Samenvatting Bedrijfseconomie (in balans) Hoofdstuk 11 t/m 13
2 views 0 purchase
Course
Bedrijfseconomie
Level
VWO / Gymnasium
In deze samenvatting worden hoofdstukken 11 tot en met 13 behandeld van het boek Bedrijfseconomie in Balans. De stof wordt uitgelegd via tekst en verduidelijkt met afbeeldingen & schema's.
Samenvatting Hoofdstuk 11. Eigen onderneming
§11.1 Causation & effectuation.
Bij causation is er sprake van oorzaak -> gevolg. Je begint met een specifiek doen en tevoren
bekende middelen om het doel te bereiken. Je besluit van tevoren in welke markt je actief wilt
deelnemen. Marktsegmentatie = opdelen van een markt in speciefieke (deel)segmenten. Segment =
groep (potentiele) afnemers met een aantal dezelfde kenmerken. 5 verdelingen:
1. Geografische kenmerken; stad of land.
2. Demografische kenmerken; leeftijd, levenfase of geslacht.
3. Sociaaleconomische kenmerken: opleiding, beroep.
4. Psychografische kenmerken; levensstyle, persoonskenmerken.
5. Gedragskenmerken; manier van gebruik & gebruikte hoeveelheid.
Je kunt pas van een marktsegmetn spreken als de personen binnden het segment zoveel mogelijk
gelijk reageren op marktactiviteit. Segment moet groot genoeg zijn voor winstgevendheid. Doelmarkt=
opdeling van het marktsegment met groepen die interressant zijn. 2 factoren: bereikbaarheid &
omvang. Positionering = moet inspelen op de eigenschappen van een segment om een positief imago
te creeren bij de afnemer en moet een concurrentie voordeel opleveren.
Bij effection begin je met een aantal diverse middelen. Tijdens het process worden deze middelen
ingezet waardoor er gaandeweg een doel zal ontstaan. Bij effection wordt meer rekeining gehouden
met risico’s/onzekerheden en speelt sterk in op snelle maatschappelijke veranderingen. 5 principes:
1. Bird in the hand: De ondernemer kijkt eerst welke middelen (kennis, ervaringen, netwerk &
activa) hij al heeft en hoe hij deze kan inzetten om dat doel te bereiken (drijfveren ,
doelstellingen). Hij onderneemt vanuit beschikbare middelen en is de basis van het bedrijf.
2. Affordable loss: Hierbij bepaalt de ondernemer hoeveel middelen hij van zijn beperkte
middelen wilt inzetten om het doel te bereiken. Hierbij speelt maximaal risico een rol;
fiscaalrisico, kans op een goede naam en tijdsbesteding.
3. Crazy Quilt: de ondernemer zwerkt samen met anderen die in het zakelijk idee geloven.
Mededingswet kan samenwerken beperken. Samenwerken met eld, activa en netwerken.
Lager risico en verspreid. Stakeholders: personen die belang hebben bij de onderneming;
werknemers & financiers.
4. Lemonade: onzekerheden ziet de ondernemer als een kans. Innovatie is een belangrijk.
5. Pilot in the plane: bij dit principe staat centraal dat je zelf door jouw handelingen de toekomst
kunt maken en bepaalt wat er met een trend gebeurt. Je creeert je eigen toekomst met je
eigen beschikbare middelen en met zelf gekozen partners.
->alleen bij effection kan een nieuw product ontstaan.
§11.2 Persoonlijk plan.
Aantal ondernemerskwaliteiten: zelfdisicpline, besluitvaardig, vakkennis. Persoonlijk plan: omvat de
persoonsgegevens, motivatie & doelstellingen, sterke- en zwakte eigenschappen van een
ondernemer. Ondernemrs hebben een recht op werknememersverzekeringen als WW en WIA, ook al
ben je werknemer in je eigen bedrijf (vanaf 5% aandelen). Wel persoonlijke verzekeringen, vaak
arbeidsongeschiktheid. Keert uit bij langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid. -> Hoge premies. Als
ondernemer ben je verplicht te handelen in belang van jouw onderneming, ookal is dat tegenstrijdig
met persoonlijke belang. Daarnaast ben je verplicht tot ‘behoorlijk bestuur’. Sprake van ‘onbehoorlijk
bestuur’, persoonlijk aansprakelijk.
, §11.3 Marketingplan.
SWOT-analyse: S staat voor Strenght, W voor Weakness, O voor Opportunities en T voor Threats.
Met deze analyse kijken we naar de kansen van de stratende onderneming door onderzoek te doen
naar: de kansen in de omgeving, de bedreingen in de omgeving en de sterke kanten van de eigen
onderneming & zwakke kanten. Het doel is de sterke kanten te behouden, en zo mogelijk te
verbeteren, de zwakke kanten te verbeteren en kansen benutten en bedreigingen op te heffen.
Marketbeleid is een onderdeel van het totale beleid, er zijn meerdere ondernemingsdoelstellingen.
Marketing = alle activiteiten van een organisatie die gericht zijn op de maximale behoeftebevrediging
van de afnemers. Marketingdoelstellingen = deze betreffen onderwerpen als het behalen van een
bepaalde afzet, het vergroten van het marktaandel, het behalen van een bepaalde winst en het
verbeteren van het imago. Vaak zijn deze doelstellingen meetbaar. Marktdoelstellingen kunnen
strategisch en tactisch zijn. Marketinginstrumenten = bestaade uit de 4p’s: productie, prijsbeleid,
plaatsbeleid (ookwel distributiebeleid), promotiebeleid (ookwel communicatiebeleid).
-> Altijd met onderlinge samenhang, ookwel marketingmix.
§11.4 Financieel plan.
In het financieel plan onderzoek je of de plannen haalbaar zijn van ene beginnende onderneming.
Bestaat uit 5 begrotingen: investerings-, financierings-, resultaten- (ookwel exploitaitebegroting),
liquiditeits- en privebegroting.
Investeringsbegroting = deze geeft aan hoeveel vermogen nodig is om de onderneming te beginnen
door een overzicht op te stellen van alle investeringen die nodig zijn om een bedrijf te beginnen.
Aanloopkosten zijn kosten die je maakt voordat omzet gemaakt wordt.
Financieringsbegroting = deze laat zienhoe je aan het benodigde vermogen komt.
Resultatenbegroting = hierin staan de geschatte kosten van een bepaalde periode tegenover de
geschatte opbrengsten.
Liquiditeitsberoting = hierzin staan de verwacht ontvangsten tegenover de verwachte uitgaven van
een bepaalde periode.
Privebegroting = overzicht waaruit blijkt hoeveel geld een ondernemer nodig heeft voor
privedoeleinden.
§11.5 Praktische zaken.
Bestemmingsplan = plan waarop staat wat je op een perceel wat wel en niet mag doen. Inleveren bij
de gemeente. Bedrijven kunnen bedrijfsverzekeringen, bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeringen en
beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
Btw-tarieven: het algemeen btw tarief, het lage btw tarief, het 0%-tareif, vrijgestelde prestaties.
Franchising = een vergaande samenwerkingsvorm tussen een franchisegever (bedenker) en een
franchisenemer (gebruiker).
Voordelen franchising Nadelen
Terugvallen op kennis en ervaring. Richtlijnen handelen
Bekende merknaam Deel van de omzet als fee.
Marktonderzoek, inkoop & distributie, promotie, Dure aansluiting.
productieontwikkeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rafkehagenaars. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.