroon. In de periode
dat ze slapen, neemt hun hartslag toe en wordt die onregelmatig, hun bloeddruk stijgt en
hun ademhaling versnelt. Soms bewegen de pupillen van links naar rechts. Deze periode van
actieve slaap lijkt sterk op (maar is niet identiek aan) de REM-slaap (rapid eye movement-
slaap).
Wat de functie is van deze REM-achtige slaap bij baby’s is niet helemaal zeker. Sommige
onderzoekers denken dat het een manier is voor de hersenen om zichzelf te stimuleren, een
proces dat autostimulatie heet. Stimulatie van het zenuwstelsel tijdens de slaap zou vooral
belangrijk zijn voor baby’s omdat ze door het vele slapen, relatief weinig momenten in een
alerte gedragstoestand verkeren.
Hoewel vooral genetische factoren de patronen van baby’s tijdens hun waak-slaapcycli
bepalen, kunnen ook omgevingsinvloeden een rol spelen. Zowel korte- als
langetermijnstressoren in de omgeving van baby’s kunnen hun slaappatroon beïnvloeden.
Ook culturele gewoonten hebben invloed op de slaappatronen van kinderen.
5.1.4 Wiegendood (SIDS) en SUID
Bij een klein aantal baby’s wordt het slaapritme onderbroken door een dodelijke
aandoening: wiegendood. Wiegendood, ook bekend als sudden infant death syndrome
(SIDS), is de onverklaarbare dood van een ogenschijnlijk gezonde baby voor de leeftijd van 1
jaar. Wiegendood lijkt op te treden wanneer het normale ademhalingspatroon tijdens de
slaap onderbroken wordt, maar hier is nog geen verklaring voor. De baby’s sterven een
rustige dood, doordat ze ophouden met ademhalen.
Wel worden bepaalde factoren in verband gebracht met een verhoogd risico op
wiegendood. Factoren die een groter risico lijken te lopen zijn;
Jongens - een laag geboortegewicht - lagere Apgar-scores bij de geboorte - een moeder die
tijdens de zwangerschap heeft gerookt - hersenafwijking die invloed heeft op de ademhaling
- kindermishandeling - niet-vastgestelde slaapstoornissen en andere ziekten – verstikking –
voedingstekorten - problemen met reflexen.
Wiegendood komt voor bij kinderen van alle afkomsten en uit sociaal-economische groepen,
en ook bij kinderen die geen duidelijke gezondheidsproblemen hebben gehad. Dus de
uiteindelijke oorzaak blijft een raadsel.
Kind en gezin geeft de volgende aanbevelingen ter voorkoming van SIDS voor alle
begeleiders van baby’s:
- Leg een baby altijd op zijn rug te slapen
- Rook niet in de omgeving van de baby
- Blijf in de buurt en houd toezicht
- Let erop dat het kind het niet te warm krijgt
- Kies een veilig kinderbed en veilig bedmateriaal
- Geef geen geneesmiddelen zonder advies van een arts of apotheker
- Zorg voor rust en regelmaat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bohnemichelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.