100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen college + werkgroepen $5.00   Add to cart

Class notes

Aantekeningen college + werkgroepen

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document al mijn aantekeningen van de colleges en werkgroepen. Heb zelf een 9 gehaald voor dit vak.

Preview 4 out of 74  pages

  • January 19, 2022
  • 74
  • 2021/2022
  • Class notes
  • -
  • All classes
avatar-seller
Inleiding burgerlijk recht

WEEK 1
Goederen (art. 3:1) = Zaken en vermogensrechten

Zaken (art. 3:2) = voor menselijke beheersing vatbare objecten
- Onroerende zaken (art. 3:3 lid 2), Grond en wat daarmee is verbonden.
- Roerende zaken (art. 3:3 lid 1), Alle zaken behalve onroerende zaken.

Vermogensrechten (Art. 3:6):
- Eigendomsrechten: Absoluut (exclusiviteit in zaaksgevolg, geldt jegens iedereen.)
Zakelijk Recht (eigendom blijft op de zaak rusten, het recht op een zaak)

- Vorderingsrecht: geen eigendom. Relatief (afspraak tussen twee partijen en dus niet
jegens een ieder.) Persoonlijk.

Beperkte rechten (Art. 3:8) = Recht dat is afgeleid van een meer omvattend recht. 2 soorten.
1. Gebruiksrechten
2. Zekerheidsrechten

Erfdienstbaarheid = Situatie waarbij 1 onroerende zaak een recht aan een ander onroerend
zaak geeft. ????

Contractrecht

Rechtshandeling= handeling die gericht is op rechtsgevolg. (Boek 3 BW)

Eenzijdige rechtshandelingen= wordt tot stand gebracht door één persoon. (Beëindigen van
een abonnement etc.)
Gericht-> gericht naar een persoon
Ongericht-> niet specifiek gericht tot een bepaald persoon

Meerzijdige rechtshandelingen= rechtshandelingen die door meer dan een persoon worden
verricht. (Overeenkomsten, komt tot stand door aanbod en aanvaarding)
Eenzijdige overeenkomst-> Een persoon neemt de verplichting op zich (schenking)
Wederkerige overeenkomst-> Meerdere personen nemen een verplichting op zich (huur)

Totstandkoming van rechtshandelingen art.3:32-39 (titel 3.2 BW) door grondslagen.

Een advertentie waarin een individueel bepaalde zaak voor een bepaalde prijs wordt
aangeboden wordt in beginsel opgevat als een uitnodiging tot het doen van een aanbod.

Grondslag I geopenbaarde wil (art. 3:33 BW): Een rechtshandeling vereist een geopenbaarde
wil, een op rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
- Vorm van verklaring (art. 3:37 lid 1 BW) Kan in elke vorm geschieden.
- Moment tot stand komen (art. 3:37 lid 3 BW) Een rechtshandeling komt tot stand op
het moment dat de wilsverklaring haar werking verkrijgt en komt tot stand op het
moment dat de verklaring de ander bereikt.

,Discrepantie tussen wil en verklaring: verklaring kan door diverse oorzaken afwijken van wil,
zoals:
- Vergissing
- Verspreking
- Verschrijving
- Dubbelzinnig woordgebruik (misverstand)

Bij discrepantie tussen wil en verklaring komt er geen rechtshandeling tot stand doordat de
geopenbaarde wil niet overeenkomt met de verklaring.

Grondslag II Opgewekte vertrouwen (art. 3:35 BW): Verklaring komt tot stand als de andere
partij (partij tot wie de verklaring was gericht) erop vertrouwde en erop mocht vertrouwen
dat de verklaring echt spoorde met de wil. Wanneer de wederpartij/geadresseerde
gerechtvaardigd vertrouwen dat de verklaring echt gemeend was komt de rechtshandeling
alsnog tot stand ondanks de discrepantie tussen wil en verklaring.
Gerechtvaardigd vertrouwen hebben op dat wat verklaard is ook de wil is.
Bepalen of het vertrouwen gerechtvaardigd is:
- Art. 3:11 BW
- Diverse omstandigheden

Overeenkomst (art. 6:213) = Meerzijdige rechtshandeling waarbij één of meer partijen
jegens een of meer andere een verbintenis aangaan. Overeenkomst komt tot stand tussen
aanbod en aanvaarding daarvan (art. 6:217).

Aanbod (moet duidelijk zijn wat de zaak is, specifiek zijn) Moet alle essentiële kenmerken
van een overeenkomst bevatten.
- Eenzijdige gerichte rechtshandeling
- Te onderscheiden van: uitnodiging om in onderhandeling te treden
- Vervalt door
- verwerping (art. 6:221 lid 2 BW)
- tijdsverloop (o.m. art. 6:221 lid 1 BW) -> Mondeling aanbod vervalt wanneer het
niet onmiddellijk wordt aanvaard. Schriftelijk aanbod vervalt wanneer het niet binnen
redelijke tijd wordt aanvaard. Art. 6:223 -> Aanbieder kan een te late aanvaarding
toch als tijdig gedaan laten gelden.
- herroeping (art. 6:219 lid 1) -> Een aanbod kan worden herroepen tenzij het
tegendeel blijkt (aanbod onherroepelijk is gebleken). Aanbod kan niet worden
herroepen wanneer het aanbod nog niet is aanvaard of een mededeling houdende
aanvaarding is verzonden.
- Onherroepelijk aanbod -> Wanneer je een termijn voor aanvaarding ingesteld hebt
kan je het voor de verstrekking van dit termijn niet herroepen.

