Hoofdstuk 1
Grote ontwikkelingen onderscheiden:
- Digitalisering en online: drempel met dingen communiceren naar de buitenwereld ligt lager,
iedereen is nu producent.
- Data driven en real time: al jouw onlineactiviteiten worden opgeslagen in data, waar
bedrijven weer op inspelen.
- Emotie en sociale omgeving: communicatie is nu meer gefocust op emotie en beïnvloeding in
plaats van op ratio.
- Van tekst naar beeld: beeld is nu dominant, vroeger was dit tekst.
- Transparantie en open communiceren: organisaties moeten zeggen wat ze doen en doen wat
ze zeggen, anders tast de geloofwaardigheid en het vertrouwen van de organisatie aan.
- Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen: een bedrijf moet kunnen
aantonen dat zij duurzaam en verantwoord is.
- Accountability en meetbaar maken: als communicatieprofessional neem je
verantwoordelijkheid en leg je verantwoording af aan de organisatie.
- Leven in netwerken: een verzameling van verbonden personen of groepen.
Stakeholder= je hebt een relatie met een bedrijf, bijvoorbeeld als influencer. Een bedrijf kiest zelf
geen stakeholders, wel kiest een bedrijf de doelgroep.
Hoofdstuk 2
Vier aspecten van een boodschap:
- Zakelijk: feiten, informatie
- Expressief: gevoel, emotie
- Relationeel: verhouding tussen de zender en ontvanger
- Appellerend: de ontvanger wordt aangeroepen om iets te doen
Encoderen= het omzetten van gedachtes in woorden en beelden.
Decoderen= het omvormen van de gedachtes door de ontvanger. Mensen geven hun eigen draai aan
een boodschap. (Kernprobleem communicatie)
Feedback= de zender krijgt een reactie van de ontvanger.
Terugkoppeling= de zender reageert op feedback.
Ruis= factoren die het communicatieproces verstoren.
- Intern: een jongen die slist en daardoor niet verstaan kan worden
- Extern: harde muziek op een festival waardoor je elkaar moeilijk kan verstaan
, Redundantie= overtollige informatie
Referentiekader en context= het referentiekader is het geheeld van gewoontes, regels, ervaringen
waarop de ontvanger zijn denken en handelen baseert. Je moet je inleven in iemand referentiekader
om diegene te begrijpen.
Metacommunicatie= communicatie over communicatie, spreken met taal over taal.
In het ZBMO-model heeft de ontvanger een vrij passieve rol. In de praktijk klopt dit echter niet. Er ligt
nu meer macht bij de ontvangers die zelf bepalen waar ze naar kijken, in vergelijking tot vroeger.
Verbale communicatie= gesproken en geschreven taal
Non-verbale communicatie= niet-talige vormen van communicatie, zoals gebaren en
lichaamshouding.
Communicatietheorieën:
- Stimulus-response: ontvangers accepteren en nemen klakkeloos alles over wat de zender
hen voorschotelt.
- Two step flow: veel vormen van communicatie bereiken opinieleiders en beïnvloeden op hun
beurt de rest van de doelgroep.
- Uses and gratifications: legt nadruk op de rol van de ontvanger. Je bepaalt zelf wanneer,
waar en welke media gebruikt.
- Agenda setting: de media laat een onderwerp vallen waar we over gaan nadenken, maar het
bepaalt niet wat voor mening wij erover vormen.
- Netwerkmodellen: onze maatschappij is een groot netwerk waarin iedereen communiceert
en elkaar beïnvloed.
Selectieve perceptie: je ziet wat je wilt zien en waar je op gefocust bent.
Framing: je kiest ervoor om zaken op een bepaalde uit te lichten. Je kan bijvoorbeeld alleen de
werkloze mensen laten zien of alleen de hardwerkende burger, waardoor er dan een bepaald beeld
van komt.
Voorlichting: het bewust hulp geven bij menings- en besluitvorming door middel van communicatie.
Public relations: bevorderen van wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroep met
als doel het versterken van de reputatie.
Reclame= overtuigende informatie om een sterk merk op te bouwen en de koop te bevorderen.
Propaganda= gericht om anderen te overtuigen van bepaalde ideeën en ze te beïnvloeden naar hun
ideaal.
Hoofdstuk 5
Positionering= het proces waarbij een merk een voorkeurspositie binnen de gedachten van zijn
doelgroep krijgt.
Verschillende soorten strategieën:
- Organisatie: Heineken groeit wereldwijd door de overname van andere biermerken.
- Marketing: Heineken focust op enkele topmerken en probeert een positie te krijgen in
speciaal bier.
- Communicatie: Heineken communiceert weinig over het bier als product maar meer als
lifestyle.
Verschillende soorten doelstellingen:
- Kennis: de doelgroep moet iets te weten
komen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hillegondanuman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.