Gerontologie = de tak va wetenschap die het ouder worden bestudeert, zowel in lichamelijk,
maatschappelijk als in geestelijk opzicht.
Geron = oudere
Logie = leer
Geriatrie = een medisch specialisme, gericht op de zorg en behandeling van ouderen.
Geron = oudere
Iatros = arts
Specialisme dat gericht is op ouderen met meerdere aandoeningen tegelijkertijd. Het gaat
dan om ziektebeelden die worden veroorzaakt door veroudering.
Comorbiditeit = er zijn meerdere aandoeningen/ziekten gerelateerd aan een (chronische)
ziekte, bijvoorbeeld depressie bij dementie.
Multimorbiditeit = er zijn meerdere aandoeningen/ziekten tegelijk aanwezig, bijvoorbeeld
parkinson en incontinentie.
De komende jaren zal het aandeel 65-79-jarigen op de totale bevolking sterk stijgen.
Vanaf 2025 neemt ook de groep 80-plussers sterk toe (=dubbele vergrijzing).
In 2040 is naar schatting 26% van de bevolking 65-plusser, waarvan een derde ouder is dan
80 jaar.
Vergrijzing = het aantal ouderen in de totale bevolking neemt toe.
Dubbele vergrijzing = binnen de groep 65-plussers neemt het deel 80-plussers toe.
Ontgroening = het aantal jongeren in de totale bevolking neemt af.
Ontgrijzing = het aantal ouderen in de totale bevolking neemt af.
Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk
welbevinden en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken (who,
1948). (nu niet meer)
Verschuiving in denken over gezondheid Machteld Huber.
Van focus op ziekte en zorg naar focus op gezondheid en gedrag-zelfmanagement
positieve gezondheid.
Niet het aanbod maar de zorgvraag is leidend, dit vraagt om een andere manier van werken.
Focus veel meer op vroegsignalering, dus preventie.
‘gezondheid is het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht
van sociale, psychische en emotionele uitdagingen van het leven. Dit concept beschrijft
,gezondheid als een dynamisch begrip waarin flexibiliteit en zelfregie centraal staan waarbij
gezondheid geen stabiel eindpunt is’ Machteld Huber
Deze definitie is flexibeler en dynamischer en neemt de veerkracht van mensen mee.
Mensen kunnen met een ziekte om leren gaan en daarnaast toch nog behoorlijk gezond in
het leven staan.
Met deze definitie kunnen mensen dus gezond zijn, naast het hebben van een ziekte.
Gedurende de hele levensloop is preventie van mogelijk functieverlies van belang.
Functioneren
Functie = iets kunnen, over een functie beschikken om iets relevants te realiseren.
Essentiële rol in iemands leven:
- Kunnen blijven bestaan.
- In leven blijven.
Existentiële behoeften: eten, drinken, warmte en contact hebben.
Ontbreken hiervan levert angst op en stress en uiteindelijk de dood.
Preventie en interventie:
Bevorderen van functiebehoud met als doel:
- Functieproblematiek uitstellen.
- Beperken van de ernst van de gevolgen op relevante levensdomeinen (zoals
emotionele beleving en sociaal-maatschappelijk functioneren).
- Preventietijdvenster: voorkomen van functieverlies tijdens verschillende levensfasen
door toepassing van preventieve (leefstijl) interventies.
De kwaliteit van leven wordt beïnvloed door de effecten van de (chronische) ziekte op het
(dagelijks) functioneren en de symptoomlast.
Pijn die samengaat met de (chronische) ziekte zorgt ervoor dat andere klachten ontstaan als
depressieve gevoelens, angst, slaapproblemen en verminderde zelfredzaamheid.
Dagelijkse activiteiten zelf kunnen organiseren en uitvoeren en sociaal kunnen blijven
functioneren is belangrijk voor mensen (dus ook voor ouderen).
Gezond of naar tevredenheid ouder worden is niet alleen een kwestie van al dan niet een
ziekte hebben en daarvoor behandeld worden.
Veroudering is het met de tijd toenemend optreden van ogenschijnlijk spontane,
irreversibele veranderingen (Eulderink, 2004)
Verouderen is een tijdafhankelijk biologisch proces dat, hoewel het niet een ziekte op
zichzelf betreft, functionele achteruitgangen risico op ziekte en dood met zich meebrengt.
(Bakker, 2019).
, Ouder worden gaat gepaard met veranderingen/verliezen op lichamelijk, functioneel,
cognitief en sociaal vlak.
- De vroege ouderdom: 65 tot 75 jaar.
- De late ouderdom: 75 jaar en ouder.
Fysieke veroudering is zichtbaar:
- Kaalheid.
- Haren worden grijs en vaak dunner.
- De huid wordt slapper, wordt rimpelig, wordt minder elastisch, gaat hangen, wordt
droger, vlekkeriger, bleek en dun.
- Veroudering is slijtage.
- De lengte van de wervelkolom neemt af, kromlopen, versleten tussenwervelschijven,
osteoporose (botontkalking).
- Spiermassa neemt af.
Veroudering is merkbaar:
- Afname in de functie van verschillende organen.
- Osteoporose (botontkalking).
- Verminderde mobiliteit, gewrichten worden minder soepel.
- Spieren worden zwakker en dunner (atrofie).
- Achteruitgang gezichtsvermogen, gehoor, reuk en smaak.
- Lichaamsgewicht neemt af.
- Verdwijnen van eetlust.
- Percentage lichaamsvet neemt met het ouder worden met meer dan 30% toe, vooral
rond de buik. Vorm romp verandert, dit is een natuurlijk proces, door minder te
bewegen, neemt het aantal spieren af en is de stofwisseling lager.
- De weerstand tegen ziekten en kwalen wordt steeds minder, herstel steeds minder
goed.
- Ouderdomskwaaltjes: vermoeidheid overdag, slapeloosheid ’s nachts, verminderde
energie en pijntjes.
Psychologisch/cognitief:
- Minder goed onthouden, vergeetachtigheid.
- Moeite met de concentratie, het denken en de oriëntatie.
- Meer tijd nodig om informatie te verwerken, het spreken gaat langzamer.
- Aanpassen aan moeilijke, uitdagende gebeurtenissen.
- Depressie en angst komen vaak voor bij ouderen met een lichamelijke aandoening.
Ongeveer 12% van de ouderen heeft depressieve klachten die zo ernstig zijn dat ze
tot beperkingen in het dagelijks leven leiden.
Sociaal:
- Verouderen is een complex netwerk van sociale relaties (familie, vrienden, buurten,
dorpen, landen).
- Nieuwe rollen (bijvoorbeeld grootouders).
- Vereenzaming door bijvoorbeeld: verlies partner/sociale contacten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller indyhuisman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.