Bij een uitnodiging om in onderhandeling te treden of uitnodiging tot het doen van een
aanbod hoeft de verkoper niet te leveren/koper niet te betalen.

,Aanvaarding = Accepteren van het aanbod
- Eenzijdige rechtshandeling
- In beginsel vormvrij (art. 3:37 lid 1)
- Moet inhoudelijk overeenstemmen met aanbod
- Van het aanbod afwijkende ‘aanvaarding’ (art. 6:225 lid 1) de afwijkende
‘aanvaarding’ geldt als een nieuw aanbod en tegelijk een verwerping van het
oorspronkelijke aanbod en deze vervalt direct. Uitzondering: (art. 6:225 lid 2) de regel
dat een van het aanbod afwijkende ‘aanvaarding’ een nieuw aanbod wordt gaat niet
op als de aanvaarding alleen maar op ondergeschikte punten afwijkt.

Rechtsgevolg van een overeenkomst is dat er verbintenissen ontstaan. Partijen moeten gaan
presteren.

Partijen sluiten een geldige overeenkomst:
- Meerzijdige rechtshandeling
- Rechtsgevolg ontstaat door aaneensluitende rechtshandelingen
- Rechtgevolg-> ontstaan van verbintenissen.


Hoe pak je een casus aan:
Facts -> juridisch relevante feiten op een rij zetten
Issue-> probleem/ rechtsvraag formuleren
Rules-> Juridisch kader zoeken. (Relevante wetsartikelen en/of jurisprudentie, hieruit
afgeleide norm/ rechtsregel met criteria)
Application-> toetsing aan de casus (feiten toetsen aan de criteria)
Conclusion -> conclusie trekken

Verbintenissenrecht -> Boek 3 BW, Boek 6 BW, Boek 7 BW
Goederenrecht -> Boek 3 BW, Boek 5 BW

Voor een geestelijke stoornis is niet per se een verklaring nodig-> Art. 3:34 BW (stress,
dronkenschap)

Blaauboer/berlips: De rechtsopvolger onder bijzondere titel is niet gebonden aan de
verbintenissen die zijn voorganger met betrekking tot het overgegane goed op
zich heeft genomen.

, Week 2

Vertegenwoordiging

A= vertegenwoordigde (volmachtgever)
B= Wederpartij
T= tussenpersoon vertegenwoordiger (gevolmachtigde)

A verleent aan T een volmacht
T doet een aanbod aan B namens A
B aanvaard dit aanbod.
Er ontstaat een overeenkomst tussen A en B

Art. 3:66 lid 1 BW
- In naam van een ander
- Rechtshandeling verrichten
- Binnen de grenzen van bevoegdheid

Wanneer ben je bevoegd tot vertegenwoordiging
1. Volmacht (art. 3:60 lid 1 BW -> JO 3:60)
2. Wettelijke vertegenwoordiging
- Ouder die minderjarig kind vertegenwoordigd (art. 1:245 lid 4 BW)
- Curator vertegenwoordigd onder curatele gestelde (art. 1:386 jo. 337 BW)
3. Vertegenwoordiging van een rechtspersoon
- door bestuurders (boek 2 BW)
4. Bevoegde zaakwaarneming (art. 6:201 BW)

Bevoegdheid: T kan in naam van de ander een handeling verrichten maar is niet verplicht.
Niet privatief: A houdt zelf (ook) de bevoegdheid om de merrie te gaan kopen.

Uitoefening volmacht: Art. 3:66

Onbevoegde vertegenwoordiging
- T handelt terwijl T geen bevoegdheid hebt
- T handelt buiten de grenzen van zijn bevoegdheid
Gevolg: Geen overeenkomst tussen A en B, Geen overeenkomst tussen T en B

Rechtsgevolg: T moet instaan voor bevoegdheid, T moet schade vergoeden aan B (art. 3:70
BW)

Hoofdregel: Geen overeenkomst tussen achterman en de wederpartij

Uitzondering (dus er komt wel een overeenkomst tot stand):
1. Bescherming van gerechtvaardigd vertrouwen wederpartij (B)-> (art 3:61 lid 2 BW)
-T verricht rechtshandeling in naam van A
-Verklaring of gedraging van A (toedoen A) (A heeft aangegeven aan B dat A volmacht
heeft verleend aan A)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noaposthouwer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84190 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.00
  • (0)
  Add to cart