Consciousness Samenvatting
Lecture 1: Het probleem
Iedereen heeft een ander idee over bewustzijn en niet één is fout en niet één is juist. We gaan er van uit
dat iedereen een idee van bewustzijn heeft en dat iedereen een bewustzijn heeft. Niet iedereen gaat er
van uit dat ieder dier ook een bewustzijn heeft.
Freud en de ijsberg.
Carl Yung → bewust vs
onbewust. Systeem 2 is
onbewust nadenken.
Dualisme → lichaam en
geest zijn gescheiden van
elkaar en kunnen los van elkaar
bestaan. Dit is niet alleen een
westelijke uitdrukking, maar
komt voor in alle tijden en culturen. De neiging om zo te denken is intuïtief dualisme. Onderscheid
maken tussen fysieke en mentale eigenschappen. Over het algemeen zeggen mensen dat mentale
eigenschappen wel en fysieke eigenschappen niet voortbestaan. Relatie tussen religie en dualisme.
Maar zelfs bij niet-religieuze mensen zien we dualisme.
Gaat in de westerse wereld terug tot Descartes. Sceptici: Je kan aan alles twijfelen, behalve dat je
twijfelt. Ik denk, dus ik besta. Substantie dualisme = lichaam (uitgebreid) gedachten (niet-uitgebreid)
twee entiteiten. Property dualisme = niet perse verschillende entiteiten, maar iets dat zich op twee
manieren laat beschrijven. Om de substantie goed te beschrijven heb je zowel fysieke als mentale
termen nodig.
Monoisme → lichaam en geest zijn hetzelfde. Dualisme → lichaam en geest zijn verschillend.
Descartes → lichaam en geest zijn verschillende substanties. Plato → werkelijkheid is afspiegeling
van de wereld. Aristoteles → door analyse kun je tot echte kennis komen.
Gilbert Ryle → kritiek op dualisme. De essentie van bewustzijn lijkt alsof je het bewustzijn kan
lokaliseren op een bepaalde plek. “The dogma of the ghost in the machine”.
Daniel Dennett→ Cartesian Theatre. Bewustzijn is alsof er in je brein een theater is waar iemand naar
je leven zit te kijken. Het is een illusie want het lijkt zo, maar is niet zo.
Fysicalisme (materialisme) → bewuste toestanden zijn precies hetzelfde als breintoestanden. Extreme
reducties. Patricia Churchland Idealisme → bewustzijn is de ultieme bron van de werkelijkheid, niet
het fysieke gebeuren. George Berkeley(P18). Dualisme → lichaam en geest zijn twee substanties
Descartes Functionalisme (vorm van fysicalisme) → maar stelt niet dat het er toe doet hoe een
bepaald systeem geïmplementeerd is. Om bewustzijn te begrijpen, moet je inzicht krijgen in hoe
informatie verwerkt wordt. Als je de processen begrijpt, begrijp je bewustzijn. Panpsychisme →
Bewustzijn is een fundamentele eigenschap van de werkelijkheid, bijvoorbeeld energie en materie.
1
, Niet een resultaat van een fysiek systeem. Ook fysieke dingen kunnen bewustzijn hebben. David
Chalmers, Giulio Tononi. Mysterialisme → ons brein is niet instaat om de vraag over bewustzijn te
beantwoorden. Colin McGinn.
William James → Veel info over bewustzijn. Hechtte veel belang aan introspectie.
David Chalmers → easy problems(het mechanisme kan verklaard worden door mainstream cognitieve
wetenschap) vs hard problems (hoe fysieke problemen in het brein het bewustzijn kan beïnvloeden)
The explanatory gap → hoe verhouden de verschillende verklaringsniveaus van de werkelijkheid tot
elkaar. Vooral farmacologisch niveau, neurocognitef niveau en psychologisch niveau.
Qualia → de unieke manier waarop jij iets ervaart. Je kan het beschrijven, maar we zullen elkaar
nooit voldoende begrijpen. Hoe komen subjectieve ervaringen bij elkaar tot een objectieve ervaring?
Maakt gebruik van gedachte-experimenten. Om misvattingen in redeneringen te ontkrachten → de
basale bouwblokken van onze zintuigelijke ervaring. Hoe ruw is onze subjecte ervaring?
Mary the colour scientist (Frank Jackson, 1982) → ze weet exact wat de neurale werking van kleur
is, maar ze heeft zelf nog nooit echt kleur gezien. Zou het iets toevoegen aan haar kennis over kleur als
ze naar buiten gaat en wel kleur ziet? – dit stelt dat iets weten over, anders is dan de ervaring hebben.
What is it like to be a bat? (Thomas Nagel, 1974) → zouden wij het ons kunnen voorstellen wat het
is om de wereld waar te nemen als een vleermuis? Is het mogelijk, of is het onmogelijk om je dat voor
te stellen? – je kan het je voorstellen, maar je kan het niet simuleren, want je mist de juiste organen.
The philosopher’s zombie (David Chalmers, 1996) → Er bestaat een zombie die er fysiek exact
hetzelfde uitziet als jij, maar de zombie heeft geen bewustzijn. Biologisch exact hetzelfde, maar geen
bewustzijn – dit laat ons nadenken waar het bewustzijn zit, in de biomassa of niet? En kunnen deze
zombies nadenken, dromen, voorstellen geloven, begrijpen? Als ze geen bewustzijn hebben.
Phenomenal consciousness (P) → de eerste persoonservaring van iets hebben. Access consciousness
(A) → over die ervaring kunnen vertellen.
Illusies
Intuïtie over de visuele perceptie. Illusies leren ons iets over de manier waarop we de wereld
waarnemen. Ze laten ons met name zien dat heel veel van onze waarneming berust op “filling in”. We
zien niet altijd voldoende en we vullen dat in. Komt bijvoorbeeld door Saccadic eye movements (het
continu bewegen van onze ogen en knipperen).
Changed blindness → blind zijn voor veranderingen in de omgeving/op een plaatje wanneer deze
verandering plaatsvind in de saccades (bijvoorbeeld tijdens het knipperen). Relevante veranderingen
worden eerder opgemerkt dan irrelevante veranderingen.
Inattentional blindness → Iets niet waarnemen omdat je er geen aandacht aan besteed. Maar stimuli
die niet gezien worden, worden tot op een deel wel waargenomen en verwerkt. Dit wordt veel door
illusionisten gebruikt.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nononoootje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.