Introductie
1.1 Wat is een organisatie?
Een organisatie is te complex en te divers om allemaal te vatten in een
definitie. Daarom hebben we 6 fundamenten in een organisatie.
Participanten: Dit zijn de mensen waaruit een organisatie bestaat.
Doelen: Dat wat een organisatie probeert te bereiken, zoals winst. Kwaliteit,
klanttevredenheid.
Technologie: Organisaties werken met technologie, zoals machines, computers
en hardware om nieuwe producten te produceren of een.
service te verlenen.
Formele structuur: Bestaat uit de hiërarchische relaties en taakverdeling
tussen managers en werknemers. Daarnaast worden activiteiten vastgelegd in
formele procesbeschrijvingen.
Informele Structuur: Interacties binnen een organisatie die op natuurlijke wijze
ontstaan.
De omgeving: In welke wijze organisaties worden beïnvloed.
1.2 Verschijningsvormen van Organisaties
Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende organisaties en hun
oogmerk.
Non-Profit: Streven naar levering van goederen en diensten voor het algemene
nut (Scholen, Gemeente, Verenigingen)
Non-For-Profit: Sociale ondernemingen die wel winst mogen maken, maar wat
niet hun voornaamste doel is. (Zoeken naar manieren om voedselverspilling
tegen te gaan)
Profit: Streven naar winst (ING, Shell, Heineken)
,Onderscheid tussen micro-, klein, - midden- en grootbedrijf.
Microbedrijf: Minder dan 10 medewerkers, jaaromzet van max 2 miljoen
Kleinbedrijf: Minder dan 50 medewerkers, jaaromzet van max 10 miljoen
Middenbedrijf: Minder dan 250 medewerkers, jaaromzet van max 50 miljoen
Grootbedrijf: Meer dan 250 medewerkers, jaaromzet van meer dan 50 miljoen
1.3 Stromingen in de organisatiekunde
Belangrijkste stromingen op een rijtje:
1900: Scientific management
Objectieve normen voor de te leveren prestaties
Rationele benadering, Standaardisatie, Prestatiebeloning, Duidelijke scheiding
1920: Bureaucratie
Rationele organisatievorm waarbij persoonlijke voorkeuren geen rol spelen
Sterke hiërarchie, Centrale controle, Afgebakende bevoegdheden en
verantwoordelijkheden.
(Tegenwoordig wordt dit gezien als onpersoonlijke organisatie waarbij individu
niet telt.)
1930: Human Relations (Mayo)
Medewerkers presteren beter door meer aandacht
Deel uitmaken van een groep, Samenwerken, Persoonlijke aandacht
1950: Revisionisme
Mens en organisatie staan hier centraal
1955: Systeembenadering
1960: Contingentiebenadering
1980: Total Quality Management & lerende organisatie
Meten = weten, zero defects concept. Hierbij streeft een organisatie naar 0
fouten.
2
, 1.4 Management en managementtaken
Wat doet een manager?
Plannen maken Plannen organiseren uitvoering delegeren en
coördineren Controleren of de resultaten behaald zijn.
Managementlagen in organisatie:
Topmanagement: Houdt zich vooral bezig met strategische besluitvorming.
(Iets wat grote impact heeft op organisatie)
Middenmanagement: Coördineren, werknemers informeren en zaken op
elkaar afstemmen is essentieel. Verantwoordelijk voor de besluitvorming
op middellange termijn.
Operationeel management: Vooral bezig met dagelijks motiveren en bijsturen
op de werkvloer.
Taken management: Vooruitzien, Organiseren, Delegeren, Coördineren en
controleren en beheersen.
1.4 Het 7-S model
Harde factoren
Strategie: Het doel van de onderneming en de manier waarop de
onderneming een concurrentievoordeel probeert te behalen
Structuur: De formele structuur bestaat uit de hiërarchische relaties en
taakverdeling tussen managers en werknemers.
Systems: De bedrijfsprocessen en de wijze waarop de onderneming haar
productie of dienstverlening heeft ingericht
Zachte factoren
Shared values: De bedrijfscultuur en de visie
Skills: Kerncompetities van onderneming
Staff: Mensen binnen onderneming
Style: De manier waarop management met elkaar omgaat.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zmlokin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.