Mensenbeeld > De ideeën over hoe je denkt dat mensen in elkaar zitten.
Genetisch gedetermineerd > Genen/ DNA.
Genetische predispositie > Aanleg, kan nog veranderd worden.
In welke mate het gedrag door genen of door opvoeding wordt bepaald hangt af van:
Het eigen gedrag, het geloof in de beïnvloedbaarheid van het gedrag van anderen en de
manier waarop het gedrag van anderen geïnterpreteerd en beoordeeld wordt.
Gedrag veranderen: Welke gedrag is beïnvloedbaar en welke niet?
1. Lichamelijke kenmerken & prestaties
Je lichaam is genetische bepaald (oogkleur, haarkleur, geslacht, gewicht, lengte etc.)
o Je lichaam kan echter beïnvloed worden door sporten en eten.
2. Persoonlijkheid
Verschillen in temperament > Stabiele, vroegoptredende individuele verschillen in
emotionaliteit, energie, aandacht en volharding, reactiviteit en vriendelijkheid.
Je persoonlijkheid is genetisch bepaald. Dit is erg moeilijk om te veranderen, maar de
mogelijkheden zijn er wel. Je verandert dan bijv. niet de persoonlijkheid zelf (want dat
kan niet), maar je bedenkt een oplossing/ strategie om je gedrag te veranderen.
3. Cognitieve capaciteiten en prestaties
Dit betreft je IQ. Je IQ is voor 50-80% genetisch bepaald. De rest wordt bepaald door
onderwijs en je opvoeding. Je kunt je IQ veranderen door veel oefening en onderwijs.
Impliciete (onuitgesproken en onbewuste) theorieën:
- Incremental theory > Een geloof dat IQ te ontwikkelen is. Deze mensen zijn vaak meer
gemotiveerd en doen beter hun best.
- Entitiy theory > Een geloof dat het IQ vaststaat en dus niet ontwikkeld kan worden
(aangeboren). Deze mensen vermijden de confrontatie.
Hoofdstuk 2
Leren > Een proces waarbij een ervaring leidt tot ‘ander gedrag’ in de toekomst. Er is spraken van
leren als een ervaring op tijdstip 1 leidt tot veranderd gedrag op tijdstip 2.
Er wordt gesproken van veranderend gedrag, omdat het ook een verandering kan zijn in
slecht gedrag of als er wel al een verandering is, maar het eindresultaat nog niet behaald is
(het is dan dus geen verbetering, maar ze zitten nog in het proces).
1
, Verschillende leerprocessen:
1. Klassieke conditionering (Pavovs)
o Er wordt een neutrale stimulus vlak voor of tegelijkertijd met een ongeconditioneerde
stimulus aangeboden.
o De neutrale stimulus wordt gekoppeld aan de ongeconditioneerde stimulus.
o Zodra de koppeling tot stand komt wordt de neutrale stimulus een geconditioneerde
stimulus genoemd.
Voorbeeld:
Voor de conditionering (tijdstip 1)
Neutrale stimulus (Gele M van McDonald’s) Geen reactie
Ongeconditioneerde stimulus (Big Mac) ‘Watertanden’
Tijdens conditionering
Neutrale stimulus (Gele M van McDonald’s) Ongeconditioneerde ‘Watertanden’
stimulus (Big Mac)
Na de conditionering (tijdstip 2
Geconditioneerde stimulus (Gele M van ‘Watertanden’
McDonald’s)
Extinctie/ uitdoving > Als je van geconditioneerde stimulus naar gedeconditioneerd gaat. Je doet dan
de stappen andersom. Je haalt de Big Mac weg uit de gedachten, waardoor je bij de M van Mc
Donald’s niet gelijk gaat watertanden.
Generalisatie > Als er op een nieuwe stimulus die lijkt op de originele, geconditioneerde stimulus, op
dezelfde manier gereageerd wordt als dat er op de geconditioneerde stimulus gereageerd zou
worden.
Voorbeeld: De KFC heeft dezelfde patatbakjes als de Mac. Doordat diegene bij de M van
McDonald’s al moet watertanden gaat diegene nu bij de KFC ook watertanden, omdat hij de
patatbakjes herkent.
Discriminatie > Het proces waarbij je onderscheid leert te maken tussen twee stimuli die op elkaar
lijken.
2. Operante conditionering (Skinner)
Operant gedrag > Spontaan optreden gedrag
- Bekrachten – positieve consequenties
o Positieve bekrachtig > beloning vindt plaats
o Negatieve bekrachtig > een verachte straf die achterwege blijft
- Bestraffen – negatieve consequenties
o Negatieve straf > een verwachte beloning die niet verkregen wordt
o Positieve straf > straf wordt gegeven.
Shaping > Het prijzen van gedrag dat in de richting komt, waardoor dat gedrag versterkt wordt
waarop je verder kunt bouwen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ffeddes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.65. You're not tied to anything after your purchase.