Inleiding recht
Inhoud
Les 1.......................................................................................................................................................1
Les 2.......................................................................................................................................................5
Les 3.....................................................................................................................................................14
Les 4.....................................................................................................................................................16
Les 5.....................................................................................................................................................20
Les 1
We kennen vier functies van het recht:
1. Normatieve functie
Gedragsregels/normen, zoals: MOORD DIEFSTAL VERKRACHTING DISCRIMINATIE. Het beschermen
van de normen en gedragsregels.
2. Geschil oplossende functie
De rechtspraak. Het oplossen van geschil (ruzie etc.).
3. Additionele functie
Het recht biedt een rechtsregel als partijen vergeten zijn afspraken te maken zoals AFGESPROKEN
PRIJS VAN EEN PRODUCT.
4. Instrumentele functie
Wet op regels die vaststaan zoals STOPPEN VOOR ROOD.
Waar vinden we het recht?
1. de wet
Bijvoorbeeld: Burgerlijke Wetboek (BW).
2. het verdrag
Bijvoorbeeld: Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
3. de jurisprudentie
Bijvoorbeeld: rechtspraak.
4. de gewoonte
Bijvoorbeeld: handdruk na verkopen van een fiets.
,Privaatrecht: personen en familie recht, vermogensrecht en ondernemingsrecht
• rechtsverhouding tussen burgers onderling (burger – burger)
->Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen
Publiekrecht: strafrecht, staatsrecht en bestuursrecht
• rechtsverhouding tussen de overheid en burgers
-> M.a.w. als een burger een juridisch probleem heeft met de overheid: publiekrecht.
Wet in formele zin is zijn wetten vastgesteld door de regering en staten generaal.
Wet in materiele zin is een regeling van een wetgever. Voor een onbepaald aantal personen.
Rangorde
• Hierbij gelden de volgende 3 regels:
1. Hoog boven laag: provinciale verordeningen gaan voor gemeentelijke verordeningen
2. Jong boven oud: zijn twee wetten van gelijk niveau met elkaar in strijd, dan zal de rechter de
meest recente wet toepassen
3. Bijzonder boven algemeen: gelaagde structuur BW bijv. bepaling in regeling over
arbeidsovereenkomst uit boek 7 BW niet in overeenstemming met bepalingen uit boek 3, 5 of 6, dan
gaat de eerste wettelijke bepaling boven de tweede.
Verdrag
• Is een overeenkomst gesloten door twee of meer staten.
• Ook in een verdrag zijn rechtsregels opgenomen.
Verdragen kunnen gesplitst worden in:
1. bilateraal verdrag: een verdrag tussen twee landen
2. multilateraal verdrag: een verdrag tussen meer dan twee landen.
-> Verdragen worden steeds belangrijker in verband met de toenemende internationalisering van de
samenleving.
, Jurisprudentie
Is het hebben van algemeen rechtspraak.
Interpretatiemethoden
• De rechter specificeert de betekenis van een woord of zinsnede in de wet.
• Grammaticale, Tekstueel, bijv.: haag, pluimvee, duurzaam met de grond verenigd
• Wetshistorische, Parlementaire geschiedenis: wat bedoelde de wetgever hier precies?
• Anticiperende, Beroepen op “bijna-recht”
• Rechtsvergelijkende, Verwijzen naar ander recht
• Systematische, Wetsartikel als onderdeel van
• Teleologische, Doel of strekking van de wetgever
• Precedenten interpretatie, verwijzen naar jurisprudentie.
Materieel en formeel recht
• Materiële recht: wat mag wel/niet (geboden/verboden, Inhoudelijk van aard. Bijv: Wetboek van
Strafrecht (Sr.)
• Formele recht: regels die gelden om materiële recht in te roepen, Procedureel van aard. Bijv :
Wetboek van Strafvordering (Sv.)
Dwingend en aanvullend recht
• Dwingend recht= Niet van afwijken. Signaalwoord: moeten, afwijking is nietig.
• Aanvullend recht= Kunnen partijen van afwijken (indien beide willen). Let wel: indien niets
(anders) is bepaald; dan geldt aanvullend recht. Signaalwoord: kunnen.
Staatsrecht
De drie machten van trias politica:
Wetgevende macht, regering
Uitvoerende macht, politie
Rechtsprekende macht, rechters
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lennardmartijnkluinhaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.09. You're not tied to anything after your purchase.