LEERDOELEN VERDIEPING
Minor Taal en Cultuur Nederlandse gebarentaal
31 JANUARI 2022
HOGESCHOOL UTRECHT
,Inhoud
Logopedie ................................................................................................................................................ 2
Les 1. .................................................................................................................................................... 2
Les 2. .................................................................................................................................................... 4
Les 3. .................................................................................................................................................... 6
Les 4 ..................................................................................................................................................... 8
Taalkunde .............................................................................................................................................. 10
Les 1 ................................................................................................................................................... 10
Samenvatting boek: ....................................................................................................................... 15
Les 2 ................................................................................................................................................... 16
Samenvatting boek: ....................................................................................................................... 18
Les 3 ................................................................................................................................................... 19
Samenvatting bestand:.................................................................................................................. 21
Les 4 ................................................................................................................................................... 22
Samenvatting boek ........................................................................................................................ 23
Les 5 ................................................................................................................................................... 24
Samenvatting boek ........................................................................................................................ 26
Les 6 ................................................................................................................................................... 28
Samenvatting boek ........................................................................................................................ 30
Omgaan met tolken ............................................................................................................................... 30
Les 1 ................................................................................................................................................... 30
Les 2 ................................................................................................................................................... 33
Les 3 ................................................................................................................................................... 34
Doofblindheid ........................................................................................................................................ 35
Les 1 ................................................................................................................................................... 35
Les 2 ................................................................................................................................................... 39
Les 3 ................................................................................................................................................... 42
,Leerdoelen verdieping
Logopedie
Les 1.
- De student weet hoe het met het gehoor in Nederland gesteld is
o 1 op de 12 Nederlandser heeft gehoorproblemen (bijv. oorsuizen en hyperacusis =
overgevoeligheid voor geluid, mensen ervaren geluid vaak als te hard.)
o 15-20 duizend mensen zijn doof.
▪ De NVVS en de Nationale hoorstichting gaan ervan uit dat er in Nederland
ongeveer 1.4 miljoen slechthorenden zijn.
o Van alle slechthorenden blijkt slechts 40% een hoortoestel te dragen, waarom?
▪ De mate waarin men zich beperkt voelt en de communicatieve eisen die in
het dagelijks leven worden gesteld spelen een belangrijk rol. Pas op het
moment dat alle weerstand (bv. Schaamte/zichtbaarheid) zijn overwonnen,
gaat men op zoek naar hulp.
▪ Onvoldoende financiële draagkracht.
▪ Niet om kunnen gaan met het hoortoestel (mensen maken
geen/onvoldoende gebruik van de proefperiode.
▪ Onwetendheid.
o In Nederland komt van de 50-plussers 1 op de 5 in aanmerking voor een
hoorapparaat. Idee; gehoorscreening voor alle 50 plussers? Gehoorverlies vergroot
kans op dementie dus ingrijpen lijkt op zijn plaats.
- De student weet wat geluid is en waar dit uit bestaat
o Luidheid: dB
o Toonhoogte: frequentie.
o Bij een goed gehoor ligt de hoordrempel op 0dB (vallende speld). 0dB wil dus niet
zeggen geen geluid.
o Luidheid en spraak ligt tussen 30dB (fluisteren) en 60 dB (gewone spraak).
o Vanaf 80 dB kan langzaam maar zeker gehoorbeschadiging optreden!
o De pijngrens ligt bij de meeste mensen rodn 120dB. Langdurige en veelvuldige
blootstelling aan lawaai is schadelijk.
Overzicht van wat dB globaal betekend:
▪ 0dB: vallende speld.
▪ 10dB: ritselend blaadje
▪ 30dB: fluisteren
▪ 60dB: normale spraak
▪ 70dB: restaurant met achtergrond muziek.
