100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Bedrijfskunde H1 tm 9 $11.34
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Bedrijfskunde H1 tm 9

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak bedrijfskunde hoofdstuk 1 tm 9 exclusief hoofdstuk 7. afkomstig van de online omgeving van het vak, maar sluit volledig aan op het boek

Preview 4 out of 83  pages

  • January 20, 2022
  • 83
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Inleiding bedrijfskunde
H1. Bedrijf en bedrijfskunde

1.1 Het bedrijf

Organisatie  doelgerichte menselijke samenwerking. Het idee is dat het een blijvend karakter heeft
met een langere looptijd.

Bedrijf  brengt goederen/diensten voort, doel om
deze op de afzetmarkt te verkopen

Zonder winstoogmerk = non-profitinstelling

Onderneming  bedrijf dat altijd gericht is op winst
maken

- Een onderneming is altijd een bedrijf
- Een bedrijf en een onderneming zijn beide altijd organisaties
- Een organisatie is niet altijd een bedrijf of een onderneming

Bedrijf = organisatie

4 kenmerken van een bedrijf:

1. Mens in de organisatie
2. Samenwerking  loont door optreden synergie-effect: resultaat van de totale
samenwerking > de individuele prestaties bij elkaar (1+1 = 3)
3. Doelgerichtheid  er moet minstens één doel nagestreefd worden
4. Continuïteit  blijven investeren om in de toekomst te blijven bestaan
Going-concern-gedachte: managementbeslissingen die uitgaan van het voort blijven bestaan
van de organisatie.

Hoofddoelstelling van organisaties:

Intern  blijven voortbestaan van een organisatie
Extern  voorzien in een (maatschappelijke) behoefte

Vereenvoudigde werking van bedrijf:

Om doel te behalen: input  output
Omzetting = transformatieproces

Blackboxbenadering  wanneer er niet is aangegeven hoe input tot de juiste output wordt
getransformeerd. Soms geheime transformatie, bijv. recept van Coca-Cola.

Input: materialen, middelen & overige factoren

Output: gewenst of ongewenst

1.2 wat is bedrijfskunde?

Bedrijfskunde = bedrijven en bedrijfsvoering:

- Hoe op de juiste wijze te organiseren;
- In elkaar zetten en te regelen:

, - Om doel waarvoor opgericht te behalen

Bedrijfsomgeving belangrijk in bedrijfskunde, hoe deze eruit ziet en wat deze eist of wenst bepaald
bestaansrecht van de organisatie

- Omgeving oefent invloed uit op de organisatie en andersom
- Stakeholders  iedereen die belang hebben bij op invloed uitoefenen op de organisatie
- Bedrijfskunde brengt de context van de organisatie in beeld om daar zo goed mogelijk op in
te spelen

Bedrijfskunde = multidisciplinair  het omvat verschillende vakgebieden

Brengt verschillende monodisciplines (vakken) samen om bedrijfsproblemen en -vraagstukken op te
lossen.

Bedrijfskunde = interdisciplinair  verbindt en brengt verschillende vakgebieden met elkaar in
contact.

Brengt verschillende monodisciplines samen of zet ze tegenover elkaar voor de beste oplossing.

Verbinding tussen monodisciplines:

Zwakte: bedrijfskunde is minder diepgravend
Kracht: bedrijf niet geïsoleerd door verschillende zaken die meegenomen moeten worden bij het
oplossen van een probleem.

Bedrijfskunde = wetenschap:

- Heeft eigen ideeën, kennis en definities
- Vormt theorieën
- Verricht onderzoek volgend wetenschappelijke standaards

Bedrijfskunde = kunde:

- Reële problemen en praktische vraagstukken worden opgepakt
- Hierop worden theorieën toegepast

Bedrijfskunde  de tak van de wetenschap die zich bezighoudt met de organisatie en omgeving van
bedrijven. Het vakgebied kent een wetenschappelijke integrale, multi- en interdisciplinaire
benadering van praktijkgerichte vraagstukken binnen bedrijven.

,H2. Het verkennen van de bedrijfsomgeving

2.1 De organisatievormgeving

De organisatieomgeving is alles wat buiten de organisatie ligt, maar wel invloed heeft op de
organisatie. Bijvoorbeeld regels die de overheid oplegt aan het bedrijf.

