100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Levensloop Economie $3.26   Add to cart

Summary

Samenvatting Levensloop Economie

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Deze samenvatting gaat over Levensloop van de methode LWEO. In de samenvattingen worden Hoofdstukken 1 t/m 7 inclusief Transfer behandelt. Stof wordt uitgelegd in de vorm van tekst en verduidelijkt aan de hand van afbeeldingen.

Preview 2 out of 13  pages

  • January 19, 2022
  • 13
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
->Levensloop;
Samenvatting Hoofdstuk 1. Keuzes
§1.1 Elke generatie kiest opnieuw.
Een keuzevraag is een vraag waarbij door de vraagsteller aan de bevraagde wordt gevraagd uit twee
of meerdere mogelijkheden te kiezen. De keuzevraag staat tussen de open vraag en de gesloten
vraag en neigt door de beperking van de keuzes naar een gesloten vraag.


§1. 2 welke kosten tellen mee?
Worden producten aangeschaft door de eindgebruiker die er van wilt genieten noemen we dat
consumptie. Worden producten aangeschaft door een bedrijf noemen we het investeren. Hij wil het
aangeschafte goed gebruiken om in te zetten in het productieprocess. Deze goederen heten:
kapitaalgoederen. Middelen kunnen op meerdere manieren worden ingezet, ze zijn alternatief
aanwendbaar. Het probleem is dat de middelen altijd beperkter zijn dan de behoeften. De spanning
tussen oneindige behoeften en beperkte middelen noemen we: schaarste. Schaarste = als er een
offer of inspanning moet worden geleverd om het te verkrijgen. Omdat er middelen voor de productie
moeten worden ingezet, kosten schaarse goederen geld. Goederen waarvoor geen schaarse
middelen worden opgeofferd, noemen we vrije goederen. Alsolute schaarste is als het niet te
verkrijgen is.
Als we kiezen voor een bepaalde mogelijkheid dan offeren we de waarde van de alternatieven op. de
waarde van datgene wat we opofferen om iets te verkrijgen, noemen we de opofferingskosten. De
opofferingskosten bestaan uit de waarde van het op een na beste alternatief. Het gaat hierbij om geld,
tijd, sociale contacten of energie. In het ideale geval is de comsumetn in staat om een rangorde aan te
brengen in zijn voorkeuren, in praktijk lukt dit vaak niet.



§1.3 het budget, wat koop je ervoor?
Het beschikbare geld noemen we het budget. De hoogte van het budget beperkt de
keuzemogelijkheden. Een budgetvergelijk = vergelijking die alle combinaties van 2 producten weer
geefft die je maximaal met een gegeven budget en prijzen kunt kopen. De grafische voorstelling van
deze vergelijking noemen we de budgetlijn. De budgetlijn geeft de mogelijke combinaties. Een
voorkeur kan veranderen, maar heeft echter geen invloed op de ligging van de budgetlijn. Die is echt
alleen afhankelijk van de hoogte van het budget en de prijzen van de producten.

Formule budgetlijn: Y = P(prijs)1 x Q(goed)1 + P2 x Q2

Als het budget is uitgedrukt in €, is het nominaal. Met het nomiale budget kan je een bepaalde
hoeveelheid goederen/diensten kopen. Hoe groot de koopkracht of reele waarde van zijn budget is
hangt af van de prijzen van de producten die hij wilt kopen. Voor de bepaling van de reele waarde is
de nominale waar en de veranderingen van de prijzen van belang.


§1.4 de invloed van andermans keuze.
Beslissingen waarvan de gevolgen mede worden bepaald door de beslissingen van andere partijen
vormen het onderwerp van de speltheorie. Ze beslissen tegelijk zonder te weten wat de ander heeft
gekozen, ook wel simultaan genoemd. Het besluit van de partij heeft invloed op de opbrengsten van
de ander. De spelers nemen de beslissingen. Ze weten evenveel van elkaar, de informatie is
symmetrisch. De spelers handelen rationeel, ze streven naar een zo goed mogelijk resultaat, de
pay-off. Dit is de verwachte opbrengst van een keuze. De pay-off kan bestaan uit winst/omzet, maar
kan ook andere vormen aannemen. De hoogte van de pay-off wordt weergeven in een matrix. De
dominate stategie, de strategie die het meeste oplevert, ongeacht wat de ander doet. Bij het oplossen
van een speltheoretische situatie zoeken we naar evenwicht. Evenwicht = voorspelling van de
uitkomst van het spel. In het Nash-evenwicht kunnen de spelers hun opbrengst niet verbeteren doot
alleen zelf van strategie te veranderen. Asl het Nash-evenwich suboptimaal is, is het voor beide
spelers ongunstig.

, Bij het gevangendilemma heeft elke speler een prikkel om een strategie te kiezen die voor he het
voordeligst is. Als beide dit doen, zijn ze uiteindelijk slechter af. Cooperatief spelen zou leiden tot een
beter resultaat. Samenwerken is echter lastig als het spel simultaan wordt gespeelt en ze niet kunnen
overleggen. De prikkel om voor je eigenbelang te kiezen en je niet aan de afspraken te houden is nog
steeds aanwezig als je de ander niet vertrouwt.
Als een gevangendillema vaak wordt herhaald, heeft dit gevolg op de spelers zich cooperatief
opstellen. De keuze voor cooperatief spel kan worden opgevat als een uitnodiging voor cooperatieve
opstelling. Wijst de ene de uitnodiging af dan wint deze persoon eenmalig. Bij rationeel nadenken
weet hij dat het over de lange termijn gaat. Bij een herhaald gevangendillemma is het dus mogelijk dat
een van de spelers afwijkt van de dominate strategie en afwacht wat de ander doet. Gaat de andere
mee in de nieuwe strategie, dan ontstaat samenwerking.

In een gavangendillema kan een cooperatieve opstelling ook ontstaan als de spelers worden
gebonden aan een afspraak. De afspraak tussen de partijen kan bindend worden, omdat beiden er
belang bij hebben zich aan de afspraken te houden. Omdat de spelers zich gebonden voelen ontstaat
samenleving. Daarnaast heb je ook een sociale norm waardoor er druk op de spelers komt om zich
cooperatief op te stellen. Profiteren van anderen noemen we meeliftersgedrag of freeridersgedrag. De
spelers hebben financiele prikkels om zich niet-cooperatief op te stellen. Voorkomen: bijhouden wie
betaald of sanctie. Pas dan krijgt de regeling een bindend karakter en zullen de spelers zich
cooperatief opstellen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rafkehagenaars. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26
  • (0)
  Add to cart