▪ 80dB: straatlawaai
▪ 90dB: lawaaiig cafe
▪ 100dB: klopboormachine
▪ 120dB: laag overkomend straaljager
▪ 130dB: luidste moment popconcert
▪ 140dB: pistoolschot, vuurwerk op meter afstand.
o Hoge tonen → veel trillingen per seconde, lage tonen → weinig trillingen per
seconde.
o Goede oren hoen tussen 20 en 20.000 Hertz.
o Menselijke spraak ligt tussen 250 en 4000Hz.
o Infrasone geluiden: extreem lage trillingen (tonen) die buiten het normale
menselijke waarnemingsgebied liggen (dieren zouden dit wel kunnen horen.
o Ultrasone geluiden: extreem hoge trillingen/tonen.
, - De student kent de werking van het gehoororgaan
o Uitwendig oor:
▪ Bestaat uit: oorschelp (concha), gehoorgang. Tot aan het trommelvlies.
Gevuld met lucht.
▪ Functie: opvangen geluid, richting bepalen achter/voor, links/rechts (eerste
informatiebron, het vervolg vindt plaats in de hersenen). Signaal/ruis
onderscheiden, geluid geleiden naar het middenoor.
o Middenoor:
▪ Bestaat uit: trommelvlies, trommelholte, gehoorbeentjesketen (malleus,
incus, stapus), buis van Eustachius. Tot aan het slakkenhuis. Gevuld met
lucht.
▪ Functie: doorgeven trilling via trommelvlies, gehoorbeentjesketen en ovale
venster naar binennoor. Versterken van geluid ca 30dB (hefboom werking op
ovale venster) nodig omdat ovale venster ook geluid terugkaatst, dit
compenseert elkaar.
o Binnenoor:
▪ Bestaat uit: slakkenhuis (cochlea), haarcellen, orgaan van Corti,
gehoorzenuw, ovale/ronde venster. Is gevuld met vloeistof.
▪ Functie: geluid wordt uitgerafeld in trillingen (v.d. haarcellen), trillingen
veroorzaken elektrische spanningen die aan de uitlopers (neuronen) van de
gehoorzenuw worden doorgegeven. Haarcellen liggen in de cochlea op het
basilair membraan dit is verankerd in het rotsbeen, het hardste bot van ons
lichaam. Er treedt degeneratie van de gehoorzenuw op indien die niet wordt
gestimuleerd. Advies: snel aanschaffen hoortoestel.
o Buis van Eustachius: luchtdruk in het middenoor en de buitenlucht (keel/neusholte)
gelijk houden.
o De gehoorbeentjesketen: bevinden zich in het middenoor. De hamer zit vast aan het
trommelvlies en de stijgbeugel aan het ovale venster. Geluid veroorzaakt trilling van
deze gehoorbeentjes, ze geven het geluid door op het binnenoor, via het ovale
venster.
o Het ovale venster: gaat bewegen door de trilling van de gehoorbeentjes en zet de
vloeistof in het binnenoor in beweging waardoor de haarcellen gaan bewegen. Het
ronde venster beweegt tegengesteld zodat de vloeistof niet wordt samengedrukt.
o De haarcellen (zintuigcellen): bevinden zich op het zintuigorgaan, het orgaan van
corti. Dit orgaan van Corti zit in de dubbele buis van het slakkenhuis (binnenoor).
Door het bewegen van de haarcellen komen er elektrische spanningen vrij die
worden doorgegeven aan de gehoorzenuw en vervolgens aan de hersenen zodat we
betekenis aan geluiden kunnen geven.
o Auditief systeem: gehoorzenuw, hersenstam, auditieve schors.
o In de gehoorzenuw en de hersenstam worden voor- en achtergrondgeluiden
gescheiden (zodat je ook bij veel omgevingsgeluid iemand nog kunt verstaan). En
richting horen, herkennen locatie geluidsbron.
o In de auditieve hersenschors vindt patroonherkenning ofwel het herkennen van
spraakklanken en muziekpatronen plaats. Voor de interpretatie van deze patronen
(Begrip) zijn ook andere hersengebieden nodig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller A1357. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.