2 voorbeelden om de invloed van de organisatieomgeving te bepalen:

What business are we in?  ‘Wie zijn wij, en wat doen wij?’ kijken naar:

1. Het product of dienst dat het bedrijf levert
2. De markt waarop het bedrijf actief is
3. De door het bedrijf gebruikte technologieën en processen

De typen omgevingen:

Bedrijven staan niet op zichzelf, zonder contact met de omgeving  afhankelijk van:

- Klanten
- Arbeidsmarkt
- Leveranciers
- Kapitaalverschaffers
- Concurrentie
- Overheid

Transactionele omgeving  de partijen waarmee de organisaties relaties heeft. De organisatie
wordt erdoor beïnvloedt, maar kan ook invloed uitoefenen op de omgeving. Partijen in de
transactionele omgeving:

- Afnemers
- Overheid
- Banken
- Leveranciers
- Arbeidsmarkt (mensen nodig voor bedrijf)
- Concurrenten
- Belangengroepen (vakbonden)

Contextuele omgeving  de situaties in de omgeving van het bedrijf, die betreffen op het gebied
van economie, politiek, wetenschap, technologie en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Het
bedrijf kan hier geen invloed op uit oefenen.

Omgevingslagen  omgevingen rond een bedrijf en de mate
waarin ze invloed uitoefenen op een bedrijf:

Externe belanghebbenden: groepen die geen deel uitmaken
van de organisatie, maar er wel een duidelijk belang bij
hebben:

- Concurrenten, klanten, leveranciers, overheden,
media, vakbonden en financiële instellingen

Interne belanghebbenden: groepen die een direct belang bij
de organisatie hebben:

, - Werknemers, aandeelhouders en raad van bestuur

2.2 De invloed van de indirecte omgeving op het bedrijf

Indirecte omgeving  buitenste laag van bovenstaand figuur:

2 manieren voor de analyse van de indirecte omgeving:

De STEP-analyse:

Sociale variabelen
Technologische variabelen
Economische variabelen
Politieke variabelen

Welke STEP-variabelen vormen nu of in de toekomstkansen of bedreigingen voor het bedrijf?

De scenariomethode

Wordt gedaan als de toekomst zo onzeker is dat hij niet te voorspellen is. Het bedrijf stelt dan een
aantal verschillende toekomstscenario’s op die allemaal een kans hebben om uit te komen. Er wordt
vooral gekeken naar de bedreigingen uit de indirecte omgeving. Per scenario wordt een draaiboek
opgesteld hoe te handelen mocht een van de scenario’s uit komen.

2.3 De invloed van de directe omgeving op het bedrijf

Directe omgeving  invloed van de omgeving die dicht bij het bedrijf liggen

De analyse van de concurrentie in de bedrijfstak:

Verschillende marktvormen in elke Kenmerken Monopolie Oligopolie Polypolie
bedrijfstak Aanbieders Eén Enkele Veel
Vragers Veel Veel Veel
Monopolie  één aanbieder op de markt,
kan zo volledig zelf de prijs bepalen. Bijv. Nederlandse gemeenten met het uitgeven van paspoorten
etc.

Oligopolie  enkele aanbieders op de markt, waar veel concurrentie tussen plaatsvindt. Bijv.
Nederlandse biermarkt.

Polypolie  veel aanbieders en dus sterke concurrentie. Bijv. broodmarkt.

Het vijfkrachtenmodel van Porter  binnen een bedrijfstak zijn er 5 krachten die de concurrentie
bepalen:

1. Dreiging van nieuwe toetreders

Hoe makkelijk is het voor concurrenten om de markt te betreden? Dit wordt bepaald door
toetredingsbarrières die een bedrijf moet overwinnen om te kunnen toetreden tot een markt of
bedrijfstak. Deze barrières kunnen natuurlijk zijn (groot kapitaal nodig) of opgeworpen worden
(overheid).

2. Onderhandelingsmacht van leveranciers

Deze wordt groter als:

- Hij meer dan genoeg klanten heeft

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bonniepel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.34
  • (0)
Add to cart
Added