1.1.1
Visies op ontwikkeling in het algemeen
- Nature eigenschappen vermogens en capaciteiten die mensen van de ouders
erven. Je krijgt t mee bij de geboorte.
- Nurture invloeden die door de omgeving bepaald/ aangeleerd worden.
- Maturatie het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde
genetische informatie.
1.1.2
Psychodynamische theorie (Freud en Erikson)
- Psychische structuur: id, ego en superego
o ID het psychische structuur van de baby bestaat volledig uit de ID- het Es.
Het is gericht op het bevredigen van de behoeften
o Ego het ego ontstaat in het eerste levensjaar en functioneert rationeel
Realiteitsprincipe: het probeert de eisen van het ID en de realiteit op elkaar af
te stemmen.
o Superego Het superego ontstaat rond het 4e en 5e levensjaar
Het superego bevat waarde en normen, het is het geweten
- Ontwikkeling psychoseksuele fasen (gender verschillen) (Freud)
o Het psychoseksuele fasen kent verschillende fasen. De verschillende fasen
zijn:
Orale fasen (0-1 jaar) via de mond
Anale fasen (1-3 jaar) via de anus
Fallisch of oedipale fase (3-6 jaar) de geslachtsdelen
Latentiefase (6-11 jaar) seksualiteit is tijdelijk op de achtergrond
Genitale fase (vanaf 11 jaar) de geslachtsdelen
o Fixatie op een van die fases kan leiden tot een gevolg van een on opgeloste
conflict. Bij anale Fase kan het leiden tot overdreven reinheid of vasthouden
of juist afstandelijkheid en afzijdigheid (loslaten). Fixatie komt ter sprake als
er iets mis gaat in een bepaalde fasen, zoals hierboven als voorbeeld
genoemd de anale fase.
- Oedipus complex
o Treed op bij leeftijd van 5 jaar, wanneer de anatomische verschillen tussen
man en vrouw in het oog springen.
Jongens beginnen onbewust seksuele belangstelling te tonen voor hun
moeder en zien hun vader als rivaal. Omdat zij hun vader als almachtig
beschouwen, ontwikkelen jongens een angst voor vergelding, die zich
manifesteert als castratieangst. Om deze angst te overwinnen
onderdrukken de jongens hun verlangen naar de moeder en beginnen
, zich in plaats daarvan te identificeren met hun vader, in een poging
om zoveel mogelijk op hem te lijken.
- Psychosociale theorie (Erikson)
o Volgens de ontwikkeling van Erikson ontwikkelen mensen zich gedurende hun
leven in 8 afzonderlijke stadia. Deze zouden zich volgens een vast patroon
manifesteren en min of meer gelijk zijn voor alle mensen. Er is volgens Erikson
in elke stadium sprake van een crisis of een conflict dat het individu moet
oplossen. Freud is van mening dat de ontwikkeling min of meer compleet is
na de adolescentie, en Erikson is van mening dat de groei en verandering het
hele leven doorgaan
Gemiddeld Freuds Belangrijkste Eriksons stadia Positieve en
e leeftijd stadia van kenmerken van van negatieve
psychoseks Freuds stadia psychosociale resultaten van
uele ontwikkeling Eriksons stadia
ontwikkelin
g
Geboorte Oraal Interesse in Vertrouwen Pos:
tot 12-18 orale versus vertrouwen
maanden bevrediging wantrouwen dankzij steun
door zintuigen, van de
eten, bewegen omgeving
van de lippen en neg: angst
bijten voor en zorgen
over anderen
12-18 Anaal Bevrediging Autonomie Pos:
maanden door ontlasting versus onafhankelijkh
tot 3 jaar op te houden en schaamte en eid onstaat
zich juist te twijfel wanneer
ontlasten: experimentere
wennen aan de n wordt
controlemechan gestimuleerd
ismen van de Neg: twijfels
maatschappij over zichzelf,
met betrekking gebrek aan
tot onafhankelijkh
zindeijkheidstrai eid ontstaat
ning wanneer er
geen ruimte is
voor
expirimentere
n
3 tot 5-6 Fallisch Interesse in de Initiatief versus Pos:
jaar genitalien: schuld ontdekken van
weten om te manieren om
gaan met handelingen in
oedipuscomplex gang te zetten
, . Het oplossen Neg:
hiervan leidt schuldgevoel
uiteindelijk tot over daden en
identificatie met gedachten
de ouder van
dezelfde sekse
5-6 jaar tot Latentie Seksualiteit Ijver versus Pos: groeiende
adolescen grotendeels op minderwaardig besef van
tie de achtergrond heid competenties
Neg:
gevoelens van
minderwaardi
gheid, gen
vertrouwen in
eigen kunnen
Adolescen Genitaal Opnieuw Identiteit Pos: bewust
tie tot ontluiken van versus zijn van de
volwassen seksuele identiteitsverw eigen
heid interesses en arring uniekheid,
(Freud) aangaan van weten welke
adolescen volwassen rol te vervullen
tie seksuele relaties Neg:
(Erikson) onvermogen
om passende
rollen in het
leven te
herkennen
Eerste Intimiteit Pos:
volwassen versus ontwikkeling
heid isolement van liefdevolle
(Erikson) seksuele
relaties en
hechte
vriendschappe
n
Neg: angst
voor relaties
met anderen
Volwassen Generativiteit Pos: gevoel bij
heid versus te dragen aan
(Erikson) stagnatie de continuiteit
van het leven
Neg:
bagatelliseren
van eigen
activiteiten
Rijpheid Ego- integriteit Pos: gevoel
, (Erikson) versus van eenheid in
wanhoop wat men in het
leven heeft
bereikt
Neg: spijt van
gemiste
kansen
- Crisis/kernconflict per levensfase (Erikson)
o Elke stadium is er wel een crisis of conflict dat het individu moet oplossen.
Hoewel er geen enkele crisis volledig wordt opgelost. – wat maakt dat het
leven steeds gecompliceerder wordt – moet het individu de crisis in elke
stadium wel in voldoende mate het hoofd hebben geboden om verder te
gaan naar het volgende stadium en zichzelf dus te ontwikkelen.
1.1.3
Behaviorisme en sociale leertheorie (Palov, Skinner, Watson. Bandura)
- Behaviorisme
o Het bestudeert de mens volledig van buitenaf. De effecten van mensen
voorwerpen en gebeurtenissen op het gedrag.
o Objectieve kenniswerving staat centraal: waarneembaar gedrag
o Leerprocessen verklaren het gedrag
o Geen principieel onderscheid tussen mensen en dieren
o Een kind komt onbeschreven ter wereld
o Complex gedrag kun je opknippen in kleine stukjes
- Klassieke en operante conditionering
o Klassieke conditionering
Is wanneer een organisme op een bepaalde manier leert reageren op
een neutrale stimulus. (middel om een bepaald gedrag uit te lokken)
o Operante conditionering
Is een vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of
verzwakt wordt doordat die respons wordt geassocieerd met
respectievelijke positieve of negatieve consequenties.
Wet van het effect (thorndike): gedrag dat leidt tot prettige gevolgen
wordt herhaald, gedrag dat leidt tot onprettige gevolgen blijft
voortaan achterwege.
S-R-C model (skinner):
Stimulus (middel om een bepaald gedrag uit te lokken)
Respons
Consequenties
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manalfeddali. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.58. You're not tied to anything after your purchase.